Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gerechtigheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gerechtigheid

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Heilig is de gemeente Gods. Zij wordt geheiligd door de Heilige Geest. Zo straks zal zij in de nieuwigheid des levens verschijnen als de heilige gemeente Gods, geheel en al van de zonde bevrijd en de Heere gewijd. Thans heet zij in de Schrift reeds het heilige volk. 1 Petr. 2 : 5; Ef. 2 : 19.

Hier heeft heiligheid dus een waarde, die overeenkomt met gerechtigheid. Welke betekenis het grondwoord in het volksgebruik moge hebben, als b.v. de waarheid van een bepaalde uitspraak Ps. 52 : 5; Spr. 16 : 13; Jes. 45 : 23, dat iemand het recht aan zijn zijde heeft en met de wet overeenkomt. Gen. 30 : 33; 38 : 26; 1 Sam. 24 : 18; Ps. 15 : 2; het wordt op religieus terrein overgebracht en op God toegepast. Ex. 9 : 27; Deut. 32 : 4.

God is Rechter der ganse aarde (Gen. 18 : 25). Hij vergeldt een iegelijk naar zijn werk. Hij maakt onderscheid tussen rechtvaardigen en goddelozen. Hij houdt de schuldige niet onschuldig. Ex. 20 : 7; Nah. 1 : 3. Hij neemt geen persoon aan en oordeelt onpartijdig. Deut. 10 : 17; Job. 13 : 6-12; Hij is rechtvaardig en al Zijn oordelen zijn recht. Ps. 119: 137; 129:4.

Hoewel ook de straffende gerechtigheid Gods in de Schrift meermalen genoemd wordt. Ex. 6 : 5; 7 : 4; Ps. 7 : 12; 9 : 5-9; Jes. 5 : 16; 10 : 22; Rom. 2 : 5; 2 Thess. 1 : 5-10; is het toch ook weer zo, dat de straffen der goddelozen meestal uit Gods toorn worden afgeleid, terwijl de gerechtigheid in de Heilige Schrift de betekenis krijgt van principe des heils voor het volk Gods. Het oefenen van gerechtigheid wordt echter in het volk Israël niet gevonden en waar het gevonden wordt, leidt het tot een mislukking of hoogmoedige vergissing. Daarom wordt de verwachting gericht op de Messias, door Jeremia aangekondigd als de Spruite der gerechtigheid. Jer. 23 : 5 v.

In die vergeefse worsteling om gerechtigheid wordt onder de leiding der profetie de Messiaanse verwachting in Israël geboren. De Heere zal aan Zijn volk Zijn gerechtigheid schenken door de Messias. Hij zal het recht der heidenen voortbrengen. Jes. 42 : 1. Hij zal een nieuwe hemel en een nieuwe aarde scheppen, waar gerechtigheid woont. Jes. 65 : 17 v.

Gods gerechtigheid bestaat daarin, dat zij door de Messias verzoening en vergeving schenkt, en dat de Zijnen het heil Gods deelachtig worden. 1 Joh. 1 : 9; Joh. 17 : 25; 2 Tim. 4 : 8.

Alle rechten van de mens verzondigd, zodat van geen recht sprake meer kan zijn, maar de hemelse gerechtigheid heeft een verbond gemaakt en een rechtsorde van natuur en genade besteld, die Hij zelf in stand houdt.

Deze rechtsorde komt dus uit Gods genade op, de bron van alle recht. Het is ook de Heere God, die dit recht handhaaft, zo nodig met straf en dwang. Hij is Rechter der ganse aarde. Er moet recht geschieden, opdat de wereld worde behouden.

De Souvereiniteit.

God is de Schepper van hemel en aarde. Daarom is Hij haar Koning. Hij regeert in de meest absolute zin. Dan. 4 : 35. Dat wil dus zeggen, dat Zijn wil de laatste oorzaak is van alles. Uit die Wil is alles voortgekomen en die Wil is oorzaak van alle dingen, van de Schepping en van de onderhouding, ook van de geestelijke dingen: verkiezing en verwerping, het lijden van Christus Jezus, de wedergeboorte, de heiligmaking, van heel ons leven en ons lot. Vgl. Matth. 10:29.

