Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE DORDTSE LEERREGELS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE DORDTSE LEERREGELS

HOOFDSTUK III/IV, ARTIKEL, 17

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gelijk ook die almachtige werking Gods, waardoor Hij dit ons natuurlijk leven voortbrengt en onderhoudt, niet uitsluit, maar vereist, het gebruik der middelen, door welke God naar Zijn oneindige wijsheid en goedheid deze Zijn kracht heeft willen uitoefenen; alzo is het ook, dat de voormelde bovennatuurlijke werking Gods, waardoor Hij ons wederbaart, geenszins uitsluit noch omstoot het gebruik des Evangelies, hetwelk de wijze God tot een zaad der wedergeboorte en spijze der ziel verordineerd heeft. Daarom dan, gelijk de Apostelen en Leraars, die Hem zijn gevolgd, van deze genade Gods het volk Godszaliglijk hebben onderricht. Hem ter ere en tot nederdrukking van alle hoogmoed des mensen, en ondertussen nochtans niet hebben nagelaten hen door heilige vermaningen des Evangelies te houden onder de oefening des Woords, der sacramenten en kerkelijke tucht; alzo moet het ook nu verre vandaar zijn, dat diegenen, die anderen in de gemeente leren, of die geleerd worden, zich zouden vermeten God te verzoeken door het scheiden dier dingen, die God naar Zijn welbehagen heeft gewild, dat samengevoegd zouden blijven. Want door de vermaningen wordt de genade medegedeeld; en hoe vaardiger wij ons ambt doen, des te heerlijker vertoont zich ook de weldaad Gods, Die in ons werkt, en Zijn werk gaat dan allerbest voort. Welke God alleen toekomt, zo vanwege de middelen, als vanwege de zaligmakende vrucht en dracht daarvan, alle heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.

Wat God samengevoegd heeft

Wat heeft God samengevoegd? Ik zou zeggen: het naarstig horen van de prediking en het gebed om de Heilige Geest. De Luthersen zeiden het in hun tijd Hever anders. Zij oordeelden, dat God de kracht van de Heilige Geest en het Woord der prediking samengevoegd heeft, zodat het gepredikte woord altijd 'krachtdadig is. De ervaring bewijst slag op slag dat dit niet juist is. Vele malen komt het Woord Gods tot vele mensen zonder dat het deze krachtdadig verandert en vernieuwt. Waar blijft men met zijn leer, dat Woord en Geest een eenheid vormen en dat de kracht van de Heilige Geest in het Woord opgesloten zit?

Calvijn heeft tegen deze stelling, waardoor de Geest Gods hoe langer hoe minder geteld wordt en de prediker met zijn prediking al maar belangrijker wordt, stevig positie gekozen. Meenden dan de Luthersen, dat de prediking altijd krachtdadig werkt, omdat daarin altijd de volle kracht des Geestes tot prediker en hoorders komt? Dat konden zij niet denken, omdat zij zeer goed zagen, dat er veel onbekeerde hoorders en ook wel predikers waren. Als dan God niet meer heeft dan de prediking des Woords, waarin dan de Heilige Geest ingesloten is, zou het de Heere onmogelijk zijn deze mensen te bekeren, ook niet indien Hij dat zou willen. Dat is inderdaad de leer van velen in deze tijd. In de prediking is alles van de Heilige Geest meegegeven en als nu de hoorder deze prediking weerstaat, staat God verder machteloos. Al zou God iemand verkoren hebben ten eeuwigen leven, dat zit in deze leer, dan zou het Hem toch onmogelijk zijn deze uitverkorene daar te brengen, omdat Hem de middelen ontbreken. Ik ben blij, dat wij zo niet over God behoeven te denken. De Luthersen hebben echter de oplossing in deze richting gezocht. Met het Woord Gods, dus ook het gepredikte Woord Gods is alles gegeven. Maar de mens — zo leerden zij verder — heeft een vrije wil, waardoor hij alle kracht Gods kan verijdelen. In dit verband spreek ik toch liever van de onwederstandelijke genade, die de mens overwint, zo dikwijls het God behaagt. Met een krachteloze God kan ik niets beginnen.

Als het waar was, dat God Woord en Geest zo heeft samengevoegd, dat de Geest ingesloten zit in het Woord, zou de Geest aan de prediker of in 't algemeen aan de mens onderworpen zijn. Zo is het echter kennelijk niet. De dingen gaan niet naar des predikers doch naar Gods welbehagen. Het zou ook wel te betreuren zijn als wij van mensen afhingen en zeker ook als wij van onszelf afhingen. Wij zijn onbekwaam tot enig goed ook om het goede te willen, goed te bidden, goed te geloven of iets dergelijks. De prediker is niet de man, die met Woord en Geest werkt, maar God de Heilige Geest gebruikt prediking en prediker naarmate en wanneer het Hem behaagt. Dit betekent niet, dat men het Woord Gods ooit straffeloos kan weerstaan. De onmacht van de mens om zich onder het Woord te buigen is zijn schuld.

Alle de Schrift is van God ingegeven en het gepredikte Woord is Gods Woord. En toch is er een bijzondere bemoeienis van de Heere nodig om ons verstand te verlichten en ons hart te openen, anders blijven de deuren onzer ziel gesloten. Bavinck betoogt dat de prediking een Woord Gods is, dat van Godswege tot de mensen komt, door de Heilige Geest gesproken wordt en daarom ook altijd zijn werking doet.

