Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

VRIJMOEDIGHEID

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maar Paulus en Barnabas vrijmoedigheid gebruikende zeiden: zie wij keren ons tot de heidenen. Handelingen 13 : 46.

Er zou heel wat te schrijven zijn over het begin van het zendingswerk te Antiochië in Pisidië. Wij doen dat maar niet, omdat dit meer thuishoort in ons zendingsblad „Alle den Volcke". In deze meditatie letten wij liever op het woord: vrijmoedigheid, dat hier wel gebruikt wordt in verband met Paulus' vlucht uit de Kerk naar de Zending, maar dat toch een veel bredere zin heeft tot in het persoonlijke leven toe.

Het gaat er in Antiochië na Paulus' komst steeds feller toe. De toeloop naar Paulus' prediking groeit snel en de haat der Joden wordt feller. De breuk in de synagoge is onvermijdelijk. Wat moeten de apostelen in zo'n gespannen situatie doen? Met de Joden is niets te beginnen en de heidenen vragen naar het Evangelie van Christus. Zullen zij gaan schipperen om Jood en heiden beide te vriend te houden? Zullen zij dan om de Joden de heidenen of om de heidenen de Joden afstoten? Paulus en Barnabas staan hier voor een grote beslissing in een situatie, die vrijwel nieuw is in de kerk. Wat moeten zij doen?

Zij gebruikten vrijmoedigheid, schrijft Lucas, 't Woord „vrijmoedigheid" stamt uit het Griekse leven. De democratie van de stad (polis) werd gekenmerkt door de vrijheid van elke burger om in de volksvergadering „alles te zeggen". Zo kon dit woord drie dingen aanduiden: het recht om alles te zeggen, de waarheid en de moed, alles te zeggen tegen alle verzet in.

In de Handelingen komt dit woord enkele malen voor en het is nodig al deze drie betekenissen te laten gelden. Zo bedoelt de vrijmoedigheid hier in onze tekst meer dan moed alleen; de apostelen zijn zich bewust het recht te hebben van dit te zeggen en daarmee de waarheid te spreken.

Alles zeggen is moedig maar waar is de grens? Elke democratie moet een binding meer hebben dan aan zichzelf, want het volk kan de enige maatstaf niet zijn. De Griekse democratie werd gebonden aan de wijsheid.

In de Kerk is Gods Woord de enige binding. Daar heerst niet het kerk-volk en de stembus. De Heere regeert er door Zijn Woord en het volk heeft te luisteren naar zijn Koning.

Zo spreekt Paulus hier in gehoorzaamheid aan zijn Meester. Hij moet het Evangelie brengen eerst aan de Jood en ook aan de Griek, Nu de Jood het Woord verwerpt heeft hij het recht om naar de heidenen te gaan, naar het aangehaalde woord uit Jesaja: Ik heb u gesteld tot een licht der heidenen.

Paulus recht en moed in deze belangrijke beslissing putte hij uit Gods Woord en zo „gebruikte hij vrijmoedigheid". Ik vind deze vertaling sprekend: want er ligt in uitgedrukt dat Paulus en Barnabas tot deze vrijmoedigheid kwamen en die oefenden in het geloof, in de geloofsgehoorzaamheid aan het Woord des Heeren. Deze vrijmoedigheid is een geoefende daad en niet een gegevenheid zonder meer, zodat je vrijmoedigheid hebt of mist.

Over deze oefening, over dit gebruik der vrijmoedigheid is wel iets meer te  zeggen.

Er wordt nog al eens de klacht gehoord over het gebrek aan vrijmoedigheid, vooral in verband met het niet gebruiken van het Heilig Avondmaal: ik ben niet aangegaan want de vrijmoedigheid ontbrak me; er waren zoveel weerstanden en zoveel bezwaren, dat ik van de Dis des Verbonds me liet afhouden, hoewel ik er toe getrokken werd.

Iemand, die zo maar afblijft zonder behoefte en strijd, spreekt niet van vrijmoedigheid. Waar er begeerte is en tevens verzet, honger en toch ook tegenstand, daar spreekt men terecht van vrijmoedigheid, welke bedoelt de moed om de weerstanden te trotseren en aan de nodiging te gehoorzamen. Deze moed ontbreekt zo vaak: de vrijmoedigheid wordt gemist.

Ook klaagt men soms over gemis aan vrijmoedigheid om te spreken. Dan weet men niet te mogen zwijgen, maar het verzet en de bezwaren overheersen: er is strijd maar die wordt opgegeven: men zwijgt en geeft alle tegenspraak gelijk. Het verzet overwint, maar de beschuldiging blijft achter met haar aanklachten na het Avondmaal en na het zwijgen.

