Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PINKSTERWERK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PINKSTERWERK

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

En de Heer deed dagelijks tot de gemeente, die zalig werden. Handelingen 2:47 b

Op Pinksteren werd ons gepredikt, dat de Geest naar de aarde toegekomen is. Zij werden allen vervuld met de Heilige Geest. Deze Geest is gekomen met een speciale bedoeling. De Geest kwam om hier op aarde te werken, voor de Heere Jezus te werken. De Heiland zelf is van de aarde weggegaan naar de hemel. Hij had Zijn werk als Middelaar Gods en der mensen hier op aarde klaar. Aan het kruis heeft Hij dit Zelf verkondigd, openlijk gepubliceerd, in één van Zijn kruiswoorden. Het is volbracht. De Vader heeft dit kruis-woord van een onderschrift voorzien op Pasen, toen Hij de gevangenis-deuren opende en de Zoon deze plaats verlaten kon. Hij had de straf uitgezeten. Inderdaad, alles is volbracht. Paas-leven heeft de Borg en Middelaar aan het licht gebracht.

Daarom keerde Hij terug naar de hemel, waar Hij voor Zijn Vader verscheen met de littekenen van Zijn volbrachte werk als eeuwig geldend bewijs in hemel en op aarde, dat alle gerechtigheid is vervuld, dat verzoening is gewrocht, dat vergeving is bereid, dat een eeuwige verlossing is tot stand gebracht. Alles, maar dan ook alles, is gedaan. De toegang naar het verloren Paradijs is daadwerkelijk geopend. Het voorhang scheurde, het binnenste heiligdom kwam open en bloot te liggen. We mogen toegaan, met vrijmoedigheid toegaan, opdat we genade zullen viaden en geholpen worden ter bekwamer tijd. Dit alles heeft de Heere Jezus klaar gemaakt. Dit alles ligt voor zondaren klaar in Hem. Wie in de Zoon gelooft, heeft al deze schatten des heils, heeft het eeuwige leven, het Paas-leven, dat de Verzoener en Behouder heeft aan het licht gebracht om het uit te delen aan mensen, die midden in de dood liggen. En hiervoor komt nu de Geest werken om ons mensen, die er van nature helemaal buiten staan, er zelfs van onszelf geen belang bij hebben, tot dit geloof te brengen, om ons over te zetten uit de dood, waarin we door onze zondigheid ver^keren in dit leven, in de Heere Jezus, de Verzoener en Zaligmaker, die het leven is, die het leven heeft en die het leven geeft.

Wat een zwaar werk heeft de Geest hier op aarde te doen. De Geest vindt hier ons mensen bezig in ons eigen leven, in ons werk, in onze belangen en verlangens, in onze gebondenheid aan deze wereld en al haar begeerlijkheden, in onze lusten en begeerten, die gericht zijn op de verzadiging van ons vlees. Want van onszelf doen we niet anders dan ons leven vullen met de aarde, met de dingen van deze wereld, met de zonde, hoe godsdienstig ons leven ook gekleurd mag zijn. We houden erg veel van wat we hier vinden, van wat onze geest streelt, van wat deze wereld aan genoegens en vermaak heeft te bieden. En intussen hebben we er geen erg in in wat voor dodelijk gevaar wij verkeren. Een geest van verblinding houdt ons bevangen. We leven maar door, terwijl we de prediking aanhoren en van Godswege indringend gewaarschuwd worden. Terwijl we telkens opnieuw worden aangeraden en hartelijk uitgenodigd om dit leven, ons zonde-leven, op te geven en in de Heere Jezus behoud te zoeken, vergeving en verlossing. Aan bekering doen we niet, al horen we het woord nog zo vaak aan en al weten we nog zo precies wat er gebeuren moet. Maar zin hebben we er niet in en bezig zijn we er niet mee, want onszelf opgeven, ons zonde-leven verliezen, dat willen we niet. Zo gaan wij door op onze eigen weg en als het aan ons zou liggen, bleven we in dit leven, waardoor we ons alleen maar klaar maken voor de eeuwige dood, voor de veroordeling in het laatste gericht. Wat zijn we toch domme eigenzinnige mensen.

Waarom kiest gij, o verdwaasde, voor het leven de dood? In deze toestand treft de Geest van Pinksteren ons aan. Wat een zware arbeid is het om mensen zoals wij van nature zijn tot andere ge­dachten en gevoelens, tot bekering te brengen, tot een breken met dit leven, tot boetvaardigheid over ons zo doen en laten, tot overgave aan de Heere Jezus te brengen, opdat we in Hem het leven zullen zoeken en mogen vinden. Van ons mensen uit bekeken lijkt dit een onbegonnen werk. Want wie is er aan toe, wie voelt er voor, wie heeft er zin in?

Dit is het Pinksterwerk van de Geest om zo bezig te zijn tot behoud van zondige mensen. Wat een liefde heeft de Geest om Zich hieraan te geven. Wat een trouw om zo door te zetten verdragende alle tegenspreken en tegenkanting en dwarsigheid en onwilligheid. Wat een diepe genegenheid is er in het hart van God om dit alles voor en in zondaren te doen. Wie zal ooit bij benadering aan kunnen geven hoe heerlijk God is in wat Hij voor ons zondige mensen over heeft! Wat een wonder toch dat de Heere hier aan werken wil. Daar begeeft de Geest Zich naar ons mensen toe om hen toe te brengen tot de gemeente van Jezus Christus, tot het heil van deze Zaligmaker.

