Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

DE GROTE ZUIVERING

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen zeide Jacob tot zijn huisgezin en tot allen die bij hem waren: doet weg de vreemde goden, die in het midden van u zijn, en reinigt u, en verandert uwe klederen. (Genesis 35 : 2)

De aartsvader Jacob heeft een veel bewogen leven achter zich. Donkere en lichte dagen zijn afwisselend voorbijgetrokken. Hij heeft zijn Bethel en Pniël gekend. Na zijn terugkeer in Kanaän en zijn verzoening met Ezau heeft Jacob zich nabij Sichem gevestigd, alwaar hij een moeilijke tijd beleeft. Immers zijn verblijf aldaar is verkeerd geweest voor zijn geestelijk- en huiselijk leven. Er zijn dingen in zijn huis gekomen, die we niet verwachten in het huis van een kind van God. Jacobs huisgezin is wereldgelijkvormig geworden. Vreemde goden werden in zijn huis gediend en daarnaast spreekt Gods Woord van oorversierselen en ijdele kleding. Eén van de ergste daden is het gebeuren met zijn dochter Dina. Zij had haar vriendinnen gezocht in het heidense Sichem, alwaar zij in contact kwam met Sichem, de zoon van Hemor, die haar lief kreeg. Dina kwam graag bij die mensen en het hofmaken van Sichem beviel haar. Toen verkrachtte Sichem Dina en onteerd en gevallen in zonde keerde Dina terug. Deze daad wordt door Jacobs zonen op verschrikkelijke wijze gewroken. Simeon en Levi moorden een ganse stad uit en gebruiken — o vreselijke gedachte — het teken des verbonds, de besnijdenis, als een middel om hun goddeloos plan uit te voeren. Het hebt van de ware dienst van God is bijna in dit gezin uitgedoofd. Jacob klaagt tot zijn kinderen, die hem zo op het hart getrapt hebben door hun zondige handelwijze: „Ik zal nog verdelgd worden, ik en mijn huis". Dan komt Gods stem tot Jacob: „Maak u op, trek op naar Bethel en woon aldaar." God wil in feite zeggen: daar hoor je niet thuis. Jacob gaat zichzelf nu verwijten maken; was hij maar niet zo lang in Sichem gebleven. Hij hoorde er niet. Hij had Bethel als zijn woonplaats moeten kiezen, want daar had de Heere Zich aan hem geopenbaard als een zegenend God en had hij, Jacob, zijn gelofte afgelegd, dat hij de Heere dank zou brengen en eren, als hij weer behouden in het land mocht terugkeren, dat hij nu vluchtende moest verlaten. Maar Jacob was na zijn terugkeer te Sichem gaan wonen, alwaar hij een stuk land gekocht had en zijn tent opgeslagen.

Hoe is die achteruitgang zo gekomen? Hoe is het mogelijk, dat Jacob die zoveel gunsten van God had genoten, zo ver met zijn gezin van de ware dienst is afgegleden? Weet u, hoe dit toegaat? Welnu, eerst was hier een kleine slordigheid gekomen, die niet tegengegaan werd; vervolgens werd daar weer iets anders toegestaan. Zo woekerde de zonde steeds verder en wie zondigt, begeeft zich op een hellend vlak. De terafim — eens door Rachel gestolen uit haars vaders huis — bleef niet verborgen. Op een dag had zij die terafim een plaatsje in haar huis in 't openbaar gegeven. Jacob zal wel eerst bezwaren geopperd hebben, maar voor de lieve woordjes van de beminde Rachel is hij gezwicht. Langzamerhand legde Jacob zich neer bij veel andere gewoonten in huis, die niet strookten met een godzalige wandel. Satan en de wereld dringen door in Jacobs huisgezin. Satan wil Gods werk vernietigen en het schijnt hem aardig te gelukken. De wereld wordt steeds driester gediend. God zag het evenwel ook en het bedroefde Hem zeer.

Wat een lessen voor ons, lezers! Veel is er in ons gezinsleven, kerkelijk- en maatschappelijk leven binnengeslopen, dat wij wel niet direct accepteerden, toch langzamerhand toestonden — de protesten werden minder — en nu misschien als boezemzonde aan ons hart koesteren. Via de moderne communicatiemiddelen dringt er een sfeer in ons huis, die vroeger niet gekend werd en die men slechts van horen zeggen wist. Het bederf der zeden neemt hand over hand toe. God ziet, dat wij meer vanuit Sichem dan vanuit Bethel leven, meer vanuit de wereld dan vanuit God.

