Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GENESIS III

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GENESIS III

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De boom der kennis des goeds en des kwaads.

III.

Niet eten van de boom der kennis, dus gehoorzaamheid, eenvoudig, omdat God het zo geboden had, zou het paradijsleven niet verstoord hebben. God geloven op Zijn Woord en God gehoorzamen op Zijn Woord. Dit was de eenvoudige grond van het paradijsleven. Van allen boom van dezen hof zult gij vrijelijk, geheel naar uw eigen lust en verkiezing, eten, „maar van den boom der kennis des goeds en des kwaads, daarvan zult gij niet eten; want ten dage, als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven".

God geloven en gehoorzamen op Zijn Woord. Zo was het in den beginne. De Heere God sprak met de mens, leidde hem in tot zijn werk. Adam kende de stem van zijn God. (3 : 10). Er was dus een levende betrekking tussen de pas geschapen mens en zijn Schepper. Men zou haast geneigd zijn om te zeggen: geen wonder, dat hij geloofde en gehoorzaamde. De ganse dag was hij bezig in de ongekende schoonheid van een nieuwe schepping. Overal ontmoette hij zijn God in de schoonheid der schepping en de sprake die daarvan uitging op zijn opmerkzame ziel. Hij mengde Zijn lof in het lied der schepping en was vervuld van Zijn heerlijkheid.

Hij geloofde, dat God die schone woonstede, de aarde, geschapen had en toebereid. Adam had dat niet gezien, hij was er niet bij tegenwoordig geweest, maar hij geloofde. Hij geloofde, dat de almachtige God hem, Adam, de mens naar Gods beeld, geschapen had. Het betrof hemzelf, en toch heeft hij het niet gezien, maar hij geloofde, dat hij uit de hand Gods was voortgekomen, die met hem sprak en hem inleidde in de hof en in zijn werk.

Wij moeten het wel bedenken, dat Adam ook uit het geloof moest leven in al deze geestelijke verhoudingen. Zeker, hij had veel voor op ons gevallen geslacht, dat verre is afgezakt beneden de reinheid van de pas geschapen mens. Deze vernam de stem Gods aan de wind des daags in de hof, die God hem tot een woning had bereid. (Genesis 3:8).

Uit het geloof leven. Dat ging heel goed, zou men zeggen, vooral toen Adam nog als mens alleen was en omringd door zoveel schoonheid en voor hem nog onbekende schepselen, over welke God hem een taak had gegeven. Hij schijnt aanvankelijk nog niet veel met die boom der kennis des goeds en des kwaads bezig geweest te zijn, hoewel God hem er op gewezen heeft en gewaarschuwd. „Ten dage als gij daarvan eet, zult gij de dood sterven. 

„Kennis van goed en van kwaad". Heel de schepping was zo schoon, welk een voorrecht daarin te mogen verkeren en daarmede bezig te zijn, ja, daarover heerschappij te voeren naar het bevel van de Heere God.

En de Heere God was geen vreemde of onbekende voor Adam, maar hij kende Zijn stem en hoorde Zijn woord. En zijn leven was ook niet vreemd of onbekend voor die God, want Hij lette op hem en voedde hem op. Dat bleek heel bijzonderlijk uit de schepping der vrouw en de lieflijke zorg van God over Adam: „Het is niet goed, dat de mens alleen zij. Ik zal hem een hulpe maken, die als tegenover hem zij". (Genesis 2 : 18). Man en vrouw in het paradijs. Geen woord over die boom der kennis des goeds en des kwaads. Zij leefden in geloof en gehoorzaamheid. Zonder twijfel heeft Adam zijn vrouw op die boom gewezen en haar daarbij bepaald op Gods Woord aangaande die boom: ten dage als gij daarvan eet, zult gij de dood sterven. Wij weten uit het derde hoofdstuk van de Bijbel, dat zij het ook geloofde, maar, dat zij niet volhardde in het geloof. In de ure der verzoeking heeft zij het geloof laten varen en Adam is ook gevallen.

Waarin zijn ze dan gevallen? Wat is er eigenlijk gebeurd? Wat is er nu anders geworden dan het zo straks, laten we zeggen, vóór het gesprek van de slang was? Wat er anders is geworden? Zij hebben geen rein geweten meer. Zij horen de stem van God en vrezen. Zij kunnen God niet ontmoeten, want zij hebben Zijn gebod niet geacht. Eigen lust en eigen wil hebben ze laten zegevieren over Gods waarschuwing. Als God roept, kruipen ze vol schaamte weg in de struiken. Zij kunnen God niet ontmoeten, die hun leven is, omdat ze Zijn woord hebben veracht en de duivel gehoor gegeven hebben. De duivel gehoor gegeven. Dat is heel erg, maar erger is, dat ze hem gehoor gegeven hebben, omdat zij als God wilden zijn. De almachtige Schepper en Weldoener naar de kroon steken. Dat was in hun hart. Dat is de zonde. De naar het beeld Gods geschapen mens wil Gode gelijk zijn.

De boom der kennis des goeds en des kwaads. De mens heeft de verboden vrucht genoten en wat had hij daarmede nu gewonnen? En wat is ons geslacht daarmede wijzer geworden? In welk opzicht is de wijsheid der wereld uitnemender dan het leven des geloofs in het paradijs? Wij blijven vragen en zo wij tot de kennis der waarheid niet komen en genade vinden, zijn wij gebroken mensen, die hun bestemming missen en in de wereld geen verlossing vinden tegen de dood. Wij spreken allen van goed en kwaad, maar het goede, dat we meenden te winnen is ons, zoekers van ons zelf, ten dode geworden.

De mens kon God naar de kroon steken, maar hij viel en God blijft God, de Almachtige. De mens verliest het eeuwige leven. God jaagt hem weg van de boom des levens, weg naar buiten, weg uit het verloren paradijs.

Wij weten niet, wat er van de mens zou geworden zijn, als hij in gehoorzaamheid zou hebben volhard, maar hij zou gelukzalig zijn geweest en zeer verheven. Want welk een ontferming Gods over de gevallen Adam, spreekt daaruit, dat de belofte van de Messias (Gen. 3 : 15) nog vooraf gaat aan de veroordeling van de mens en zijn uitwijzing uit het paradijs. De Heere kleedde ze en Adam noemde zijn vrouw Eva, de moeder der levenden. Hij heeft reeds iets van de zo even genoemde profetie gezien en ge­loofd.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juli 1965

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

GENESIS III

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juli 1965

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's