Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE PREDIKING VAN CALVIJN 6

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE PREDIKING VAN CALVIJN 6

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET GELOOF

Wat heeft in de prediking van Calvijn de meeste nadruk: de bekering, het geloof of de wedergeboorte? Ontegenzeggelijk het geloof, maar dit wordt bij hem niet vervlakt tot een geloof in een voorwerpelijk evangelie zonder meer, maar wordt zo diep omschreven, dat het de bekering inhoudt en zo alomvattend, dat het niets minder is dan een wedergeboorte, een herschepping in Christus.

In ons Nederlands Protestantisme zien wij naar twee kanten grote gevaren. Aan de ene kant wordt het geloof vaak zo eenzijdig voorwerpelijk gezien, dat er geen bekering des harten in ondergebracht kan worden. Dit is ook de armoede in de tegenwoordige, toonaangevende prediking in onze kerk. Maar aan de andere kant wordt er meermalen een bekering gepredikt, waar het facet van het geloof in de Here Jezus Christus niet in ondergebracht kan worden. In verschillende Oud-Geref. en Geref. Gemeenten wordt weinig over het geloof gesproken. Ook in onze eigen gemeenten komt deze verarming voor. Dit is ontstellend arm, want alleen in het geloof ligt de waarachtige bekering begrepen.

Deze verarming, naar de Middenorthodoxe kant of naar de Oud-Gereformeerde kant, komt bij Calvijn niet voor. Het Woord Gods is levend en krachtig; zo is ook het geloof levend en krachtig. Het geloof is immers niet iets, wat in de hersenen blijft zweven, maar is krachtig tot onze vernieuwing. Geloven wil immers zeggen: met Christus verenigd worden door de Heilige Geest. Wij ontvangen deel aan Zijn verdiensten, maar ook aan Zijn leven.

Deze uitdrukking is waard om extra overdacht te worden: „wij ontvangen deel aan Zijn verdiensten, maar ook aan Zijn leven". Met andere woorden: „Christus brengt de Geest der wedergeboorte met Zich". Het voorwerp, de grond des geloofs is Christus, maar Christus kan niet van Zijn Geest gescheiden worden. Als wij dat doen, dan „halvéren wij Christus". , , De onverdiende vergeving der zonden, kan niet van de Geest der wedergeboorte gescheiden worden, want dat ware zoveel als Christus verscheuren".

, , Christus is nergens ledig; waar Hij regeert, toont Hij de kracht Zijns Geestes". Of, nog anders uitgedrukt: „Het geloof is een levende aangrijping van Christus, die ons Zijn kracht en Zijn werk toeeigent". Of om het te zeggen met de rake woorden van ons Avondmaalsformulier: Christus heeft ons de levendmakende Geest verworven.

Zo is het te verstaan, dat voor Calvijn de verhouding van rechtvaardigmaking en heiligmaking geen probleem is. Deze twee weldaden van Christus zijn organisch verbonden, zijn onafscheidelijk verenigd. Het geloof is niet alleen rechtvaardigend, maar ook wederbarend, levendmakend. Herhaaldelijk zal Calvijn dan ook zeggen, dat wij door het geloof wedergeboren worden. 

Veel is er in de latere Gereformeerde theologie getwist over de vraag, of de wedergeboorte aan het geloof voorafgaat of omgekeerd; met andere woorden: worden wij wedergeboren tot het  geloof, of worden wij wedergeboren door het geloof? Op dit ogenblik kan ik op deze kwestie niet breed ingaan, maar zeker is, dat in de geschriften van de oudste schrijvers, tijdens en onmiddellijk na de Hervorming, het laatste accent overheerst, namelijk het accent: wij worden wedergeboren door het geloof. De wedergeboorte is door hen niet gezien als de inplanting van een eerste levenskiem — zo dr. Kuyper en velen, die bewust of onbewust door hem beïnvloed zijn — is ook niet gelijk te stellen met de bewuste levensinplanting in Christus — zo wel in Oud Gereformeerde kring —, neen de wedergeboorte geschiedt in geloofsgemeenschap met Christus. Door het geloof wordt Christus aanschouwd, aanvaard, omhelsd en Zijn levendmakende kracht stroomt in ons. Voor onze oudste theologen geschiedde de wedergeboorte niet in één ogenblik, maar duurde het gehele leven door. Gelijk zij spraken van een voortgaande bekering, zo spraken zij ook van de wedergeboorte als een voortgaande werking van de Heilige Geest. Meermalen is bij, hen wedergeboorte en heiligmaking volledig hetzelfde.