Wat gebeurt er bij Jacob? De Heere verstoot Jacob en zijn gezin nog niet. Gods bevel komt: „trek op naar Bethel en woon aldaar." God roept Jacob en zijn gezin weg uit de plaats der zonde. Jacob gevoelt, zo kan ik niet voor God verschijnen. Hij en zijn gezin hebben twee heren - willen dienen. Dit woord doorpriemt zijn hart en hij vraagt zich af: hoe heb ik toch de zonde zulk een grote plaats kunnen geven? Gelijk een schaap heb ik gedwaald in 't rond, dat onbedacht zijn herder heeft verloren! Bethel komt hem weer voor ogen. Jacob leert deze overtreding tegen Gods geboden en liefde zien als zonde en nu volgt ook de breuk ermede. De grote zuivering moet plaats vinden. Zijn woord is een bevel. Nu geen gehoor voor lieve, vleiende woordjes van Rachel; geen smeekbeden van zijn kinderen vermurwen hem zijn plan niet te volvoeren. Weg moet alles, wat met God en Zijn dienst strijdt! De wereld- en zondedienst moeten het huis uit. Jacobs bevel wordt gehoorzaamd. De huisgoden, de oorversierselen — deze hadden de vorm van afgodsbeeldjes en dienden als amuletten — en de klederen worden gebracht en door Jacob begraven onder een eik. Calvijn merkt zo op, dat het beter ware geweest ze te verbranden, dan was alles voor goed weg geweest en kon het later niet meer opgegraven worden. Maar nu is dan alles weg.

Dit Schriftwoord is ontdekkend en vertroostend. Ontdekkend wordt het voor ons, als wij leren zien onze hedendaagse afgoden. De Heere roept: keert weder, afkerige kinderen, tot Mij." Wellicht is ook bij u en in uw huis de afval en afgoderij doorgedrongen. Misschien heeft de Heere veel over u te klagen, omdat de rechte dienst van God verdrongen is. Het gaat zo ongemerkt; we zijn niet opeens zo afgodisch en werelds. Ook wij laten veel teveel toe zonder, er tegen te strijden. Dat de huivering die door Jacobs ziel heenging ook de onze mag worden. Wat zijn Gods kinderen toch vaak vleselijk en verkocht onder de zonde. Neem toch Gods Woord ter harte en gaat niet voort in uw zondedienst. Voor God kan niemand in het vuile zondekleed bestaan. Breek met de goden dezer eeuw. God zal al ons kwade bezoeken met Zijn strenge tucht.

Vertroostend is ook dit woord, want God, de God van Jacob, die hem dit woord deed toekomen is nog dezelfde God in Christus Zijn Zoon. God is wel een jaloers en naijverig God, die onze zonden niet kan gedogen. God roept het uit: „geen lust heb Ik in uw eeuwige dood, maar wel daarin, dat gij u betere en leve voor Mijn aangezicht". Aan Gods hand, komt Jacob, nadat alles, wat tegen God ingaat, is verwijderd te Bethel. Aldaar heeft hij zijn diepe val en schuld beleden, maar ook gesmeekt: „vergeef mij al mijn zonden, die Uwe Hoogheid schonden." In- en uitwendig moet Jacobs huis geheiligd zijn. Jacob heeft niet alleen door uitwendige reiniging vergeving ontvangen. Jacobs leven, bezoedeld, is gereinigd door Christus' verzoenend werk. Jacobs bezoedelde ziel werd schoner en witter dan sneeuw of witte wol. Uitwendige verandering is nodig. Maar de reiniging moet ook het inwendige leven beslaan. Dagelijkse reiniging door het bloed van Christus is nodig. Bij een ware bekering moet men geheel van de dwaling zijns wegs terug en de vreemde goden verlaten. God wil, als wij ons — ontdekt door de Heilige Geest — bekeren en wenden tot Hem om Christus wil onze afkeringen nog genezen. Verootmoedigen wij ons dan voor de Heere, onze God, als gezin, als volk, als land en vorstenhuis en als kerk. Hij wil nog gebeden zijn. Welzalig die mens, wiens zonden vergeven zijn en Jacobs God als zij hulpe en redder weet. Dan geschiedt de grote zuivering en leren wij in Zijn wegen te wandelen.

(Meteren-Est)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 augustus 1961

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 augustus 1961

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's