Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zal ik een televisietoestel kopen?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zal ik een televisietoestel kopen?

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tegenwoordig wordt deze vraag nogal eens gesteld. Het aantal geregistreerde toestellen stijgt nog voortdurend. Hieruit blijkt, dat deze vraag meermalen met ja wordt beantwoord. Dat deze vraag ook meermalen met neen wordt beantwoord, springt uiteraard minder in het oog. Het is in elk geval goed zich in deze tijd op deze vraag te bezinnen. Ook ten dezen geldt het oud-Hollandse spreekwoord: „Bezint eer gij begint".

Uit de in vorige artikelen weergegeven resultaten van verschillende onderzoekingen is wel gebleken, dat er aan het bezit van een televisietoestel nog wel een en ander vast zit. Ook daarom is bezinning niet overbodig.

Hoe u deze vraag moet beantwoorden? Dat zal ik u niet vertellen, dat moet u zelf weten. Echter wil ik wèl zo een en ander over de hier liggende vragen te berde brengen.

Vooreerst is er een belangrijke som gelds voor nodig. Hebt u deze en bent u niet van mening, dat u deze op een betere wijze zou kunnen besteden? Of koopt u op afbetaling en acht u het verantwoord, dat u zich voor deze luxe in de schulden steekt?

Dit zijn zo een paar voorafgaande vragen. 

Hierover zouden we al een kleine verhandeling kunnen schrijven, maar dat ligt niet in ons voornemen.

We beginnen met voorop te stellen, dat er geen bezwaren kunnen bestaan tegen het televisietoestel op zichzelf genomen, evenmin als dat men bezwaren kan hebben tegen de spoorwegen of tegen de telefoon of de telegraaf. Dit zijn alle resultaten der natuurwetenschap, die heeft doen ontdekken welke gaven en eigenschappen God in de scheppinggelegd heeft.

Wel kunnen er uiteraard bezwaren bestaan tegen de wijze waarop het instrument gebruikt wordt of de doeleinden, waarvoor het gebruikt wordt. Aan de hand daarvan zal men moeten beslissen of men het al of niet aanvaardbaar vindt.

Gebleken is, dat het journaal bij de televisie de meeste belangstelling trekt. Dit is ook wel te, begrijpen, want hier is men tegenwoordig bij alle belangrijke gebeurtenissen in de wereld. Ik behoef slechts te herinneren aan de moord op President Kennedy, welke men zeldzaam spoedig kon vernemen op het scherm. Men kon zijn begrafenis bijwonen en zien op een wijze, als slechts weinig begrafenisgangers ten deel kon vallen. Wat er ook gebeurt in de wereld, het televisiescherm toont het u en geeft weer de uitspraken van hooggeplaatste personen met de vertaling in het nederlands er bij.

Zeer veel belangstelling trekken ook de uitzendingen over de dieren- en plantenwereld. Het doen en laten van dieren en vogels heeft men weten te fotograferen en deze beelden zijn vaak zeer belangwekkend en bewonderenswaardig. Tot dezelfde categorie behoren uitzendingen uit dierentuinen en dergelijke.

Ook beschrijvingen en beelden van vreemde en verre landen trekken de aandacht; geen wonder. Waar men in vroeger tijden kostbare en moeilijke reizen moest afleggen om iets hiervan te zien, kan men thans in een luie stoel zonder moeite hetzelfde zien. Was vroeger de tam-tam der negers in Afrika voor de meesten slechts een woord, was deze daarna voor enkelen op een grammofoonplaat te beluisteren, thans kan ieder deze zien en horen via de televisie.

Actuele vraagstukken worden gepresenteerd door deskundige sprekers, die hierover ondervraagd worden. Wel is kritische zin hierbij vereist, want de vragensteller tracht wel eens wat accenten zó te leggen, dat een bepaalde mening gaat postvatten. De resultaten bewijzen echter, dat het publiek zich niet alles op de mouw laat spelden. Ik geloof, dat de bekende uitzendingen over ƒ 85.— schoon niet zeer aan hun doel hebben beantwoord.