Door deze nauwe verbintenis van geloof en wedergeboorte, rechtvaardigmaking en heiligmaking is de Roomse beschuldiging tegenover de Hervormers volkomen uit de lucht gegrepen, als zou de leer van de rechtvaardiging uit genade, alleen door het geloof, de mens nalatig maken in het doen van goede werken. In artikel 24 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis wordt Rome afdoende beantwoord: het rechtvaardigend geloof is juist de enige bron voor een waarlijk vroom en heilig leven. Het geloof is niet ijdel en ledig, maar is door de liefde werkende (Galaten 5:6).

Calvijn heeft dus geworsteld met de volle Schriftuurlijke waarheid: het geloof rechtvaardigt uit genade, maar is krachtig in goede werken.

Wanneer in de tijd voor en na de Dordtse Synode in onze kerk de beweging van de , , Nadere Reformatie" optreedt, en de nadruk gelegd wordt op de levensheiliging, dan bedoelen zij daar beslist niet mede een verbetering van de oorspronkelijke reformatie, alsof die niet goed genoeg geweest zou zijn. Zij bedoelen geen nadere reformatie van de hervorming zelf, maar een nadere, een verder gaande reformatie van onze vaderlandse kerk. De reformatie was wel goed, maar onze kerk was niet goed gereformeerd. Wel gereformeerd in leer en kerkinrichting, maar niet in levensheiliging. Hun oproep bedoelde dus : , , Kerk van Nederland, u moet werkelijk gereformeerd worden, niet alleen in de leer, maar ook in het leven".

Dit is precies hetzelfde als wat Calvijn bedoelde. Zijn gehele prediking is daarop ingesteld: een volk te formeren, ijverig in goede werken. Vergelijk Titus 2 : 14. De heiligmaking is voor Calvijn zo belangrijk, dat hij ergens uitdrukkelijk zegt, dat niet de rechtvaardigmaking, maar de heiligmaking het hoogste doel Gods is in onze verlossing.

Even bevreemdt u dit. Niet de rechtvaardigmaking maar de heiligmaking het hoogste doel? Toch is dit juist. Niet de verzoening met God, maar het herstel van het beeld Gods in de mens, de herschepping van de gevallen en verworden mens, is het einddoel der verlossiing. , , Het einddoel des Evangelies is, dat het beeld Gods, hetwelk door de zonde uitgeroeid is, in ons wederopgericht worde".

De nadruk, die men in de kringen der Nadere Reformatie op de heiligmaking ging leggen is dus geheel Schriftuurlijk en ook in de lijn van het oorspronkelijke Calvinisme, maar het gevaar is groot, dat de heiligmaking vereenzijdigd wordt tot een wettisch aanhangsel aan de rechtvaardiging, terwijl zij daaruit organisch moet voortvloeien.

Waar men dat nodig heeft, wettisch streng de heiligmaking te drijven, daar is, naar ik vrees, de prediking van de rechtvaardiging uit genade niet gezond, dat is niet voluit Schriftuurlijk. Het leven uit het geloof bezielt tot heiligmaking en schenkt toch een innerlijke vrijheid; een wettisch prediken van de heiligmaking verarmt juist het leven des geloofs.

Voor dit laatste is Calvijn juist zeer beducht geweest. In zijn commentaren schrijft hij nog al eens in deze trant: , , Men moet de heiligheid des levens drijven, maar toch oppassen, dat de leer des geloofs, die Christus stelt als de enige oorzaak der zaligheid, niet verstikt worde. Men moet deze matigheid houden, dat het geloof altijd het voornaamste deel heeft". Elders zegt hij in dergelijk verband het zo: , , Onze zaligheid, onze troost ligt alleen in de vergeving der zonden, in de rechtvaardiging uit genade".

Calvijn spreekt ook meermalen over het geloof naar de zijde van het gevoelen. De gelovigen gevoelen de kracht van Christus, gevoelen de troost van het Evangelie, maar dit heeft bij hem toch niet die nadruk gekregen, die het later bij velen verkreeg. Kras drukte een man uit Oud Geref. kring het eens uit: , , Geloven is niets, je moet het voelen".

