Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

Komt tot Jezus

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mattheus 11:27-30. Alle dingen zijn Mij overgegeven van Mijn Vader; en niemand kent de Zoon dan de Vader, noch iemand kent de Vader dan de Zoon, en die het de Zoon wil openbaren. Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. Neemt Mijn juk op u, en leert van Mij, dat Ik zachtmoedig hen en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen. Want Mijn juk is zacht, en Mijn last is licht".

Blijkens het tekstverband richt de Heere Jezus Zich in de eerste plaats tot Zijn hemelse Vader en daarna tot de schare. Eerst dankt Hij Zijn Vader voor Zijn openbaring aan de kinderen op grond van het eeuwig welbehagen. Dan gaat Hij Zichzelf bekend maken aan de schare door te wijzen op Zijn Vader. Maar zodra heeft de Heere Jezus gewezen op Zijn Vader die in de hemelen is, of Hij maakt de mensen attent op datgene wat de Vader aan Hem heeft gegeven.

De Zoon heeft alle dingen van de Vader ontvangen. Niets is er wat Hij niet heeft ontvangen. Maar, zo vragen wij aan elkaar, wat betekent dat, dat de Heere Jezus alle dingen van de Vader heeft ontvangen? Dat betekent, dat Hij alle kennis van God heeft, maar ook dat Hij alle macht heeft ontvangen.

De kennis, die de Zoon heeft ontvangen is de zaligmakende kennis, die Hij als Middelaar bekend maakt aan Zijn Kerk. En de macht van de Heere Jezus is de macht over de natuur, maar niet minder de macht om de zonde te vergeven.

Dat is van groot belang, dat de Zoon deze dingen'van de Vader heeft ontvangen. Hij heeft dit alles niet bij overlevering, zoals de Schriftgeleerden en de Farizeërs, maar Hij heeft dit rechtstreeks van Zijn Vader. Alleen de Vader kent de Zoon, en de Zoon kent de Vader. De Zoon weet alles van de Vader, omdat de Vader alles van de Zoon weet. Maar nu is het heerlijke van deze dingen, dat de Zoon dit niet voor Zichzelf houdt, maar het als Middelaar doorgeeft. Jezus Christus openbaart Zichzelf aan wie Hij wil. Dat wil zeggen, dat Hij Zich bekend maakt aan de kinderen, aan de eenvoudigen, naar Gods welbehagen.

Dringt het tot ons door, dat deze Zoon des Vaders ontzettend hoog boven ons mensen is verheven? Maar dat betekent toch niet, dat Hij niet met ons te doen wil hebben. Integendeel zelfs. Deze Christus, die waarachtig God is, wil ondanks Zijn grootheid te doen hebben met ons mensen. Daartoe nodigt Hij zelfs. Hij wil niet, dat de mensen bij Hem vandaan blijven, maar dat ze naar Hem toekomen. „Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven".

Dat is een grote meevaller, dat de Heere Jezus vermoeide en belaste mensen nodigt om hen rust te geven. Maar het feit, dat Hij vermoeiden en belasten nodigt is in het alledaagse leven tegelijk een grote tegenvaller.

Er zijn zoveel mensen, die de gedachte hebben, dat ze pas bij de Heere Jezus mogen komen, als zij weten, dat ze vermoeid en belast zijn. Maar dit is in het woord van de Heiland beslist niet te lezen.

Welke mensen bedoelt Christus als Hij zegt, dat de vermoeiden en belasten tot Hem moeten komen? Daarmee bedoelt Hij hen, die gebukt gingen onder hun godsdienstige plichten, die hen door de leidslieden van het Joodse volk waren opgelegd. De Schriftgeleerden riepen het volk Israël op om door stipte wetsbetrachting de zaligheid te verwerven. Maar dat maakte de mensen zo oneindig moe en belast. Zij hadden een juk te dragen, dat niet te dragen was, omdat het was het juk der zelfverlossing. Maar deze leer van zelfverlossing is zo volkomen in strijd met het werk van de Heere Jezus Christus. En daarom nodigt de Heiland de mensen om tot Hem te komen en van Hem de rust te ontvangen, waarbuiten niemand kan.

Maar, zo vragen wij dan verder, voor wie geldt dit woord van de Heiland dan in onze dagen? Voor precies dezelfden als in de dagen van Jezus. En dan gaan mijn gedachten naar hen, die overal zoeken behalve op de plaats waar het te vin­den is. Ik denk aan hen, die tobben en zuchten, maar die niet naar de Heere Jezus vragen, omdat ze zichzelf zalig willen maken. En dat zichzelf zalig willen, dat maakt de mens zo moe en zo afgetobd.

Dit gebeurt op zoveel manieren. Het gebeurt op een vrijzinnige, orthodoxe, maar ook wel op een humanistische wijze. De vrijzinnige zegt, zelf de gevolgen van zijn daden te willen dragen. De orthodoxe zegt, dat het allemaal maar niet zo gemakkelijk zal gaan. En de humanist zegt, dat het allemaal anders moet worden.

Komen we echter met dit alles iets verder? Neen, ten enenmale niets. Het maakt de mensen alleen maar onrustig, omdat het buiten Jezus Christus omgaat.

Vreemd is dit alles, als we er op letten, dat Jezus Christus temidden van al dit gepraat, onder ons staat en nodigt om tot Hem te komen. Door het allemaal zelf te willen, komen we geen stap verder. Door naar Jezus te gaan, ontvangen we de rust, die nodig is om welgetroost te leven en eenmaal zalig te sterven.

In wezen gaat iedere mens gebukt onder een juk. Dat was bij de Joden het juk der wet. Bij ons is het veelal het juk van eigen gerechtigheid. Samen is het niet anders dan het juk der zonde. De zonde drukt als een loden last en een ijzeren juk op de schouders van de mensheid. En van dit juk kan men zichzelf niet verlossen.

Dit is wel een grote moeilijkheid, omdat de rust die Jezus geeft, gepaard gaat met het opnemen van Zijn juk. Maar hoe kan nu een mens het juk des Heeren opnemen, als hij rond loopt met het juk der zonde?

Is het mogelijk om van het juk der zonde bevrijd te worden? Ja, maar dit kan alleen maar geschieden, als we naar Jezus gaan. We moeten naar Jezus toe en van Hem leren. En dat is niet anders dan het werk van de Heilige Geest.

Jezus geeft rust aan wie Zijn juk opneemt. Eerst is er sprake van een rust geven van de Heiland. En dan is er ten tweede sprake van een opnemen van het juk, waarin het genieten van de rust openbaar zal worden. Dat betekent heel concreet: God lief hebben boven alles en de naaste als onszelf.

Kan dit? Is dit mogelijk? Jezus zegt: „Leert van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart en gij zult rust vinden voor uw zielen". Jezus begint met geven. Dan vraagt Hij om Zijn juk op te nemen. Wie dat doet ontvangt de rust, omdat het juk van de Heiland niet zwaar is.

En waarom is het juk des Heeren niet zwaar? Omdat dit niet het juk der zonde is, maar het juk der dankbaarheid.

Komt daarom tot Jezus, die de rut u geeft.

(Klundert)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 september 1962

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 september 1962

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's