Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PROVINCIALE STATEN VAN NOORD-BRABANT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PROVINCIALE STATEN VAN NOORD-BRABANT

150 JAAR

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij wezen er reeds op, dat men bezwaar kan maken tegen een herdenking in 1964, omdat de Staten stammen vanuit de middeleeuwen. Maar het vervolg der geschiedenis laat zien, dat men ook nog een ander argument kan aanvoeren.

De 16e mei 1795 kwam het „tractaat van vreede, vriendschap en alliantie" tot stand tussen de Franse en de Bataafse Republiek. Dit verdrag hield in, dat het voormalige Staats-Vlaanderen en de steden Maastricht en Venlo met omliggende gebieden aan Frankrijk werden geannexeerd.

Het voormalige Staats-Brabant werd na een franse interimbestuursperiode te hebben meegemaakt aan de Bataafse Republiek teruggegeven. Zo ooit dan was nu het ogenblik aangebroken om gelijkberechtiging af te dwingen. De Staten Generaal heetten „de goede ingezeetenen van de voorsz. landen" op wat vreemde wijze welkom, Zij meenden ten opzichte van de generaliteitslanden geen besluiten te kunnen nemen „soolang eene nationaale vergadering door het geheele Bataafsche volk, waarvan ook sij alsdan meede een deel zullen uitmaken, niet zal zijn daargesteld".

In Brabant hadden teveel politiek belangstellende ingezetenen van de vrijheid geproefd om zulk een voorstel te aanvaarden. De 11e juni 1795 kwamen in Tilburg vertegenwoordigers bijeen van de stad 's-Hertogenbosch, stad en land van Bergen op Zoom, stad en land van Breda, de stad Grave, de kwartieren Peelland, Oisterwijk en Kempenland van de Meierij van 's-Hertogenbosch en het land van Cuyk. Hier viel het gewichtige besluit, dat de gedeputeerden zich constitueerden als „de Vergadering van Gedeputeerden provisioneel representeerende het volk van Bataafsch Braband".

In wezen was dit een eigenmachtige daad en de vraag ligt voor de hand of deze groep mannen te beschouwen is als het eerste algemeen vertegenwoordigend lichaam binnen de grenzen van de huidige provincie na de definitieve afscheuring van deze gebiedsdelen van het corpus van het hertogelijke Brabant in 1648. Ieder regiem, hoezeer uit revoluties geboren, zoekt de sanctie van de legitimiteit of de schijn er van. Geen wonder, dat deze provisionele representanten van Bataafs Brabant onmiddellijk contact zochten met de in 's-Gravenhage vergaderende Staten-Generaal. De 16e juni reeds werd een delegatie de gelegenheid geboden tot een gesprek met een commissie van Hun Hoog Mogende, die zich daarop bereid verklaarden om, zo schreven de Brabantse gedeputeerde, „met ons in besogne en onderhandeling te treeden".

Deze bereidheid de heren uit het Brabantse als gesprekspartners te aanvaarden hield een impliciete erkenning in van het recht op zelfbeschikking van de generaliteitslanden, zodat terecht van het noorden van Brabant gezegd kan worden, dat het in juni 1795 zijn staatkundige renaissance mocht beleven. De 25e juni hechtten de provisionele representanten van het volk van Bataafsch Braband hun goedkeuring aan de befaamde rechten van de mens en de burger.

De 29e juni kwam een commissie vanwege de Staten-Generaal in 's-Hertogenbosch aan ten einde ter plaatse de situatie in ogenschouw te nemen. Met zes leden van de provisionele representanten stelden zij een conceptplan van tussenbestuur op, dat overeenkomstig de idee van de volkssouvereiniteit ter goedkeuring werd voorgelegd aan de volwassen mannelijke bevolking van steden en dorpen. Door de obstructie en agitatie van de radicalen van de Bossche Vaderlandse Sociëteit, die het plan veel te tam vonden, leed het voorstel in de hoofdstad en in een aantal dorpen binnen de Meierij schipbreuk. Over het hele grondgebied van Staats Brabant bleek evenwel een flinke meerderheid te bestaan en de 8e augustus vond in Tilburg met gepaste luister de ratificatie van het „Plan van Tusschenbestuur" plaats. Aan de nieuwe provinciale bestuursvorm was de oude gedachte van de standenstaat volkomen vreemd. Wat anderhalve eeuw een utopie scheen ontwikkelde zich in het licht van de Bataafse vrijheid tot mogelijkheid, tot zekerheid.

