Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE DOOPZITTING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE DOOPZITTING

DE DOOPZITTING I

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het heeft in het kerkblad gestaan, en het werd ook afgekondigd van de kansel, dat er op die of die avond Doopzitting zal worden gehouden in de consistoriekamer of aan de pastorie, in verband met de bediening van de heilige Doop op zondag ....

Dat zal waarschijnlijk ook in de gemeente van u, die dit leest, maandelijks het geval zijn. En u denkt dan misschien aan één of meer gezinnen, die daarvoor in aanmerking komen. U denkt misschien aan familieleden, die daarbij betrokken zijn, wie het kindje in de kerk zal brengen, enz.

Maar u bent er zelf niet bij betrokken. En wat daar op die Doopzitting gebeurt, daar staat u buiten, volgens uw gedachten.

Dat is echter een vraag, die we in dit en in een paar volgende artikelen onder de ogen willen zien.

We gaan dus in de eerste plaats letten op degenen, die er direct bij betrokken zijn.

Naar die kerkeraadskamer gaan in de eerste plaats een paar kerkeraadsleden: de predikant met een ouderling, of een paar ouderlingen. Het meervoud lijkt mij wel gewenst. In één van mijn vroegere gemeenten was zelfs zoveel mogelijk de gehele kerkeraad aanwezig. Dat behoeft nu ook weer niet. Maar het moet wel duidelijk uitkomen, dat het geen onderonsje is en geen blote formaliteit. Vroeger gebeurde het meermalen, dat de koster alleen maar de namen noteerde en daarmee uit. Dat mag m.i. alleen, wanneer de namen van de doopouders aan de kerkeraad vroeg genoeg worden doorgegeven, om dan bij ieder van de betrokken gezinnen een ambtelijk, pastoraal bezoek te brengen.

Dat pastorale element kan eigenlijk in onze kerk niet gemist worden. Want ook al zijn er geen dubieuze factoren in verband met de toelating tot de Doop, er is, in verband met het zeer vage en zwakke bewustzijn omtrent de betekenis van dit Sacrament, alle aanleiding voor een Voorbereiding. Bij het Heilig Avondmaal houden we een aparte Voorbereidingsdienst, waaraan we veel betekenis hechten. En er wordt een zwaar accent gelegd op de week van Voorbereiding. Daar wil ik niets van zeggen. Het betreft de viering van het heilig Avondmaal. Maar wij spreken evenzeer terecht van de heilige Doop.

Bij de doopzitting is dus betrokken de kerkeraad, die de gemeente, dus u vertegenwoordigt, met een dienende taak, n.l. de Doopouders te helpen bij het toetreden tot het doopvont.

Daartoe is dus nodig, dat naar die Doopzitting mannen gaan, die zelf doordrongen zijn van de betekenis van dit Sacrament en van het belang, dat de komende doopouders en hun kinderen hierbij hebben.

In de tweede plaats komt de kerkeraad daar om toe te zien dat het Sacrament niet ontheiligd worde.

Zo staat het in Ordinantie 8 van de Kerkorde : „de kerkeraad houdt opzicht, dat de Doop in het midden der gemeente heilig wordt gehouden en door de ouders en verzorgers voor hun kinderen wordt begeerd". Daar staat dus in dat de kerkeraad niet alleen een taak heeft in de consistoriekamer, maar ook in de gemeente. Het is wel duidelijk, dat de Kerkorde de kinderdoop als normaal beschouwt. Maar dat is een hoofdstuk apart. Het is misschien goed voor de vele lezers, die geen exemplaar van de Kerkorde bij de hand hebben, nog een paar bepalingen uit deze Ordinantie voor de bediening van de heilige Doop aan te halen.

Artikel 1 gaat n.l. voort: „De kerkeraad handelt met de ouders over de betekenis van dit Sacrament en geeft hen, die daarin onvoldoende inzicht blijken te hebben, nader onderricht".

Dit is inderdaad juist geformuleerd. Het eerste deel gaat in de richting van de bovengenoemde Voorbereiding. Het tweede gedeelte van de zin wijst op het al te weinig toegepaste „dooponderricht". Wanneer het gaat om „dubieuze gevallen" (geen mooi woord), dan kan uitstel met de voorwaarde van het volgen van dooponderricht, een toetssteen zijn voor de ernst, waarmede men het Sacrament begeert.