„Maar desniettemin leren Schrift en ervaring, dat dat Woord Gods niet altijd dezelfde werking doet; efficax (krachtdadig) is het in zekere zin altijd, het is nooit krachteloos; indien het niet opheft, slaat het neer; indien het niet tot een opstanding is dan tot een val De vraag rijst dus, wanneer het Woord Gods in die zin efficax is, dat het tot geloof en bekering leidt." Dat gebeurt als het Woord in een weltoebereide aarde valt. Als de H. Geest geloof en bekering wil werken hoeft Hij aan het Woord niets toe te voegen. „Dat Woord is goed en wijs en heilig, een Woord Gods, een Woord van Christus, en de Heilige Geest neemt het uit Christus. Maar opdat het zaad des Woords goede vruchten drage, moet het in een weltoebereide aarde vallen. Ook de akker moet voor de ontvangst van het zaad worden gereed gemaakt. Deze subjectieve werkzaamheid des Heiligen Geestes moet dus bij het objectieve woord bij 'komen. Zij kan uit de aard der zaak niet in het Woord besloten zijn, zij is een andere een bijkomende, een subjectieve werkzaamheid, niet een werkzaamheid per verbum, maar cum verbo, een openen van het hart (Hand. 16 : 14), een inwendige openbaring (Matt. 11 : 25, 16 : 17; Gal. 1 : 16) een trekken tot Christus (Joh. 6 : 44), een verlichting des verstands (Ef. 1:18, Col. 1:9-11), een werken van het willen en het werken (Fil. 2 : 13)".

Hoewel nu de Geest Gods de eigenlijke werkmeester van de genade der wedergeboorte is en van het geloof en van alles, zo mogen wij toch de middelen van de werkmeester niet scheiden. Wie nat wil worden moet in de regen lopen en wie bekeerd wil worden moet het Woord horen en alle middelen gebruiken. Wij moeten ons in de weg stellen. Als wij horen of leren kan God zich bij ons voegen gelijk Filippus bij de Moorman. Daarom geldt: wat God samengevoegd heeft scheide de mens niet.

God nu heeft Woord en Geest samengevoegd. Wie de prediking zou verachten, omdat God alleen mensen kan bekeren, verzet zich tegen de ordinantie Gods. Dat is een waarschuwing, die heel wat mensen in onze tijd zich meer ter harte zouden moeten nemen. Soms zijn het mannen en vrouwen, die van hun eigen vroomheid sterk overtuigd zijn en die toch te weinig op Gods ordinantie letten, dat Hij nl. de prediking van Zijn Woord heeft ingesteld. Calvijn schrijft:

God had ook wel aan slapenden het geloof kunnen inblazen zonder de dienst van mensen. Maar Hij heeft anders besloten nl., dat het geloof uit het gehoor geboren zou worden. Het is niet te ontkennen, dat God ook zonder de prediking zalig had kunnen maken. Het gaat er hier echter niet om wat God kan, doch om wat Hij heeft bepaald. Wij weten niets van de Heere, wij hebben geen verstaanbaar contact met Hem, buiten het Woord om. Ze zeggen wel eens: de letter is dood. Dat staat er alvast niet. De Bijbel zegt: de letter doodt. Wat is echter de letter? Dat is een prediking van de Wet, die van Christus af ziet. „Belangende nu, dat ze met spotternij ons nageven, dat wij op de dode letter staan, daarin zien wij de straf, die zijn dragen vanwege de verachting, die zij de schriftuur aandoen. Want het is genoeg bekend, dat Paulus al daar disputeert tegen de valse apostelen, dewelke de Wet zonder Christus aanprijzende, 't volk aftrokken van de weldaad en het voordeel des nieuwen verbonds, waardoor God belooft, dat Hij Zijn Wet in de ingewanden der gelovigen ingraven en in hun harten inschrijven zou. Zo is dan de Wet des Heeren een dode letter en zij doodt degenen die dezelve lezen, wanneer zij van de genade van Christus wordt afgescheurd, en zonder het hart te raken alleen in de oren klinkt en geluid maakt. Maar indien zij door de Geest krachtig in de harten ingedrukt wordt en Christus vertoont, zo is zij een woord des levens bekerende de zielen, gevende de eenvoudige wijsheid. Ja de apostel noemt in dezelfde plaats zijn prediking een dienst des Geestes: gevende daarmee te verstaan, dat de Heilige Geest alzo kleeft aan Zijn waarheid, die Hij in de Schriftuur heeft uitgedrukt, dat Hij alleen dan Zijn kracht voortbrengt en uitvoert, als het Woord Zijn bekoorlijke eerbied en aanzien ontvangt". (Inst. I, 9, 3) Dus grote eerbied voor de prediking. Houdt ze in waarde. De Catechismus wordt in deze winter hoog geprezen. Soms moet ik den'ken aan het doden der profeten en het versieren van hun graven. Doch dit is gelukkig niet waar voor allen. Wel is er het gevaar, dat we de Catechismus hartelijk prijzen, maar niet doen, wat hij zegt b.v. dat ieder in gehoorzaamheid aan Gods gebod tot de gemeente Gods naarstig komt, ook door de week. Het is een gebod. Maar ook: in de onderhouding van Gods geboden is groten loon. Er wordt veel geklaagd over lauwheid in het geloofsleven. Zou één van de oorzaken daarvan niet zijn, dat er een lauwheid is in het gebruik of het rechte gebruik der middelen. Er wordt veel geleerd, maar weinig uit de Catechismus. Er worden heel veel boeken gelezen, maar wordt Gods Woord ook gelezen? Van God zijn alle dingen, maar wij mogen deze waarheid niet scheiden van het rechte gebruik der middelen, die God geboden heeft.

„Alzo moet het ook nu verre vandaar zijn, dat degenen, die anderen in de gemeente leren, of die geleerd worden, zich zouden vermeten God te verzoeken, door het scheiden van die dingen, die God naar Zijn welbehagen heeft gewild, dat samengevoegd zoude blijven''

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 februari 1963

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

DE DORDTSE LEERREGELS

Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 februari 1963

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's