Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zien of gezien worden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zien of gezien worden

Meditatie

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„En hij zocht Jezus te zien, wie hij was ..."En als Jezus aan die plaats kwam opwaarts ziende zag Hij hem..." Lucas 19 : 3a en 5a.

Over de beweegreden die Zachéüs er toe dreef om Jezus te zien, wordt ons weinig verteld. Dat moge ons er voor bewaren het zwaartepunt in deze geschiedenis te laten vallen op de zoekende Zachéüs. Integendeel, ook in Lucas 19 moeten we beginnen bij de Herder, die het verlorene zoekt.

Van Zachéüs lezen we slechts: Hij zocht Jezus te zien. Eenzelfde begeerte komt tot uiting in de vraag van de Grieken tot Filippus: „Heer, we wilden Jezus wel zien" (Joh. 12:21). Terwijl we ook van stadhouder Sergius Paulus lezen, dat hij het Woord Gods zocht te horen. (Hand. 13 : 7). Het laat ons zien hoe de Heere God vele wegen en middelen heeft mensen onder het beslag van Zijn Evangelie te brengen. Wat het ook geweest moge zijn, de tollenaar uit Jericho kent bij alles wat hij bezit het verlangen de rabbi uit Nazareth te ontmoeten. Uit hetgeen ons in Lucas 19 verteld wordt kunnen we ons wel een beeld vormen van de mens Zachéüs. Zo aan de oppervlakte bezien een geslaagd leven: Een betrekking die hem veel geld oplevert — zij het dan ook dat hij dit materiële voordeel moet betalen met de haat van zijn plaatsgenoten, die in hem niets meer zien dan een landverrader en collaborateur, iemand die zich de naam „Zoon van Abraham" onwaardig gemaakt heeft.

Maar overigens kunnen we zeggen: Zachéüs bezit alles wat hij maar begeren kan. En toch is daar het verlangen Jezus te zien. En het bericht dat deze Jezus Jericho zal bezoeken maakt hem actief. Als hij die Jezus, die immers „een vriend van tollenaren" genoemd werd eens kon zien. Zo gebruikt de Heere deze begeerte om Zachéüs op zijn weg te brengen, om de ontmoeting met Christus tot stand te brengen. Het tollenaarsbestaan brengt Zachéüs dus niet de echte rust en de echte vrede. Daar blijft een leegte die niet gevuld wordt. Hoe kan het ook anders? God gunt ons mensen geen rust in de zonde. Ergens blijft de onrust. Ergens blijft een stem spreken: U loopt vast op deze wijze. Augustinus, de zoeker — of anders en beter gezegd: de gezochte en de gevondene — heeft het op klassieke wijze als volgt onder woorden gebracht: „Ons hart is onrustig, totdat het rust vindt in U".

En nu het wonder: Zachéüs, de man die Jezus wil zien, wordt door Christus gezien. Christus ziet Zachéüs, de schandvlek van Jericho, zoals iemand hem eens genoemd heeft. Dat is het geheim van het Evangelie. Wij mensen verschuilen ons vaak op allerlei wijze; de toeschouwers houding ligt ons wel. Maar de blik van Christus rukt ons weg uit de beschouwelijkheid. De Heere ziet en kent ons. Hij peilt ons schuldige leven. Hij weet alles wat er in ons leven is, wat er scheef zit. Hij taxeert ook het leven van de belastingpachter van Jericho: De Zoon des Mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken, wat verloren is. Doordringend is Christus blik. Hij doorziet ons in onze armzaligheid en schamelheid. Wie Hem waarlijk ontmoet, komt openbaar als hij is. Dat is het onthullende in de ontmoeting met Christus. En door Woord en Geest is Hij nog steeds bezig verloren mensen te ontdekken aan de nood van hun bestaan. Zo wil Hij binnenkomen in ons leven, zoals Hij Zachéüs ziet.

En dan worden de dingen duidelijk gemaakt. Over Zachéüs beweegreden om Jezus te zien kan men van mening verschillen: Onvrede, nieuwsgierigheid, een stille hunkering naar waarachtig geluk? Het een zo goed als het ander is mogelijk. Doch als Christus Zachéüs ziet, dan laat het Evangelie ons niet in het onzekere. Het is de blik vol meedogen van Hem, Die met barmhartigheid bewogen is jegens zondaren. Daarop valt het accent! Christus gaat door Jericho en ziet Zachéüs. En wie zich al te zeer verdiept in de beweegreden van Zachéüs om Jezus te zien en er allerlei dingen uit af gaat leiden, verlegt het accent en loopt gevaar het geheimenis van Gods genade aan te tasten. Het wonder, dat God in Christus omziet naar mensen die, verstrikt zitten in de zonde, die vijanden zijn van Zijn genade.

Immers als Christus Zachéüs ziet, dan wordt Zijn ontferming gewekt. Dan horen we Hem zeggen: „Ik moet heden in uw huis blijven". Tot ergernis van de keurig nette, vrome, wetsgetrouwe mensen van Jericho. Ze vinden het een ondragelijke zaak, dat Jezus nu Hij op doorreis naar de tempelstad hun stad bezoekt, nu uitgerekend onderdak vraagt bij de schandvlek van Jericho. Bij „een zondig man" (vers 7).

Als de mensen iemand van het slag van Zachéüs zien, wenden ze het hoofd af en kijken vlug een andere kant tiit. Als Christus Zachéüs ziet, went Hij zich tot deze tollenaar. Dan trekt de Heere dat mensen leven — zo schuldig en onrein — binnen de lichtkring van Zijn gemeenschap. Dat is het wonder van Zijn verkiezende liefde.

Zo is Hij vandaag nog. In het gewaad van Zijn Woord verkeert Hij onder ons en Zijn roepstem gaat uit: Heden moet Ik in uw huis blijven. Mensen, die van zichzelf uit naar Hem niet vragen, worden door Hem gevonden. Dat is een hoopvol evangelie voor ieder die het belijden moet een vijand te zijn van Gods genade, een zondaar en niets meer, die weet Gods oordeel waardig te zijn. Wie dan ook aan u voorbijgaat, deze Christus wil halt houden bij de schuld en de vloek van uw leven.

Daartoe is Hij naar Zijn eigen Woord gekomen. Daartoe gaat Hij de weg naar het kruis. Om des doods schuldige mensen zalig te maken. En onder de velen, die zich mijlenver boven Zachéüs verheven waanden, heeft Hij juist die ene op het oog. Die ene gaat niet verloren in de massa. Christus ziet hem en gaat zijn huis binnen. En Hij neemt het zware pak van Zachéüs levensschuld mee uit zijn huis naar Golgotha.

Jezus ziet en kent het verlorene. Gelukkig als we ons niet te hoog achten voor die benaming. Want van diezelfde Christus staat ook geschreven in Maria's lofzang: „Hij zag geen rijken aan, maar heeft ze in hun waan, gans ledig weggezonden".

Wie het erkennen moet zo verloren te zijn, als God in Zijn Woord zegt en zich nergens meer verschuilen kan voor de scherpe blik des Heeren, wie de aanklacht leert bijvallen, mag moed putten uit dit Evangelie: In Christus ziet God naar u om, om u terug te brengen in Zijn gemeenschap.

Wie Hem zo in het geloof ontmoeten gaat, kan alleen nog maar verwonderd zijn over zoveel genade. „En onder die millioenen hebt Gij ook mij in het oog. Dan belijden we met Hagar — ook zo'n gevondene — „Heb ik ook hier omgezien naar Hem, Die naar mij omziet? "

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 september 1964

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Zien of gezien worden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 september 1964

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's