Ofschoon dit alles nog vrij onschuldig is, rijst toch de vraag of er hier geen gevaren liggen van massificatie, d.w.z. dat de gehele bevolking eenzelfde mening wordt aangepraat. Hiertegenover kan gesteld worden, dat dank zij ons radio- en televisiebestel, verschillende meningen tot hun recht kunnen komen.

Zo deed het mij deugd enige tijd geleden bij gesprekken over de doodstraf de bijbelse opvatting hierover door een van onze predikanten te horen verdedigen.

Moeilijkheden beginnen echter naar voren te komen bij de toneelspelen.

In het verleden heeft men in onze kring nogal wat bezwaren hiertegen gehad en deze leven nóg wel. Het is jammer, dat deze m.i. nog te weinig bezien zijn. Wat is eigenlijk een toneelstuk? Het is een gesprek tussen verschillende personen, die ten doel hebben een geschiedenis weer te geven, waarin karakters van personen worden geschetst, vraagstukken en moeilijkheden worden gepresenteerd en bepaalde oplossingen worden gegeven.

Laat ik beginnen weer te geven, wat drs. Goedhart er over schrijft in zijn boek „Christendom en Cultuur". Tussen haakjes: ieder onder ons, die een televisietoestel wil kopen, moet eens beginnen met dit boek te kopen en te lezen!

Het toneel.

Over het toneel zullen we kort zijn. De gevoelens der gereformeerden lopen hierover vrij sterk uiteen. Voetius veroordeelde het toneel zeer, scherp, Calvijn was gematigd in zijn oordeel en Beza schreef zelf in dit genre. Er is een literatuur opgebloeid, die uit onze cultuur niet meer is weg te denken (Shakespeare, Goethe, enz.). In enkele korte bewoordingen wordt soms een levenswijsheid ten beste gegeven, die niet nalaat diepe indruk te maken. Het is echter iets anders principieel over het toneel te spreken dan het toneel, zoals het zich nu aan ons voordoet, te behandelen. Er is veel in de huidige toneelkunst, wat niet ter ere Gods kan zijn. Al wat tegen Gods Woord strijdt, zal voor een christen, die de Heere liefheeft, contrabande zijn. Overigens kan men van een toneelstuk, dat niets bevat strijdig met Gods eer en wet, de opmerking van Calvijn gelden, dat men het volk niet alle vermaak kan ontzeggen, al zal de christen er zeker geen levensbehoefte in zien de schouwburg te bezoeken.

Tot zover drs. Goedhart.

Hier wordt een probleem aangesneden, wat ik niet tot een bevredigende oplossing kan brengen. Dr. Kuyper voerde als bezwaar aan, dat de toneelspeler zich teveel met de uit te beelden persoon zou vereenzelvigen en zo aan zijn eigen persoonlijkheid zou te kort doen. Ik wil niet ontkennen, dat dit gevaar bestaat, maar of dit argument inderdaad afdoende is, ga ik steeds meer betwijfelen. Ik vraag mij af, of de bezwaren, die van oudsher gerezen zijn, niet veel meer liggen op het gebied van de verkeerde inhoud en tendenzen van vele toneelstukken en van het milieu, waaruit de toneelspelers kwamen. Ik behoef slechts te herinneren aan de schimpverzen die in de tijd van Vondel op de Amsterdamse predikanten gemaakt werden, waaruit wel duidelijk de scherpe tegenstelling blijkt.

Indien men het bezwaar van Kuyper onderschrijft, is het toneelstuk zonder meer als vertoning taboe, zo niet, dan zal de inhoud beoordeeld moeten worden. Ik moet toegeven, dat acteurs soms op meesterlijke wijze bepaalde personen kunnen uitbeelden. Dan zal het echter nog moeilijker vallen een juist oordeel te vellen over hetgeen gezegd wordt. We willen nu maar aannemen, dat volwassenen in staat zijn dit recht te beoordelen, maar ten aanzien van kinderen rijst de vraag, of zij dit kunnen. En hier zijn we bij éen van de moeilijkheden van de televisie gekomen.

