Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

KRUIS EN PARADIJS

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Heere, gedenk mijner, als Gij in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn. En Jezus zeide tot hem: Voorwaar zeg Ik u, heden zult gij met Mij in het paradijs zijn. Lukas 23: 42, 43.

Het kruis van Christus is de breuklijn midden in de verloren werkelijkheid. Aan de ene kant zinkt een moordenaar spottend weg in het eeuwig verderf; aan de andere kant wordt biddend de weg gevonden naar het paradijs. Zo is het immers altijd met de 'genade: val en opstanding, behoud en ergernis. Bij de ene moordenaar gaan de ogen open voor de eigen schuld en voor de volkomenheid van Christus. Hij klaagt zichzelf aan en pleit Christus vrij. Het is in het lijdensevangelie zo merkwaardig, dat de randfiguren het meeste van het geheimenis van Christus zien. Ik denk dan aan deze moordenaar en aan de vrouw van Pilatus, die sprak over „deze Rechtvaardige". En ook aan de hoofdman over honderd, die in Hem de Zoon van God ontdekt. De mensen, die officieel bedreven waren in de Schrift en in de wet waren er volslagen blind voor en achtten het zelfs een godslastering. Hoe bezwaarlijk zullen de rijken, ook degenen, die rijk zijn in theologische kennis, ingaan in het Koninkrijk Gods.

In de uiterste nood ligt er maar een weg open; die wordt bewandeld in de roep om genade: Heere: gedenk mijner als Gij in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn. Gedenk mijner: ik ga mijn ondergang tegemoet, dat is onontkoombaar en welverdiend, maar als ik een plaats mag hebben in uw aandacht ben ik behouden. Als Jezus ons gedenkt betekent dat, dat Hij ons nooit vergeet, dat wij in alle smaad en ellende mogen weten: ik ben wei ellendig en nooddruftig, maar de Heere denkt aan mij. Als het goed met ons is komt ons hele zoeken en tasten samen in deze ene vraag: gedenk mijner. Dat is de smeking van een mens, die niets heeft aan te bieden en daarom alles verwacht van zijn Heiland en Zaligmaker. De moordenaar weet: Jezus gaat Zijn Koninkrijk binnen, het kruis is zijn verhoging. Wij kunnen vragen: hoe weet die moordenaar dat? Naast hem hangt tóch een leegbloedende Christus, die ach met hem in hetzelfde oordeel bevindt? Dat is nu juist het geloof. Dat ziet de schande en het gelooft de eer, het ondergaat de nederlaag en het gelooft de overwinning. Het heeft niets in handen en is toch van alles zeker. Het ziet de zonde, levensgroot, en het gelooft in de vergeving der zonden. Door het geloof dringt deze moordenaar als het ware door het kruis heen naar het Koninkrijk.

Hoe komt dat? Wie zal ooit die vraag beantwoorden. Als u het in uw zondig leven niet meer uit kunt houden, als u op uw knieën komt en uw schuld voor God belijdt, waar komt dat dan vandaan? Toch niet hieruit, dat u het uit uzelf over een andere boeg gaat gooien? Als u in wanhopige ellende u Hem in de armen werpt op hope tegen hope, wat is dat dan anders dan de openbaring van het Koninkrijk van Christus midden in de verlorenheid? Het komt aan de dag, dat het kruis, een kale stam, toch de boom des levens is en overvloedig vruchten draagt. Het is de kracht van Christus' liefde waardoor het hart van een zondig mens versmelt en een spotter een belijder wordt.

Het gaat niet allereerst om die moordenaar is een interessant voorbeeld van een sterfbedbekering. Het gaat trouwens niet om de moordenaarsgenade, maar om het moordenaarsgeloof. Tot dat moordenaarsgeloof wil Christus alle verloren zondaars nodigen. De bekering van de moordenaar is geen incident in de kruisgang, dat eventueel ook achterwege had kunnen blijven. Het moest gebeuren, opdat iedere verlorene zou weten, dat het kruis alleen de poort is tot het paradijs. Zo staat het 'kruis hoog opgericht als de troost voor allen, die in hetzelfde oordeel zijn, opdat zij er niet aan zouden twijfelen, dat Christus niet tevergeefs met de misdadigers is gerekend. Heden zult gij met Mij in het paradijs Zijn. Met Mij: dat is de hoofdzaak. Waar Christus is daar is het paradijs en er buiten Hem wordt het tevergeefs gezocht. Waar gaat het dan heen als het naar het paradijs gaat? Naar de schande, naar de dood. Het paradijs is niet de.opheffing van de ellende. Dat had de andere moordenaar gewild en dat willen het kruis blijft even hard. Maar er staat iets anders .achter: dat is het leven in zijn oorspronkelijke glorie Door de ondergang heen vernieuwt de Heere het leven van de Zijnen tot wat Hij er m de aanvang mee bedoelde.

Heden, zegt de Heere Jezus: de dag van uw dood is de dag van het nieuwe begin. Als ze u straks de benen breken, omdat ze zeggen: het moet nu maar eens afgelopen zijn, want anders is het straks paasfeest en dan leeft die man nog steeds, dan ben Ik voor u uit het leven ingegaan en Ik ontsluit voor u het paradijs. Dat bekrachtigt Jezus met Zijn Amen: voorwaar zeg Ik u. Dat is het geloof van Christus, die alle tekenen van zijn waardigheid verloren is, maar juist daarin weet van de belofte van het Woord en in de volmacht van het naakte Woord Zijn Amen spreekt. Hij is daarin zijn broederen in alles gelijk geworden, dat Hij op de kale rotsen van het Woord geworpen werd, opdat de Zijnen uit datzelfde Woord alles zouden putten,

Daar wordt deze moordenaar dan ook aanstonds in geoefend. Zijn kruis wordt niet weggenomen, hij krijgt er zelfs een nieuw kruis bij. Want er bestaat geen levend geloof zonder bestrijding. Straks zegt Jezus: waarom, waarom hebt gij Mij verlaten? Het is zo vaak Amen en voorwaar, licht en duisternis. Het gaat door de aanvechting heen, opdat een mens alleen het „voorwaar" van Christus zou overhouden. Want er is geen andere weg naar het paradijs dan die waarin een arme zondaar zich vastklampt aan de belofte Gods alleen. Jezus heeft „waarom" geroepen, opdat het „Voorwaar" van zijn belofte des te dieper in het hart van de Zijnen zou worden ingegrift.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 april 1963

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 april 1963

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's