Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Promotie ds. Graafland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Promotie ds. Graafland

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Groot Auditorium van de Universiteit te Utrecht was geheel gevuld toen op donderdag 20 april de promotie van ds. C. Graafland uit Woerden plaatsvond. Vooral de gemeenten Ameide en Woerden waren in grote getalen opgekomen om tegenwoordig te zijn bij de promotie van hun vroegere en tegenwoordige pastor. Ook uit de geboorteplaats Gouda waren velen tegenwoordig. Daaruit blijkt dat de promotie niet alleen een zaak is van de intelligentsia, maar vooral van de kerk en van de gemeenten. Dat is verblijdend. Immers de theologische wetenschap is er niet om de theologische wetenschap, maar om de kerk en om de gemeenten.

Zeer groot was ook het aantal van de predikanten, dat opnieuw kwam in de sfeer van de hen zo vertrouwde universiteit.

Dr. Graafland heeft een proefschrift geschreven over: De zekerheid van het geloof. De ondertitel luidt: Een onderzoek naar de geloofsbeschouwing van enige vertegenwoordigers van reformatie en nadere reformatie.

Op gezag van de Rector-Magnificus prof. dr. H. Th. Fischer moest ds. C. Graafland zijn proefschrift verdedigen tegen de bedenkingen van de Faculteit der Godgeleerdheid.

Voorzover ons bekend waren alle hoogleraren van de theologische faculteit tegenwoordig. Het was een indrukwekkende stoet, die — voorafgegaan door de pedel — naar binnen schreed.

De promotor prof. dr. S. van der Linde sprak een hartelijke gelukwens uit, dat ds. Graafland — ondanks de drukke ambtspraktijk in Ameide en Woerden — de kracht en de tijd gevonden had dit werk te voltooien. Van het proefschrift kon hij veel goeds zeggen. Het was breed opgezet, evenwichtig, ook de buitenlandse theologie erin betrekkend. Wellicht had een slothoofdstuk wel gesmaakt.

De bedenkingen van prof. dr. Van der Linde waren: Moeten wij Calvijn canoniseren? Wilde Calvijn dat zelf? Heeft hij alles gezegd? Bij Calvijn is er een spanning: het heil ligt buiten ons, maar gaat ook dwars door ons heen. Valt dit wel onder één noemer te brengen?

Verder is op te merken, dat de natijd Calvijn in zekere zin in gebreke heeft gesteld. In de gevoelsmatigheid kwam er aanvulling, terwijl de zekerheid werd bekort.

Waarom verder Coccejus wel genoemd, maar niet de Dopersen en de Remonstranten? „Terug naar de bronnen" betekent toch, dat wij ook de Dopersen en de Remonstranten tegenkomen? Tenslotte: Is Ahesius niet teveel in de schoolse hoek gezet? Was hij met zijn hart niet verder dan met zijn houterig spraakgebruik?

De tweede opponerende hoogleraar was prof. dr. A, A. van Ruler. Deze had bezwaar tegen de wijze van behandeling van Calvijn en de nadere Reformatie. Na Calvijn zou reeds bij Beza volgens ds. Graafland de afval zijn begonnen. Volgens de opponens zou alles wat na Calvijn kwam in de nadere reformatie legitieme experimenten kunnen worden genoemd. De eigen positie van Calvijn maakte dit nodig. Wanneer de volle Calvijn wordt aanvaard (zonder dat oneffenheden worden weggewerkt) moeten alle vragen wel aan de orde komen, die de nadere Reformatie heeft gesteld. Bijvoorbeeld: Hoe zijn natuurlijke en geestelijke kennis te onderscheiden? Verder had de hoogleraar gewild, dat de promovendus een robbertje gevochten had met Barth over de syllogismus prakticus. Hij wilde nog een goed woord spreken voor een schoolse behandeling.

De derde opponerende hoogleraar was prof. dr. H. Jonker. Deze hoogleraar had gaarne gewild, dat ds. Graafland de vraag van de zekerheid van het geloof meer behandeld had in de categorieën van deze tijd. Calvijn en Van der Groe hebben gedacht in de categorieën van hun tijd. Tegenwoordig is de vraag naar de zekerheid van het geloof zeer actueel. Hij had gewild een confrontatie van dit alles met de moderne mens. De ware geloofsvisie is bevrijdend voor de moderne mens.

De vierde opponens was prof. dr. Van Itterzon. Deze ging in op de oneffenheden in de vermelding van het bronnenmateriaal.

