Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRAGEN VANUIT DE Pinksterbeweging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGEN VANUIT DE Pinksterbeweging

VRAGEN VANUIT DE Pinksterbeweging (slot)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De gaven van de Heilige Geest.

Paulus beantwoordt deze vraag met grote beslistheid. Het is onmogelijk, dat, wanneer iemand in en door de Geest spreekt, dat hij zou zeggen: Vervloekt is Jezus! Waarom kan dit niet? Omdat de Geest — anders dan de geesten in het heidendom — aan Zichzelf gelijk blijft en aan Christus verbonden blijft. Daarom laat de Geest, zodra Hij iemand in tongentaal geheel bezet, niet toe, dat deze mens Jezus vervloekt. Tegenover het : Vervloekt zij Jezus!, staat: Jezus is Heere!

Dat is de eerste belijdenis van de christelijke gemeente. Het is geen leerformule zonder meer, hoezeer ook deze belijdenis tot de schat van het belijden van de Kerk der eeuwen is gaan behoren. Het is van de aanvang af een ingeving, een verrassing, een ontdekking, een profetie. Dit staat niet tegenover de belijdenis met de mond uit Rom. 10 : 9, want ook daar is het verbonden met het geloven met het hart.

Niemand kan zeggen: Jezus is Heere, dan door de Heilige Geest. Met andere woorden: wanneer iemand in tongentaal of in de profetie zegt: Jezus is Heere, dan is dit door de Heilige Geest. Dan is dit voor de spreker een bewijs, dat hij de Heilige Geest heeft ontvangen.

Dit geldt ook nu. Niemand kan in de bijbelse zin Jezus als de Heere belijden dan door de Heilige Geest.

Daarover zou veel meer te schrijven zijn, maar daarvoor is nu geen gelegenheid.

1 Cor. 12 : 4.

En er is verscheidenheid der gaven, maar het is dezelfde Geest. De Nieuwe Vertaling heeft: En er is verscheidenheid in genadegaven, maar het is dezelfde Geest. (1 Cor. 12 : 4).

Van het bijzondere (tongentaal of glossolalie) komt Paulus tot de verscheidenheid van de genadegaven of charismata. De Corinthiërs hadden het bijna uitsluitend over de tongen of de glossolalie, maar Paulus wil de genadegaven veel breder aan de orde stellen.

Men mag de ene gave niet eenzijdig boven de andere gave stellen. Want er zijn veel genadegaven, doch zij komen alle van éénzelfde Geest!

Het woord met verscheidenheid vertaald, betekent letterlijk: verdeling in de zin van toebedeling. De verscheidenheid is dus een van God komende zaak. De Geest deelt uit. Hij geeft niet alle genadegaven aan één! O neen! De Geest geeft aan een ieder zoveel gaven als Hij wil. Het is Paulus' bedoeling er de nadruk op te leggen, dat alle genadegaven gelijk zijn, omdat zij van éénzelfde Geest komen. Daarom mag er geen overschatting zijn van de ene genadegave boven de andere.

1 Cor. 12 : 5.

Hebt u uw bijbeltje er nog bij? Dan gaan wij samen 1 Cor. 12 : 5 lezen: En er is verscheidenheid der bedieningen, en het is dezelfde Heere. De Nieuwe Vertaling heeft: En er is verscheidenheid in bedieningen, maar het is dezelfde Heere.

Ook hier wil Paulus bewijsmateriaal aandragen, dat er veelheid is tegenover de eenheid. Dit bewijsmateriaal zijn de bedieningen. Deze bedieningen worden verder niet uitgewerkt. Wat wij daaronder moeten verstaan? Ambtsdragers? Of mensen, die in een bepaalde bediening zijn gesteld? Misschien wel allebei. In ieder geval is ook dit vers een bewijs, dat éénzelfde Heere tot verschillende diensten oproept. En — zo wil Paulus zeggen — zo is het ook met de Geestesgaven, die stammen van éénzelfde Geest.

1 Cor. 12 : 6.

En er is verscheidenheid van werkingen, doch het is dezelfde God, die alles in allen werkt.

Naast de genadegaven van de Geest en naast de bedieningen van de Heere, noemt de apostel nu de verscheidenheid van de werkingen van dezelfde God. Let daarop. Naast het werk van de Geest stelt Paulus het werk van de Heere Jezus en het werk van God. Aan deze God worden werkingen toegeschreven. Deze werkingen of krachten kunnen in de gemeente aanwezig zijn, maar ook daarbuiten. Ook in de schepping is er een verscheidenheid  van krachten krachtens de wil van eenzelfde God. Hij werkt dit in allen!

1 Cor. 12 : 7.

Maar aan een iegelijk wordt de openbaring des Geestes gegeven tot hetgeen oorbaar is. (Statenvertaling).

Maar aan een ieder wordt de openbaring van de Geest gegeven tot welzijn van allen (Nieuwe Vertaling).

Nadat dus Paulus eerst de eenheid van het werk van de Geest op de voorgrond gesteld heeft, volgt nu de vérscheidenheid. Want aan een ieder afzonderlijk wordt iets eigens geschonken. De Geest treedt bij iedere Christen te voorschijn, al is het op een andere wijze. Dit openbaren of te voorschijn treden is duidelijk doelend op de Geestesgaven of de charismata.

Deze gaven hebben ten doel de eer van God en het heil van de naaste. Daarop komt de apostel in de volgende verzen nog uitvoerig terug!

Samenvattend mogen wij zeggen, dat het onderwijs van Paulus ten aanzien van de gaven van de Heilige Geest drie momenten bevat:

1. Alle charismata dalen van één en dezelfde Geest af.

2. In deze charismata is verscheidenheid of toebedeling.

3. Zij worden gegeven tot algemeen nut en niet om zichzelf er op re beroemen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 februari 1965

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

VRAGEN VANUIT DE Pinksterbeweging

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 februari 1965

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's