Voor Calvijn ligt de werking van de Heilige Geest niet allereerst in het gevoelsleven, maar zij is veeleer verlichtend en verzegeld. De Heilige Geest verlicht tot kennis, tot een innerlijk verstaan en in het geloof omhelzen van de waarheid van het Evangelie. Daarom kan het geloof niet zonder rechte kennis van de leer des Evangelies. Waar deze rechte kennis niet is, heeft men ook geen rechte kennis van Christus.

Dit element: de rechte kennis mag niet verwaarloosd worden. Het geloof is niet alleen vertrouwen, maar ook kennis. Zie zondag 7 van de Catechismus, antwoord 21. Wie goed luistert naar wat vaak over het geloof gezegd wordt, kan opmerken, dat men menigmaal begint met vertrouwen te eisen. Je moet geloven enz. Zo maar, blind weg. Dit getuigt van grote oppervlakkigheid. Daarom is de tweedeling van onze catechismus, de tweedeling: kennis en vertrouwen, een tweedeling, die wij ook nadrukkelijk bij Calvijn vinden, zo bijzonder waardevol. Er kan geen geloofsvertrouwen zijn zonder geloofskennis. De Heilige Geest verlicht en bewerkt ons hart tot de geloofszekerheid, dat Christus, naar Zijn Woord, de enige en volkomen Zaligmaker is en beweegt ons om van harte in Hem te geloven. Wij vertrouwen op Hem, omdat wij Hem in en door het Woord leerden kennen.

Dit zuivere accent op de geloofskennis is volkomen Bijibels. Met name in het Evangelie van Johannes wordt het geloof meermalen omschreven als een kennen, een kennen van Christus, de Waarachtige. Ja, meer dan eens gebruikt Johannes twee woorden voor geloven, namelijk geloven en bekennen, bij voorbeeld in Joh. 6 : 69: „Wij hebben geloofd en bekend, dat Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God".

Dus niet: wij hebben geloofd en gevoeld, maar: wij hebben geloofd en bekend; wij hebben geloofd en zijn steeds meer overtuigd geworden...

Het geloof is niet gevoelloos. Het werkt ook in op ons gevoelsleven: droefheid, blijdschap, aanvechting en vertrouwen, maar het loopt niet uit op gevoelstoestanden zonder meer. Het klimt op tot geestelijke verlichting, tot geestelijke geloofskennis een kennis, die zich zal uiten in een verstaan en bewaren van het Woord, een verstaan en bewaren van wet en evangelie. Ook een verstaan van het evangelie, dat is een kennen en inleven en bijvallen van de weg des behouds in Christus.

, , Het geloof is licht in het verstand en kracht in de wil, door de Heilige Geest". Zo omschreef Luther het. In de werken van Calvijn komen wij bijna gelijkluidende omschrijvingen tegen. De Heilige Geest verlicht ons tot de levendmakende kennis van God in Christus. Tot de levendmakende kennis. Daarom heeft het geloof ook wederbarende kracht.

Tenslotte nog even een verwijzing naar onze Nederlandse geloofsbelijdenis. Die schrijft in artikel 24: , , Wij geloven, dat dit waarachtig geloof in de mens gewrocht zijnde door het gehoor van het Woord Gods en de werking des Heiligen Geestes hem wederbaart en maakt tot een nieuwe mens". Hier hebben wij ook weer de overtuiging: wij worden door het geloof wedergeboren.

Gaat de wedergeboorte dan niet aan het geloof vooraf, vraagt menigeen? Ik geloof, dat wij het zuiverst de Heilige Schrift weergeven en het meest blijven in de lijn der oudste Gereformeerde theologen als wij zeggen: God wederbaart onze harten door het geloof. De Heilige Geest werkt het geloof in onze harten , , door het gehoor van het Woord Gods" en dit geloof wederbaart ons.

Als wij het in tijds-volgorde maar niet van elkander scheiden, want als de Geest verlichtend werkt tot het geloof, werkt Hij tegelijkertijd ook reeds wederbarend.

De zekerheid der wedergeboorte vloeit ongetwijfeld voort uit het geloof. Alleen door het geloof in Christus weten wij, dat Hij ons wederbaarde door Zijn kracht.

(Slot volgt)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

DE PREDIKING VAN CALVIJN 6

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's