God heeft niet de wereld en al wat er in is geschapen, omdat Hij wat miste, dat Hij op deze wijze hoopte te verkrijgen. Hij is de Algenoegzame. Hem ontbreekt niets en al wat is, is uit Hem en door Hem en tot Hem. Dit sluit dus in, dat God het schepsel niet nodig heeft, zodat Hij de wereld niet heeft geschapen om iets uit haar te winnen, dat Hem ontbreekt. Hij richt zich niet op het schepsel, maar Hij richt het schepsel op Zich zelf.

Daarom gaat de zonde tegen de Wil Gods in en is zij dwaasheid.

Veel is door de theologen over de wil Gods getheologiseerd, doch wij zullen daarop niet ingaan, omdat het tot weinig nut is.

Gods wil is geen blind noodlot, geen toeval, geen duistere macht, maar de wil van de almachtige God, die is een goedertieren Vader, vol van wijsheid en genade.

Hij is een Vader voor al Zijn schepselen, en in zeer bijzondere zin voor Zijn kinderen, voor de Zijnen in Christus, Zijn geliefde Zoon.

Dat wil niet zeggen, dat we bij machte zijn om een uiteenzetting te geven omtrent Gods wil. Als iemand zegt, dat het kwaad niet in dezelfde zin en op dezelfde wijze object kan zijn van Gods wil als het goede, dan kan de Schrift ons bewijs leveren, dat het zo is, maar dat wil nog niet zeggen, dat wij dat kunnen doorzien. Het is in God anders dan bij ons schepselen. God beveelt Abraham zijn zoon te offeren en laat het toch niet toe. Hij wil, dat Farao Israël laat trekken en Hij verstokt zijn hart. Hij laat Hiskia aanzeggen, dat hij zal sterven en geeft hem nog vijftien jaar. God wil de zonde niet en toch bestaat de zonde. En zo waren nog meer voorbeelden te noemen.

Daarom kan men wel verklaren, dat er in de theologie veel over gedacht is, en dat men tweeërlei wil in God heeft gezien en nog andere onderscheidingen heeft gemaakt, maar wij begrijpen het niet.

Inderdaad is het de, zo men dat noemt, doorgaande leer der Schrift, dat de wil van God eeuwig onveranderlijk, onafhankelijk, krachtdadig is. De ganse Schrift getuigt daarvan en het is niet moeilijk daarvan bewijs te leveren. Het is eigenlijk zo, dat de wil Gods met het wezen Gods één is.

Als wij dat zo zeggen, komt weer de vraag op: en de zonde dan? Heeft God die ook gewild?

Wij komen met redeneren hier niet uit, omdat we geen God zijn en van het wezen Gods niet meer weten dan God ons zelf daarvan heeft geopenbaard en in het geloof doet verstaan.

De theologen hebben op dit pimt van twee willen Gods gesproken. Er is alle grond om omtrent het willen Gods heel voorzichtig te zijn. God is groot en wij begrijpen het niet. En wat ons het meest heeft te bekommeren: wij hebben gezondigd en zo God het niet genadiglijk verhoedt, derven wij de heerlijkheid Gods.

Almacht.

Almacht, dat is absoluut. Hij is Souverein: Schepper, Onderhouder, Verlosser. Hij heeft volstrekte macht over alle personen en dingen. Niemand en niets kan Hem straffeloos weerstaan. Hij doet al Zijn welbehagen. Zijn macht komt uit in de werken der verlossing, in de opwekking van Christus, in de uitdeling der genade, in de opstanding aan het eind dezer bedeling.

Zijn macht is de bron van alle macht en gezag, van alle kracht in de schepselen, van de heerschappij van de mens. het gezag der overheid, de sterkte van het paard enz. enz.

Er zijn ook dingen, die God niet kan: God kan niet liegen, niet verzocht worden, niet veranderen, enz.

De almacht Gods gaat ons verstand verre te boven. Zij is oneindig verheven boven onze bevatting en boven hetgeen in deze wereld wordt waargenomen.

Want Gods almacht gaat in deze wereld niet op, omdat de eeuwigheid niet opgaat in de tijd.

God is de hoogste volmaaktheid. Hij is het inbegrip, naar de mens gesproken, van de hoogste volmaaktheid. Het is een geheel bijzondere vreugde door de heilige Geest geleid iets te verstaan van de grootheid en verhevenheid Gods, die ons in de Schrift worden getekend tot roem van Zijn majesteit.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 1964

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Gerechtigheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 april 1964

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's