Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

J. A.Wormser Sr. (1807-1862)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

J. A.Wormser Sr. (1807-1862)

Het Reveil 40

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET RÉVEIL 40

„Waarheden, die alleen in de eeuwigheid liggen en buiten het bereik blijven van den tijd en van den mensch, hebben voor ons geen nut. Alleen dan wanneer Gods waarheden intreden in den tijd en in ons menschelijk zijn op deze aarde, worden zij voor ons levend. Dit is vooral omtrent de leer van de praedestinatie openbaar. De leer der preadestinatie is ons uitdrukkelijk in Gods Woord geopenbaard. Maar God plaatst ons niet tegenover eene abstracte praedestinatie-leer, om ons, kinderen des stofs en des tijds, nutteloos te vermoeijen door pogingen om op te klimmen in Gods eeuwigheid en daar te gaan vernemen of wij persoonlijk al dan niet ter zaligheid gepraedestineerd zijn. Integendeel: God heeft Zijne eeuwige praedestinatie die tot Zijn majesteitsregt behoort, en een uitvloeisel is van Zijne eeuwige souvereiniteit, opdat wij aan haar op eene voor ons geschikte wijze vat zouden hebben, doen intreden in den tijd en in Zijn huishouding op deze wereld, door ons Zijn genadeverhond te schenken, opdat wij ons daaraan zouden vasthouden en alzoo tot onze personele praedestinatie zouden opklimmen. Het genadeverbond is de eenige voor ons menschen geschikte vorm, in welken de praedestinatie-leer tot ons komt, en door welken wij van onze personele verkiezing ter zaligheid kennis ontvangen. En wat openbaart zich nu daarentegen bij de bekrompen rigting? — Eene eenzijdige waardeering van de abstracte praedestinatie-leer, en eene bijna volkomen miskenning van het genadeverbond; — voortdurende bespiegeling omtrent Gods eeuwig raadsbesluit, en bijna algeheele onkunde omtrent het verbond dèr genade; — verplaatsing van zichzelve in de onbegonnen eeuwigheid, terwijl wij tot den tijd behooren, die een aanvang nam. Het gevolg daarvan is, dat zij eigenlijk aan niet ééne waarheid behoorlijk regt laat wedervaren; zelfs niet aan die, welke zij het meest op den voorgrond stelt. Noch hare opvattingen omtrent 's menschen verderf en onmagt, noch die omtrent de verlossende kracht van CHRISTUS' dood en opstanding, noch die omtrent de wederbarende genade des Heiligen Geestes, noch die omtrent de volharding der heiligen en de personele verzekering omtrent den genadestaat, hebben genoegzame diepte. Maar vooral wordt bij de bekrompen rigting, door haar verwaarlozen van het genadeverbond, de aard van het geloof, de leiding Gods met het menschdom, en de kracht en het karakter der genademiddelen onkenbaar. Wat zal men aan de wereld, en zelfs aan de kerk gelijk zij bestaat, voorstellen om te gelooven? dat de menschen behouden zullen worden indien zij uitverkoren zijn? Maar de vraag volgt: hoe zal ik weten of ik uitverkoren ben? Hoe kan er in den Bijbel staan, dat God Zijne straffen en zegeningen op aarde zendt, dat Hij dreigt, en toornt, en zegent, en beloften doet om de menschen tot bekeering te leiden? Immers, vooral God weet het, dat toch alleen zij, die door Hem gepraedestineerd zijn, zalig worden. En de middelen der genade, wat zijn zij in betrekking tot eene onvermiddelde praedestinatie? Een misschien? Een loterijbriefje in eene loterij, waardoor sommige deelnemers als bij loting gelukkig worden, maar de meesten blijven wat zij waren? Een loterijbriefje in eene loterij, waarbij het mogelijk is, maar niet zeker, dat ook mij de prijs, dien ik zoo gaarne had, te beurt valt?

Deze miskenning van het genadeverbond heeft nog andere bedroevende gevolgen. De Heer heeft ons in Zijn genadeverbond opgenomen, opdat wij door Zijne genade en in Zijne gemeenschap, getroost in het vooruitzigt der eeuwige heerlijkheid, zouden wandelen, en bij toeneming zouden leeren verstaan, dat zowel de middelen als de uitkomst vruchten zijn van Zijne eeuwige vrije verkiezing, en alzoo zouden geraken tot volle verzekerdheid des geloofs, door het leven des geloofs zelf. Maar de bekrompen rigting neemt de onfeilbare en onwankelbare zekerheid, die God ter onzer tegemoetkoming in het genadeverbond heeft nedergelegd, weg, en plaatst den ontwaakten en verontrusten zondaar vlak tegenover de abstracte praedestinatie. Nu is goede raad duur, en aan de twijfelingen omtrent een personeel aandeel in Gods genade geen einde. De zekerheid, die God op aarde gegeven heeft en geeft, door de eigenzinnigheid der menschen weggenomen wordende, blijft er niets anders over dan ten hemel op te klimmen, en onmiddellijke en buitengewone verzekeringen van boven te verlangen, dat men genade gevonden heeft in de oogen van God. Het uitvinden van een geheel stelsel van bijzondere verzekeringen, verzegelingen, openbaringen en voorkomingen, waarvan er niet één steek houdt, is daarvan het gevolg geworden; zoodat eenvoudige zielen door moeijelijke vertroosters doorgaans op eene ongehoorde wijze worden opgehouden en gemarteld.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 september 1965

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

J. A.Wormser Sr. (1807-1862)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 september 1965

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's