Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE PREDIKING VAN CALVIJN VOOR ONZE TIJD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE PREDIKING VAN CALVIJN VOOR ONZE TIJD

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

II

De prediking des Woords.

Nauw hiermee verbonden is ongetwijfeld de waardering van de prediking des Woords bij Calvijn. De hervormer legt er bizonder nadruk op dat het geloof door middel van de prediking gewerkt wordt.

„De bedoeling van heel de evangelische dienst is, dat ons, die van God, de bron aller gelukzaligheid, door de zonde gescheiden zijn en daarom verloren, Christus worde meegedeeld ; zodat wij het eeuwige leven uit Hem putten en eindelijk alle hemelse schatten aldus ons worden toegepast, dat zij niet minder van ons dan van Christus zijn, die ons roept tot Zijn Koninkrijk en heerlijkheid". Wie zich zo uitdrukt kan de prediking niet beschouwen als bijzaak. Gods orde is de orde der prediking. „In de prediking des Woords hebben wij een zeker teken, dat Hij ons niet verlaten heeft. Hij spreekt hardop in elke dienst des Woords. De stem van Christus is dan hoorbaar. Hij richt Zijn koninklijke troon onder ons op. 't Is of Hij persoonlijk uit de hemel tot ons is neergedaald en van aangezicht tot aangezicht ons verschijnt. Het eigen aangezicht Gods straalt ons nu tegen. Hij : strekt Zijn handen naar ons uit. Hij reikt Zijn schepter ons toe. Daarom is het een bizonder bewijs van Gods gunst, als we de prediking van Gods Woord mogen horen. Dit was reeds het geval onder het oude verbond. Maar voor de prediking onder het nieuwe verbond geldt dit nog zoveel sterker. De mond van de prediker is als de mond van Christus. Zijn tong is als de tong van Christus. God beweegt daarin hemel en aarde. Hij formeert dan een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Ja, wanneer het evangelie gepredikt wordt, begint tegelijk met de stem van de prediker het heilig bloed van Chrisitus te droppelen. Want het is de altijd doorgaande inwijding van de weg tot God, dat voor het aangezicht des Vaders steeds om zo te zeggen het bloed van Christus droppelt tot besprenging van hemel en aarde.

De prediker moet zich daarom ten volle van zijn verantwoordelijkheid bewust zijn. Hij moet zelf eten van het brood des levens, dat hij anderen aanprijst. Het werk der bediening moet in het geloof verricht worden. Calvijn drukt het zelfs zo kras uit dat zij, die door de Geest niet wedergeboren zijn, een dode prediking hebben. Daarom moet er niet alleen een uiterlijke, maar ook een innerlijke roeping tot het ambt zijn.

Voor de gemeente ligt hier ook een ernstige plicht. De samenkomst der gemeente mag niet worden verzuimd. Want de Koning der Kerk wil Zijn gemeente door het Woord en speciaal door de prediking van het Woord onderwezen hebben. Ketterijen en verfoeilijke dwaasheden sluipen juist binnen, doordat de openbare samenkomsten versmaad worden. 

Als iemand zich daarom tegen de predikinig verzet, is hij als een rebel, die Christus de schepter uit handen rukt? Hun dwaze aanmatiging maakt ze tot doodvijanden van het volk Gods, ze keren de orde Gods om; ze roeien de waarheid Gods uit; ze blussen de Geest uit, ze snijdende zenuwen in 't lichaam van Christus door, ze scheiden zich af van Zijn lichaam, zij verklaren oorlog aan God, zij verloochenen hun eeuwig heil. Zonder de prediking van 't Woord is er niet anders dan verderf. Die zich boven de prediking stelt en haar niet zoekt, moet als een ongelovige en verlater van de godsdienst beschouwd, hij laat zich door de duivel regeren; de Heere geeft hem over aan een verkeerde zin, levert hem aan satan over. En deze verleidt hem door zijn listen en lagen. Daarentegen is de kerkgang een teken waardoor wij tot zelfs door de engelen erkend worden als Gods kinderen".

Het behoeft geen betoog, dat Calvijn een prediking bedoelt, die in alle delen bediening des Woords is. Gebonden aan het Woord, geput uit het Woord, overeenkomstig het Woord. Fel bestrijdt hij iedere prediking, die afwijikt van het klare getuigenis der Schrift. Niets mag de gemeente onthouden worden van wat God ons in Zijn Woord heeft geopenbaard en al de raad Gods moet worden verkondigd.

Calvijn erkent wel, dat wij niet in eens alle dingen kunnen mededelen, zo schrijft hij zelf bij zijn uitleg van Handelingen 20 : 20, maar dat wij het beleid van Paulus moeten navolgen, die zich geschikt heeft naar hun geringe bevatting. Anderzijds gaat hij echter  voor met te zeggen : maar wat moet dat voor een voorzichtigheid heten, waar zij de blinden maar in de gracht laat lopen, en de ongelukkige zielen onder de heerschappij van de antichrist laten en maar toezien dat de afgoderij bloeit, de dienst des Heeren verdorven, de wet verkracht, k ortom al wat heilig is wordt geschonden; of waar zij zo schandlijke ontaarding stilzwijgend voorbijgaan of slechts oppervlakkig en onduidelijk bestraffen ? Wij moeten dus op bet woord van Paulus merken, waar hij ontkent, dat hij iets achtergehouden heeft van hetgeen nuttig was, dat hij het volk niet zou verkondigd hebben ; want hieruit besluiten wij, dat er van de dienaren van Christus een zuivere en volkomene voorstelling van de gezonde leer geëist wordt, zodat er niets onoprechts in is en dat niets hun minder past, dan verdraaide voorstellingen, die op listige wijze een loochening in zich sluiten.

Wanneer deze ernstige woorden van Calvijn eens door alle predikers en gemeenten, ja door ons gehele volk ter harte werden genomen ! Het legt alle predikers de roeping op, zich te onderzoeken of ze zich persoonlijk en bij hun ambtswerk laten leiden door Gods Woord en Geest en of ze getrouw zijn in het onderzoeken der Schriften om de gezonde leer te verstaan en de dwalingen te onderkennen en te bestraffen.

Wat Calvijn op grond van de Schrift zegt spoort aan de prediking voor Gods aangezicht voor te bereiden en uit te dragen. Terwijl de gemeente geroepen wordt trouw op te gaan onder de bediening des Woords en der sacramenten om door dat Woord zich te laten onderrichten. Het is meer dan nodig de hoge betekenis van de prediking in onze tijd te onderstrepen.

We kennen wel de enorme gevaren, die hier dreigen. Er is op vele plaatsen een grote achteruitgang in het kerkbezoek. Er zijn er die zeggen : zonder dat kerkbezoek kan het óók wel. Weer anderen dringen de prediking in de samenkomst der gemeente meer en meer terug. Allerlei andere handelingen moeten dan de prediking geheel of gedeeltelijk vervangen. Gesproken wordt over devaluatie van het Woord, en devaluatie van het horen. We willen wat zien ...

Maar onomstotelijk vast staat het in het Woord des Heeren : Zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord Gods. Daarbij hebben wij van dat Woord Gods niets achter te houden, maar al de raad Gods uit te dragen en te horen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 1963

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

DE PREDIKING VAN CALVIJN VOOR ONZE TIJD

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 1963

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's