„Bezint eer gij begint".

Meermalen worden voor de televisie z.g. speelfilms vertoond. Nu heeft de film zich onder ons een zó slechte reputatie weten te verwerven, dat men bij het horen van het woord film al steigert, zonder te weten, wat er wel precies aan de hand is. Dat de film zich deze slechte reputatie heeft verworven komt door de inhoud van de films, die in de regel in de meeste bioscopen vertoond worden. Deze films speculeren maar al te vaak op de slechte instincten van de mens, om maar veel publiek te kunnen trekken. En ook al is dit niet het geval, dan meen ik toch rustig te mogen zeggen, dat jongelui (en ook ouderen) het overgrote deel der films beter niet kan zien dan wel. Er zijn natuurlijk wel uitzonderingen, maar voor de geestelijke volksgezondheid zou het beter zijn, als de jongeren maar liever niet naar de bioscoop gingen. Daarom doet m.i. de Christelijke Filmactie nuttig werk met er zorg voor te dragen, dat er films vertoond kunnen worden, die aanvaardbaar zijn. En dat niet alleen, zij zorgt ook voor films, die een positieve inhoud hebben.

Dit zullen nu vele lezers misschien niet begrijpen. Daarom moeten we hier wat meer van zeggen. Wat is eigenlijk een film. Wel het is een verhaal, dat met beelden en gesprekken wordt weergegeven. Dit verhaal kan ook in een boek beschreven staan. Het verschil is echter m.i., dat de beelden meer tot je spreken, het verhaal wordt je veel levendiger gepresenteerd. Ik heb dat zelf eens ervaren, toen ik op de televisie een film zag, die een verhaal weergat, dat ik vroeger al eens in boekvorm gelezen had.

Of een film goed of slecht is, wordt m.i. dan ook door de inhoud bepaald en voorts uiteraard door de wijze, waarop dit alles gebracht wordt. Hier dient dezelfde norm te gelden, die voor een boek geldt. Een boek kan wel pakkend en goed geschreven zijn, terwijl de inhoud zich met de modder van de menselijke samenleving bezig houdt en deze nog aanprijst ook. Een dergelijk boek is verwerpelijk. Op overeenkomstige wijze moeten wij m.i. ook een film beoordelen. Nu moet de lezer niet menen, dat ik op dit gebied een deskundige zou zijn, daarvoor wens ik mij niet uit te geven. Maar daarom ben ik blij, dat er vanwege de Christelijke Filmactie een cursus wordt uitgegeven, getiteld „Boeiende beelden", die ons op dit terrein kan voorlichten.

Dat een film een zeer positieve en zelfs christelijke inhoud kan hebben, leert de film „Vraag 1", die handelt over een predikantszoon in de Oostzone, die door de communistische omgeving in een dusdanig gewetensconflict wordt gebracht, dat hij naar het Westen vlucht. De jongelui, die deze film zagen, waren zó onder de indruk, dat je bij wijze van spreken een speld kon horen vallen.

Helaas kan men dit van alle films, die voor de televisie gebracht worden, zeker niet zeggen. Het is daarom zeker aan te raden in elk geval de leeftijdsgrenzen, die door de filmkeuring worden aangegeven, in acht te nemen. Vaak vinden vooraf besprekingen in de bladen plaats, waardoor men ingelicht kan zijn. Er zijn onschuldige films, die aardig zijn, zoals b.v. over de hond Lassie, maar wat moet je aan met die Wild west films met veel spanning, maar ook met moord en doodslag? En zo zou ik misschien nog wel even door kunnen gaan.

Dan laat de televisie je nogal wat amusementsprogramma's zien mét muziek, zang en dans. In de regel hoor ik niet wat ze zingen en ik heb er weinig interesse voor; het verveelt me nogal gauw, maar dat ligt misschien aan mij. Van muziek heb ik helemaal geen verstand, maar lees het boek van Drs. Goedhart, dat ik reeds noemde, daarin wordt uitvoerig over de muziek gesproken.

