Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

TWEE VRUCHTEN VAN DE GEEST LIEFDE EN BLIJDSCHAP

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap.... Galaten 5 : 22.

Wij lezen in de eerste brief van Johannes: „Indien iemand zegt: Ik heb God lief, doch zijn broeder mat, dan is hij en leugenaar" (1 Joh. 4 : 20). Als er één tekst is in de Bijbel, die ons treft tot in het diepst van ons hart, dan is het wel deze. Wij hebben maar graag de mond vol van Gods liefde en tegelijk is ons hart vol van haat tegen de naaste. Johannes neemt geen blad voor de mond en noemt een zodanige levenshouding een leugen. Als hij hier spreekt over leugenaar, dan bedoelt hij dat in de meest ernstige zin van het woord: hij spreekt dan van iemand, van wie het innerlijk anders is dan het uiterlijk. Wie eerlijk is tegenover zichzelf moet belijden, dat telkens weer die huichelachtige schijn zijn of haar leven beheerst.

Wat brengen wij vaak weinig liefde op voor onze medemensen. Haat spreekt uit onze blik als we sommige mensen ontmoeten. Haat klinkt door in onze woorden als we hen aanspreken. We doen onze naasten verachting en smaad aan. We roddelen en belasteren. We verontschuldigen ons dan door te zeggen dat het toch maar waar is, en dat zo iemand, — de persoon waarover we dan spreken, — geen liefde verdiend heeft. Hij heeft het er zelf naar gemaakt.

Maar Johannes zegt, dat iemand, die zegt God hef te hebben en zijn broeder haat een leugenaar is. Als we zó met onze naasten omgaan moeten we maar niet teveel zeggen over onze liefde tot God. Want liefde tot God en haten van de naaste kan niet samengaan. Immers, wie God liefheeft heeft erkend, dat God hem eerst heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden tot een verzoening voor onze zonden. Als we deze liefde Gods in ons leven ervaren hebben en nog ervaren, dan is dat een voortdurende reden tot verootmoediging. Daar worden we Mein onder, want als er iets onverdiend is, dan is het wel dit, dat God ons liefheeft en zoveel voor ons overgehad heeft en dat Hij nog steeds zoveel geduld heeft. Gods liefde tot ons is genade, — is onverdiend. Maar daarom: als wij deze liefde ervaren en beantwoorden kunnen wij onze naasten niet haten. Als God ons zó heeft liefgehad behoren ook wij elkander lief te hebben. Als wij voor God van genade willen leven moeten wij van onze naaste niet eisen, dat hij onze liefde verdient. De bedoeling van Gods liefde, in Christus aan ons betoond, is dat wij van dag tot dag meer vernieuwd worden naar het evenbeeld van Christus. Want als ergens blijkt, dat wij het beeld Gods verloren zijn dan blijkt het wel uit onze houding tegenover de medemens. God wil dat Zijn beeld in ons hersteld wordt. Dat wil zeggen, er moet uit onze wandel weer iets te zien zijn van Gods eigenschappen, dus ook van Gods liefde, want God is liefde. Wij moeten onze naaste liefhebben ondanks dat hij het niet verdiend heeft. Dat vraagt een dagelijkse strijd. Maar op een heel ander front dan tot nu toe. Meestal is ons leven een dagelijkse strijd met allerlei mensen die onze levensweg kruisen. Het moet een strijd worden tegen de verkeerde gedachten en bewegingen van ons eigen hart. Het gaat erom de leugen uit ons leven te bannen. De waarheid moet er voor in de plaats komen. Het gaat erom, dat we de liefde van God tot ons en onze liefde tot God gestalte weten te geven in onze liefde tot de naaste. En dan gaat het er niet om, dat de naaste verandert, maar dat wij veranderen in ons diepste wezen. Het gaat erom, dat God ons Zijn Geest schenkt om ons te overtuigen van de leugenachtigheid van ons leven, — maar ook van het feit, — van het heilsfeit, — dat God ons heeft liefgehad toen Hij Zijn Zoon zond en overgaf tot een verzoening van onze zonden. En dan hebben we ook door de Geest de kracht om in God en in Zijn liefde te blijven en Gods hefde aan onze naaste te bewijzen.. Want de vrucht des Geestes is liefde.