Aangezien volgens de voorlopige regeling de autoriteit van de provisionele representanten 1 januari 1796 kwam te vervallen, werden de 20e december 1795 verkiezingen gehouden voor de bezetting van de acht en twintig zetels in het nieuwe bestuur van Bataafs Brabant, het eerste, op democratische wijze gekozen vertegenwoordigend lichaam in deze provincie. Het kiesreglement rekende af met adellijke of ambtelijke voorrechten, iedere burger, 25 jaar oud, goed van zinnen en niet met de rechter in aanraking gekomen, had kiesrecht. Dat de r.k. kerkelijke gezagsdragers een zekere weerzin tegen een evolutie, die teruggreep op de beginselen van de franse revolutie, wisten te overwinnen, leidde tot het opmerkelijke resultaat, dat van de acht en twintig leden er 27 r.k. waren. Drie van hen, onder wie de enige protestant, de bekende Bossche patriot architect Willem Hubert, werden 1 maart 1796 op de laatste verga­dering van de Staten-Generaal tot dit college toegelaten. Vanaf dat ogenblik hield dit deel van het voormalige hertogdom Brabant op generaliteitsland te zijn en was Bataafs Brabant de jure en de facto gelijk gesteld aan de andere gewesten.

In de zeker op het gebied van de staatkundige organisatie zo roerige periode 1796/1814 nam Brabant ten opzichte van de andere gewesten geen uitzonderingspositie in. De vanuit dit departement naar de Nationale Vergadering afgevaardigde personen steunden aanvankelijk in meerderheid de beweging der Unitarissen, die streefde naar een sterk centraal gezag.

Het bestek van dit artikel laat niet toe deze roerige periode te beschrijven. Later Steunden zij meer de federalisten.

De grondwet, de 31e maart 1814 bij volksplebiciet aangenomen, sprak zich uit voor de oprichting van provinciale staten. Van de 26e augustus 1814 dateren een negental koninklijke besluiten regelende de samenstelling van de onderscheiden staten der provincies.

Het aantal leden van de nieuwe provinciale staten van 1814 bedroeg twee en vijftig, en wel uit de ridderschap 9 leden op voordracht van de steden 26 leden uit de landeigenaren 17 leden

Het kan de afwezigheid van een door de gewestelijke geschiedenis geïnspireerd gevoel van provinciaal zelfbewustzijn geweest zijn die de eerste gouverneur mr. C.G.Hultman er toe bracht op de eerste statenvergadering een plechtige toespraak te houden, die na vervanging van het woord Brabant door de aanduiding van het adequate gewest voor iedere ambtgenoot van de gouverneur bruikbaar zou zijn geweest. Zelfs als openingsspeech voor de Staten Generaal had deze tekst kunnen dienen, zozeer zijn het nationale aspect en de vaderlandse historie uitgangspunten voor de door de gouverneur ontwikkelde gedachtengang. In onze huidige visie kan men deze keuze breed noemen, wars van elk locaal en provinciaal chauvinisme, getuigend van begrip voor de nationale problematiek.

Het is boeiend na te gaan, wat er zo al in de jeugdjaren van Noord-Brabant als provincie te regelen was. Alles was er nog te doen vanaf het inrichten van de administratie tot het geven van voorschriften over de liquidatie van gemeenteschulden. De armenzorg vroeg de aandacht, de tollen, de plaatselijke begrotingen, de organisatie der posterijen, de waterstaat, de belastingen, enz. Zelfs had de overheid nog steeds af te rekenen met het bendewezen, resulterend in een generale jacht op „gaauwdieven, struikrovers, vagebonden en suspecte vreemdelingen", van 16-18 januari 1817 op last van de gouverneur georganiseerd. De idealistische pedagoog van die jaren zal nooit hebben kunnen vermoeden, dat wat toen uit armoede voortkwam later als uitwas van de welvaart zou terugkeren.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 maart 1965

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

PROVINCIALE STATEN VAN NOORD-BRABANT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 maart 1965

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's