Hier breidt zich de taak van de kerkeraad al weer uit. Eenvoudige lectuur zal hierbij de helpende hand kunnen bieden.

Artikel 2 van Ord. 8 bepaalt, dat de Doopzitting tenminste acht dagen tevoren moet gehouden worden.

Dan volgt in alinea 2 de bepaling: „de kerkeraad beslist, met inachtneming van de adviezen der meerdere vergaderingen, over de toelating tot de Doop en inzake vragen, welke uit de Dooppractijk opkomen".

Het is goed, dat het bestaan van deze bepaling algemeen bekend is. Zo gemakkelijk wordt het-niet-toelaten tot de Doop alleen maar gezien als een daad van willekeur en machtsoverschrijding van de plaatselijke kerkeraad. Maar, hoewel willekeur bij zondige mensen als ook ambtsdragers zijn, als een gevaar kan dreigen, ook de Kerkorde beschouwt het als een integrerend deel van de taak van de kerkeraad, dat zij al of niet toelaat, en daarmede sleutelmacht uitoefent.

Ik moge hierbij verwijzen naar vraag 85 uit Zondag 31 van onze Heidelbergse Catechismus. Daarin wordt gevraagd (en daarmede wordt het geheel op een buitengewoon hoog plan gesteld) hoe het hemelrijk toegesloten en ontsloten wordt door de christelijke ban. In het antwoord wordt dan gezegd, dat het „toesluiten" betrekking heeft op degenen, die onder de christelijke naam onchristelijke leer of leven voeren. Er wordt gesproken van ettelijke broederlijke vermaningen, opdat zij zich van hun dwalingen of van hun schandelijk leven bekeren. Dit alles wordt blijkbaar gezien als een taak van de gehele gemeente, van ieder christen, die deze dwalende medechristen op zijn weg ontmoet. Dat is de al te zeer verwaarloosde broederlijke tucht, die niet maar de medemens aan zichzelf overlaat of hier alleen een taak voor de ambtsdragers ziet. Wie daarin in gebreke blijft, zal wel heel voorzichtig moeten zijn in zijn beoordeling van het doen en laten van de ambtsdragers.

Het antwoord gaat verder met te zeggen wat er gebeuren moet, wanneer de broederlijke tucht zonder uitwerking blijft. Dan komt de gemeente als geheel, vertegenwoordigd door de kerkeraad, er aan te pas, die bij volharding tegen alle vermaningen in, het recht èn de bevoegdheid heeft de Sacramenten (meervoud) te verbieden. Dus de Catechismus onderstreept, dat er niet alleen een wacht gesteld is bij de Avondmaalstafel. Maar ook bij het Doopvont. En dan betekent zulk een ontzeggen niet alleen maar een lichte terechtwijzing, b.v. in verband met ontrouw in het kerkbezoek. Maar in de opvatting van de Catechismus worden de dingen wel heel scherp gesteld. Volgens het antwoord van vraag 85 betekent de onthouding van het Sacrament een uitsluiting uit de christelijke gemeente. Dit gebeurt dan in de naam en op gezag van Hem, Die het Hoofd Zijner gemeente is, zodat deze uitsluiting ook geldt voor het Rijk van Christus en wel door God Zelf.

Dat wordt dus een zaak van de allerlaatste ernst, al eindigt het antwoord niet zonder een heenwijzing naar een heropening van de gesloten deur, wanneer waarachtige betering beloofd en bewezen wordt.

Hiermede wordt het hele niveau van de Doopzitting wel ver opgeheven boven het peil van een formele handeling of een gemoedelijk praatje of van kerkelijke ambtenarij, laat staan een soort van inquisitie of machtsvertoon, omdat men nu die dwalende schapen eens te pakken heeft en deze er nu eens aan zullen moeten geloven.

Het is een taak, die met vreze en beven vervuld zal moeten worden en waarvan de gemeente zal moeten beseffen, dat het mede haar taak aangaat. Het hoofd staat wel boven het lichaam, maar ook op het lichaam en is daaraan op duizend manieren verbonden. Er mag in de gemeente altijd wel gebed zijn voor de ambtsdragers, opdat zij hun taak tot Gods eer en tot welzijn der gemeente getrouw, naarstig met wijsheid en liefde vervullen.

(Wordt vervolgd).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 maart 1965

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

DE DOOPZITTING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 maart 1965

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's