Als wij nu ook stil willen staan bij wat Paulus noemt als de tweede vrucht van de Heilige Geest, dan mogen wij opmerken, dat de Bijbel telkens weer spreekt van blijdschap, zelfs van grote blijdschap. Wij horen van grote blijdschap rondom de grote heilsfeiten. Dat wijst ons meteen naar de oorzaak van die blijdschap. Grote blijdschap is er om de geboorte van Christus, — om Zijn opstanding, — om Zijn hemelvaart, — en om de prediking van het Evangelie als Zijn Geest is uitgestort (Luk. 2 : 10; Matth. 28 : 8; Luk. 24 : 52 en Hand. 8 : 8).

Telkens is er vreugde bij de mensen over wie de Bijbel spreekt. Als wij nagaan hoe vaak het woord blijdschap of een dergelijk woord als: vreugde, verheuging in het Nieuwe Testament voorkomt dan blijkt dat zo ongeveer 150 maal te zijn. Dat wil wat zeggen, als we even bedenken, dat het Nieuwe Testament een 300 bladzijden telt. Er staat dus op iedere twee bladzijden eenmaal 't woord blijdschap, vreugde, verheuging of iets dergelijks! Geen wonder: het gaat in de Bijbel immers om de Blijde Boodschap.

Maar deze uitkomst is voor ons wel wat beschamend. Waar is bij ons de blijdschap? Zijn wij wel echt bijbelse christenen? Hebben wij de boodschap, die de Bijbel brengt wel verstaan? Wij weten van de geboorte van Jezus Christus, van Zijn opstanding, van Zijn hemelvaart, — en de prediking van het Evangelie horen we telkens weer. Waarom is er dan bij ons geen jubel? Zijn wij bang om te juichen, vinden we dat soms te oppervlakkig? Laten we dan bedenken, dat echte blijdschap en echte vreugde nooit oppervlakkig zijn. De vreugde en de blijdschap behoren tot onze diepste gevoelens. Blijdschap woont in ons hart en anders is het geen blijdschap.

Maar hoe kan er nu blijdschap wonen in ons hart, zegt u? Wel, omdat God ons daar oorzaak voor geeft. De oorzaak van onze blijdschap is God Zelf en Zijn genade. Het Evangelie is de genadeboodschap en daarom de blijde boodschap. De heilsfeiten, — geboorte, opstanding, hemelvaart, — brengen blijdschap, want daarin betoonde God Zijn genade. En de prediking van het Evangelie kan niet anders dan grote blijdschap brengen.

Dat wij zo weinig van blijdschap weten is een slecht teken. Wie daar niet van weet gelooft niet en is niet bekeerd. Want geloven is geloven in Christus en zich bekeren is zich bekeren tot Christus, en in Hem is de blijdschap. Hij spreekt herhaaldelijk over Zijn blijdschap en Hij wil, dat Zijn blijdschap de onze wordt. Vandaar dan ook telkens weer de oproep in de prediking, — de prediking, die ons tot Christus brengen wil, — de oproep tot blijdschap. Verblijdt u ten allen tijde, zegt Paulus ergens. En zijn prediking geeft de oorzaak tot blijdschap, — Gods genade in Christus, — en ook de mogelijkheid tot blijdschap, — want hij noemt haar als vrucht van de werking van de Heilige Geest. Wie gelooft, — wie zich aan God, de Drieënige overgeeft, — die mag en moet blij zijn. God Zelf werkt de blijdschap in ons door de Heilige Geest op grond van Zijn genade in Christus.

De prediking van het Evangelie is een oproep. Een oproep tot bekering en geloof. Daarom ook een oproep tot de vreugde. Echte vreugde is geloofsblijdschap. Vreugde en blijdschap horen bij het geloof en het Koninkrijk Gods (Fil. 1 : 25 en Rom. 14 : 17). God roept ons tot geloof en bekering om ons nu te vervullen met blijdschap en om straks tot ons te kunnen zeggen: Ga in tot de vreugde uws Heerenl

Ik ga eindigen met een vraag. En nu vraag ik eens niet: bent u al bekeerd of gelooft u al? Ik vraag: Bent u al blij?

(Schalkwijk)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juli 1962

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juli 1962

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's