Soms komt er een ballet, de kenners vinden het soms erg mooi.

Dan zijn er behendigheidsprestaties, die geleverd worden, soms wel aardig. Een enkele keer wordt er een circus op het scherm gebracht. Ik kan moeilijk hier de ethische problemen behandelen, die hiermede annex zijn. Brengt men zich niet moedwillig in levensgevaar? Worden de dieren de ktmstjes bijgebracht op een wijze, die ethisch door de beugel kan: d.w.z. zonder mishandeling of pijniging?

Wedstrijden in kennis en kunde kunnen wel leuk zijn en boeiend. Soms wordt een beroep gedaan op het weten, soms meer op de handigheid en het snelle begrip.

Ik zou mijn taak niet goed vervullen, als ik niet de aandacht vestigde op kritiek, die wordt uitgebracht. Van verschillende zijden heb ik al kritiek gehoord over wat ik maar zal noemen de naaktloperij op de televisie. Dit kon m.i. wel wat minder, en niet alleen vanuit onze kringen is deze kritiek geuit.

Voorts heb ik de laatste tijd meerdere intellectuelen gesproken uit niet-christelijk milieu zal ik maar zeggen, die geen televisietoestel wilden hebben omdat de kwaliteit van hetgeen vertoond werd voor de televisie, naar hun mening veel te wensen overliet.

Het zal wel duidelijk zijn, dat we uiterst kritisch dienen te zijn ten opzichte van hetgeen ons via de televisie gepresenteerd wordt.

Toch zijn we met deze kritische inslag zonder meer niet klaar. Er komen meer en minder acceptabele programma's voor, waaruit volgt dat men de televisie niet zonder meer kan goedkeuren, maar ook niet zonder meer kan afkeuren. Hier kan men niet met een zwart-wit schema werken. Daar komt bij, dat de televisie steeds meer ingeburgerd raakt, zodat de vraag rijst, of het niet beter is opvoedend werkzaam te zijn en te léren van tijd tot tijd de knop om te draaien en het toestel af te zetten, als dat gewenst is. De ervaring leert, dat dat omdraaien van de knop wel eens moeilijker is dan het schijnt. Men zit nu eenmaal te kijken, men heeft er zich die avond op ingesteld en als men de knop omdraait, moet men wat anders gaan doen.

Goede vrienden hebben er mijn aandacht op gevestigd, dat onze jongeren in de wereld nu eenmaal met de cultuur geconfronteerd worden, onze militairen worden met de film „ontspannen", is het dan niet beter ze op te voeden tot beoordeling van deze cultuurverschijnselen, dan ze onmondig te laten?

Dat betekent niet, dat wij geen open oog zouden moeten hebben voor de gevaren, aan de televisie verbonden. Mijn goede vrienden wezen er op, en het is wel overbodig te zeggen, dat ik het met hen eens ben, dat de volgende gevaren onder de ogen moeten worden gezien:

Tegenover het visuele is de mens passiever en dus kritieklozer, ik wees er reeds op, dat het beeld meer spreekt dan het boek.

Er is het gevaar, dat men een wereld in de huiskamer haalt, waarin voor God vaak geen plaats is.

De mens is geneigd om de gevaren te onderschatten.

Het overmatig tijd besteden aan dingen, die op zichzelf niet verkeerd zijn, is verkeerd. Het zich laten overspoelen met nieuws en informatie werkt een oppervlakkigheid en onpersoonlijkheid in de hand, waarbij voor het dieper kennen nauwelijks plaats over blijft.

Of u een televisietoestel moet aanschaffen? Dat moet u zelf weten. Ik kan dat niet voor u beslissen.

U bent wel niet erg tevreden over dit artikel? Laat het u mogen troosten, dat ik het óok niet ben.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 maart 1964

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Zal ik een televisietoestel kopen?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 maart 1964

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's