Het lijkt een onbegonnen werk. Want de Geest vindt ons in onze onwilligheid en belangeloosheid, in onze gebondenheid aan onszelf, onze driften en hartstochten, in onze menselijke godsdienstigheid, midden in de dood. Wat zijn we er toch ongelukkig aan toe. Want erger kan niet dan zo te leven, zo zouder God hier op aarde te zijn, zonder de Zaligmaker, buiten de hemel. Hiervan komt deze Geest overtuigen, opdat we deze ongelukkige toestand in zullen leven. Het Pinkster-verhaal vertelt van dit Pinksterwerk, de prediking van Petrus werd zo door de Geest in het hart gebracht, dat mensen verslagen werden, gewond werden, van hun nood en dood overtuigd werden, zodat er een andere beweging in hun hart kwam, een andere begeerte, zodat ze begonnen te vragen, wat moeten we hier tooh aan doen?

De Geest komt Zijn werk doen in harten van mensen. Hij komt voor de Heere Jezus werken, de Verzoener en Behouder, die alles gedaan heeft tot onze verlossing. Hij komt plaats maken voor deze Zaligmaker, behoefte wekken aan de Behouder, Hij komt het hart klaar maken om in Hem in te gaan. Hij spreekt door de prediking van de Heere Jezus en Zijn werk. De Pinkster-prediking is van de Heiland vervuld, die Zijn leven gegeven heeft om ons uit de dood te verlossen. In Hem is alleen het leven, ons behoud, een eeuwige zaligheid. Daar werkt de Geest aan om ons hiertoe te bewegen, opdat we onszelf, eigen leven, eigen godsdienst, eigen vroomheid, op zullen geven en in Hem in zullen gaan. Want deze weg ligt open, het mag, de Heere Jezus wil zondaren hebben, aan ondeugende onwaardige zondaren alles geven. Hiervan overtuigt de Geest door alle bezwaren weg te nemen, van angsten te verlossen, in moedeloosheid, omdat we het zo diep verzondigd hebben, op te beuren en zo vrijmoedigheid te schenken om in te gaan in de Heere Jezus, opdat we in Hem alles zullen vinden tot onze verzoening, tot vergeving, tot heil en zaligheid, opdat we ons helemaal aan Hem kwijt zullen worden met al onze zondigheid en schuld en ellendigheid en zo vrede zullen vinden, zaligheid deelachtig zullen zijn. Hieraan werkt de Geest om toe te brengen tot de gemeente, tot het leven in Christus, tot de zaligheid in de Borg en Middelaar, opdat we zo in Hem van al de last van zonden en plagen verlost zullen zijn en genieten mogen van die zalige gemeenschap met God.

Pinksterwerk is het om toe te doen tot de gemeente, die zalig worden. Daar staat letterlijk de zalig-wordenden, de gered-wordenden. Hier op aarde is hun heil nog maar ten dele. Wie gelooft in de Heere Jezus, is hiermee nog niet in de hemel. We zijn nog op aarde, we merken het ook nog elke dag. We hebben nog genoeg te stellen met de zonde, met ons hart, dat nog zo dikwijls naar deze wereld verlangt. We zijn nog lang niet aan de volmaaktheid van het opgaan in de Heere en het dienen van Hem toe. Maar de Geest blijft Zijn werk doen. Hij onderhoudt het geloof en sterkt in de stiljd met de vijanden, die het nog niet opgeven. Bemoedigt en vertroost de gelovigen in aUes wat zij meemaken en bevestigt het in hun hart, dat zij van de Heere Jezus zijn. Blijft hen verkwikken onderweg, waar het nog zo moeilijk kan zijn en waar we allerlei inzinkingen meemaken. De Geest doet Zijn werk als de Zaak-waamemer van de Heiland door in het hart het te verzegelen, dat zij kinderen Gods zijn, van de hemelse Vader, die hen liefheeft en trouw blijft, beschermt en bij de verkregen verlossing bewaart. Zo houdt de Geest de gelovigen op gang en voert hen heen naar de volkomen zaligheid.

De Heere deed dagelijks toe. Eigenlijk lezen we liever over dit woordje dagelijks heen. Kan dit? Is dit niet te ruim gedacht? Worden er zo niet te veel zalig? Daar zijn we heel niet aan gewend, we vinden het iets bijzonders, wanneer er iemand toegebracht wordt. En is dit dagelijks werk? Het Pinkster-verhaal spreekt er van. Hoe komt het dan, dat we hiervan nu zo weinig merken? Calvijn merkt in dit verband op, dat het aan onze luiheid en bedorvenheid ligt. Wat moest er een hartelijk verlangen zijn en indringend smeken om dit werk van de Geest, dit dagelijkse werk.

Wat fijn dat we het verwachten mogen, dat we in onze geesteloze situatie, in onze belangeloze tijd, in de dorheid en de dodigheid in het midden van de gemeente, hierop ons vertrouwen mogen stellen en dit met vrijmoedigheid mogen vragen, dat de Geest voort moge gaan met Zijn Pinksterwerk, met Zijn dagelijks werk om zondaren toe te brengen tot de gemeente, tot de Heere Jezus, de Zaligmaker, in wie alle heil en leven is voor hen, die van zichzelf midden in de dood liggen!

(Barneveld)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juni 1963

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

PINKSTERWERK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juni 1963

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's