Ik geloof dat wij nu de situatie goed overzien: vrijmoedigheid is de moed om alle tegenspraak te overwinnen en alleen het woord des Heeren te gehoorzamen. Deze moed wordt gebruikt en geoefend of niet opgebracht en betracht. Waarom wel geoefend of waarom niet? Een ieder onderzoeke dit bij zichzelf, want hierin is zoveel te leren tot zeer diepe beschaming en tot rijke bemoediging.

Paulus en Barnabas staan hier tussen twee vuren: ze staan midden in de strijd en de beproeving: alles is tegen hen van de kant der Joden en de Heere roept ze tot gehoorzaamheid aan Zijn Woord. Ik meen, dat wij de moed niet opbrengen, omdat wij deze strijd zelf al abnormaal vinden. De gelovige kent toch geen strijd of deze strijd is toch een slecht teken. Daarom ontvluchten wij de strijd des geloofs en wachten op vrede en moed, maar de vrucht van dit wachten is een diepe beschuldiging en onrust. Zo is het ook niet goed.

Paulus en Barnabas weten heel goed, dat ze door veel verdrukkingen zullen ingaan: daarom verwonderen zij zich niet: neen, ze zien van alle weerstanden af op het enige Woord Gods. Helaas zien wij met Petrus op de macht der golven en zinken weg als verdiend loon, maar zie, Jezus redt toch weer in Zijn wonderlijke genade. Wij geven helaas de tegensprekers gelijk en dan is de moed verloren en de vrijmoedigheid ontbreekt. Hebben dan de tegensprekers, die God en Zijn Woord weerspreken, gelijk? Heeft de Heere dan ongelijk? Is Hij niet meer de God der waarheid? In een ding heeft de Satan gelijk in al zijn verzet: wij zijn verloren zondaren! Maar hij heeft ongelijk als hij beweert: een verlorene houde zich verre van Christus! Is Jezus dan niet gekomen om het verlorene te redden? Is dat niet Zijn werk. Zijn wil. Zijn vreugde?

Als de bestrijders vele pijlen afschieten, hebben wij een schild, het Woord Gods. Maar hoe onhandig zijn wij met het Woord! Een soldaat leert met zijn wapens omgaan. Zo moeten wij ons met de Heilige Schrift oefenen als met het enige wapen! Dit zij een dagelijkse oefening.

Tenslotte bedenke een ieder: wee ons als wij in deze strijd het wapen halen uit onze smidse. De grote tegenstander zal onze wapenen één voor één stuk breken voor ons eigen oog en wij zullen onze schrikkelijke nederlaag ervaren. Al onze wapens, hoe vroom dan ook, zijn waardeloos.

Gelukkig een ieder, die des Heeren Woord en belofte in de strijd hanteert tegen alle belagers en aanvallers in. Dit Woord geeft moed. Hij geeft de moeden kracht om vrijmoedigheid te gebruiken, te oefenen door het geloof, want het geloof is niets anders dan geheel steunen op de Heere Christus. Deze moed beschaamt nooit.

Moed en vrijmoedigheid putten wij alleen uit de Heere Jezus Christus. Paulus en Barnabas zien op Hem alleen. Hij is de Heere, Hij heeft de wereld overwonnen. Zijn gehoorzaamheid tot in de , dood brengt een reine gerechtigheid aan, een lang wit kleed, dat vrij doet staan tegenover God en mensen. Wie vrij staat tegenover de Heere, staat vrij tegenover de naaste. Missen wij dé vrijmoedigheid niet vaak, omdat wij niet vrij voor God staan, niet gedekt zijn door Jezus' bloed? Dan overheerst de vrees en wijkt de moed.

Het is zo nodig dagelijks te schuilen achter de deurposten, die met het bloed van het Lam bestreken zijn. In die veilige plaats achter onze Koning en Hogepriester en wordt de vrijmoedigheid geoefend en de moed gebruikt tot de strijd met het ene en enige wapen: Gods Woord. Dan is de strijd niet meer de onze, maar de Zijne. Wie zou dan vrezen: de leeuw uit Juda's stam heeft overwonnen!

Vrijmoedigheid is altijd weer een geoefende daad, een daad geoefend in het geloof. De vrucht ervan komt daarna: een goede vrucht: een gezegende vrucht, voor onszelf en ook voor anderen, zelfs voor de heidenen die in Antiochië zich verblijdden en het Woord des Heeren prezen. Ook om die vrucht is de strijd waard gestreden te worden tot de vrijmoedigheid, die Christus alleen verheerlijkt.

(Utrecht)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 oktober 1960

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 oktober 1960

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's