Ds. Graafland antwoordde ongeveer als volgt op de bedenkingen van prof. dr. S. van der Linde:

De syllogismus practicus heeft bij Calvijn een secundaire plaats. In de nadere Reformatie krijgt deze een hoofdplaats. Bij Calvijn is de hoofdzaak: het Woord en de belofte. In de latere tijd werd de werkelijkheid van het christelijk leven veel meer de grond en niet het kanaal. Daardoor wordt de zekerheid van het geloof verzwakt.

De nadere Reformatie heeft kritiek gehad op Calvijn. Schortinghuis zeide: Calvijn heeft te weinig licht in de bevindelijkheid. Daaronder verstond Schortinghuis: te weinig licht in het gevoelsmatig leven. Daardoor wordt inderdaad de zekerheid ingekort en de gevoelsmatigheid uitgebreid.

Ds. Graafland achtte deze kritiek onjuist. Calvijn is een door en door bevindelijke figuur maar bracht dit alles onder in de kennis van God.

Verder had hij Coccejus genoemd bij de vertegenwoordigers van de nadere Reformatie, omdat deze figuur grote invloed heeft gehad op het Nederlandse piëtisme. Coccejus ruimde in het geloof een grote plaats in voor de liefde. Daarom had zijn geloofsopvatting een gevoelig karakter.

Aan de Remonstranten en Dopersen kon geen aandacht geschonken worden, omdat besnoeiing van de stof noodzakelijk was.

Wat Amesius betreft, ds. Graaf land was bij de bestudering van Amesius hoe langer hoe meer tot de overtuiging gekomen, dat de synthese van Calvijn bij Amesius niet te vinden is en dat Amesius daarom in de intellectualistische hoek was terecht gekomen. Of Amesius met zijn hart verder was dan met zijn verstand kon ds. Graafland niet beoordelen.

Tot prof. dr. Van Ruler zei ds. Graafland:

Nergens in dit proefschrift is de natijd als afval van Calvijn gekarakteriseerd. Wel moest gesproken worden van verschuivingen, die zich reeds inzetten bij Beza, de leerling van Calvijn. De oneffenheden bij Calvijn, o.a. de eerste regeneratie en de voortgaande regeneratio, ook kennis en vertrouwen zijn juist bepalend voor Calvijn. De natuurlijke mens heeft — volgens Calvijn — niet een normale kennis, maar is blind.

Hier viel de hamer van de Rector- Magnificus, zodat alle vragen niet konden worden beantwoord.

Op de bedenkingen van prof. dr. H. Jonker antwoordde ds. Graafland, dat zijn studie een dogmenhistorische was en niet de bedoeling in zich droeg om een confrontatie te geven met de moderne mens.

Ook prof. dr. Van Itterzon kreeg antwoord. Deze laatste beantwoording werd onderbroken door het binnenkomen van de pedel, die riep: hora est! Daarmee was' aan dit interessant theologisch tournooi een einde gemaakt. Een promotie is een zeer interessant theologisch tournooi. U ziet de hoog geleerden uitrijden op hun paarden (soms stokpaarden!) om elkander uit het zadel te lichten. Hoe pittiger dat toegaat, hoe mooier het is! Boze tongen beweren, dat zelfs wanneer een hoogleraar geen bedenkingen heeft tegen een proefschrift, hij ze toch opzoekt!

Ds. Graafland doorstond alle zadellichterij. De senaat trok zich terug om te beraadslagen. Na hun terugkomst kreeg de promotor prof. dr. Van der Linde het woord. Hij overhandigde ds. Graafland de doctorsbul. Van nu aan is het dr. Graafland. Hij wees erop, dat de synthese pastor-theoloog was gelukt. Hij feliciteerde hem en zijn vrouw. Ook bracht hij dank aan de gemeenten Ameide en Woerden voor de steun die zij aan hun pastor hadden gebracht. Ook de faculteit werd in deze blijdschap en dankbaarheid betrokken. Dit proefschrift dat zonder slot bij Van der Groe eiadigt, vraagt om een vervolg. Daartoe wekte de promotor op.

Gaarne wilde hij dr. Graafland stimuleren tot verdere studie. Het is denken, arbeiden en werken. Wie geleerd doet, is een plaag, wie geleerd blijkt, is een zegen. Daarmede was de plechtigheid afgelopen.

Velen hebben de jonge doctor de hand geschud. Onder hen merkten wij op de professoren Kramer en Van de Schuit uit Apeldoorn. Nog een tijdlang werd over de promotie en het theologisch tournooi nagesproken in de zaal, waar de receptie werd gehouden. Het was een mooie dag. God zegene de jonge doctor en stelle hem tot een zegen!

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 april 1961

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Promotie ds. Graafland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 april 1961

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's