Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WEZEN EN SCHIJN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WEZEN EN SCHIJN

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Heid. Cat. Vraag en antwoord 21. Vr. Wat is een waar geloof? Antw.: Een waar geloof is niet alleen een stellig weten of kennen, waardoor ik alles voor waarachtig houd wat God in Zijn Woord geopenbaard heeft, maar ook een vast vertrouwen, dat de Heilige Geest door het Evangelie in mijn hart werkt, dat niet alleen anderen, maar ook aan mij vergeving van zonden, eeuwige gerechtigheid en heil door God geschonken is uit louter genade, alleen vanwege Christus' verdienste. 

Alleen zij worden zalig die Christus door een waar geloof worden ingelijfd en al Zijn weldaden aannemen. Alleen door het geloof krijgen we dus deel aan Christus. Het geloof is onmisbaar tot zaligheid. Dat wil niet zeggen dat het geloof de grond van onze zaligheid is, maar wel dat het als instrument onmisbaar is. Zonder geloof kan niemand Gode behagen, omdat we immers door het geloof met Christus verenigd worden. Zonder geloof staan we los van Christus. Alleen door het geloof in Hem worden we in Hem gevonden en ontmoeten we in Hem Gods welgevallen.

Nu krijgen we deel aan Christus door een waar geloof. Dat woordje „waar" wordt in de vraag er met nadruk bijgevoegd. Het wil eigenlijk zoveel zeggen als „zaligmakend". Het geloof dus, dat ons in de diepste en rijkste zin gelukkig maakt voor tijd en eeuwigheid. Dat woordje „waar" zegt tevens dat er ook andere soorten geloof zijn en dringt ons tot zelfonderzoek en zelfbeproeving of wij in het geloof zijn.

Het is daarom nuttig en nodig om aan de hand van de Heilige Schrift die andere soorten te signaleren, te bezien, opdat we ze leren onderscheiden van het zaligmakend geloof en er zo voor behoed worden op valse gronden te betrouwen. Bovendien kan het dienen om de troost van het ware geloof des te meer te bevestigen.

Allereerst bepaalt het antwoord ons erbij, dat het ware geloof vrucht is van de zaligmakende bediening van de Heilige Geest in ons verstand en hart. Het wordt gekend als gave Gods. Nu is ér voor Gods gave nooit plaats bij ons, of eerst is het onze afgenomen. Daarom zullen we zeker het ware geloof niet weten te hebben, als we niet tot de ontdekking zijn gekomen, dat we van onszelf geen geloof hebben, en dat, wat we aanzagen voor waar geloof, niet anders dan vals geloof was of een vrucht van ons natuurlijk verstand en gevoel. Zulk zelfgemaakt geloof is een plant van de oude bodem, groeit op de oude wortel van ons leven en komt op uit ons vlees, dat het Koninkrijk Gods niet kan beërven. Het zaligmakend geloof komt uit een nieuw levensbeginsel op, dat niet uit ons is. Daarom leren we het kennen als een gave Gods, als onze levensstromen opdrogen.

Zo zal het dan duidelijk zijn dat er veel vruchten van ons natuurlijk verstand en hart zijn, - onder de algemene verlichting van de Heilige Geest -, die niets hebben uit te staan met het zaligmakend geloof, althans daarvan grondig zijn te onderscheiden. Wij willen dan eerst bij die vruchten van allerlei verlichting en bediening van de Heilige Geest (niet zaligmakend) stilstaan.

Het historisch geloof.

Er zijn er die menen dat we zo gauw mogelijk van die uitdrukking af moeten. De Bijbel kent immers deze term niet. Hij spreekt van een dood geloof in tegenstelling met het levend (zaligmakend) geloof.

Nu gaat het ons niet om een naam. We zijn toch geen biblicist, die alleen maar woorden wil gebruiken die in de Bijbel voorkomen! De uitdrukking „historisch geloof" moge wat ongelukkig gekozen zijn i.v.m. de zaak die erdoor wordt aangeduid, zeker is dat deze aangeduide zaak in Gods Woord wordt gesignaleerd en omschreven. We vrezen dan ook dat zij die zo fulmineren tegen deze uitdrukking de zaak zelf willen ontkennen en daardoor wat slechts vrucht is van algemene verlichting van de Heilige Geest, willen laten doorgaan voor vrucht van de zaligmakende bediening des Geestes. Daartegen brengen we bezwaar in. Het zaligmakend geloof heeft zijn eigen aard, is bevindelijk in levende betrekking op Christus en daarmee geheel onderscheiden van wat we gewoon zijn te noemen het historisch geloof. De Bijbel laat dat ook heel duidelijk zien.

Er is immers een overtuiging die de Waarheid Gods erkent, zonder dat daarbij het leven in zijn diepste wortel veranderd wordt. De ganse Schrift wordt beleden als Gods Woord en deze belijdenis oefent ook invloeden uit op het dagelijks leven. Maar het stamt niet uit de zaligmakende wedergeboorte. Er is geen levende kennis van Christus.

Nu zijn er weer die voor dit historisch geloof in 't geheel geen waardering kunnen opbrengen. Zij willen het eigenlijk geen geloof noemen. Zij kunnen er alleen maar smalend over spreken. Daarmee wordt ongetwijfeld tekort gedaan aan de lankmoedige goedertierenheid Gods, die op het erf der zichtbare kerk bewezen wordt. We moeten er toch oog voor hebben dat op zichzelf dit historisch geloof voor het leven van de volksgemeenschap van grote waarde is. De overtuiging dat Gods Woord gezag heeft oefent invloed op het geweten en het leven, op de voorstellingen van goed en kwaad. Er is nog beslag van Gods Woord, wat zich openbaart in eerbied voor Gods Woord en de inzettingen des Heeren. Men is overtuigd van de waarheid van Gods Woord, niet alleen krachtens het gezag van de kerk of mensen, maar ook krachtens Gods Woord zelf.

Het ware dan ook te wensen, dat in dit opzicht er meer historisch geloof was. Het is dan ook een teken van gericht Gods met kerk en volk, als dit historisch geloof wijken gaat en de invloeden ervan gaan verdwijnen uit het leven van staat en maatschappij.

Doch aan de andere zijde moet nu dit historisch geloof niet verward worden met het ware geloof. Het is onvoldoende tot zaligheid en verschilt naar zijn wezen geheel van het zaligmakend geloof. Het is vrucht van de algemene verlichting van de Heilige Geest. Het Woord is voor het hart niet een levende kracht. Men stemt toe dat de mens diep gevallen is en dat in Christus alleen behoudenis is, maar men blijft er onbewogen onder. Geen zelfveroordeling doorwondt het hart, Christus is niet dierbaar. Het is een dood geloof, zonder de werken des geloofs. Degenen die dit historisch geloof aanzien voor zaligmakend geloof zijn blinder dan blind. Anderen die voor zichzelf en anderen tonen het zeer goed te weten dat ze maar historisch geloven en daarop nadruk leggen als was het hun een eer, dreigen zich prijs te geven aan een verschrikkelijke verharding. De koudheid, waarmee ze spreken over hun historisch geloof doet het ergste vrezen.

Van wat wij onder „historisch geloof" willen verstaan vinden we in de Heilige Schrift veel getuigenissen. Het meest bekende is wel het woord van Paulus tot koning Agrippa: Gelooft gij, o koning Agrippa, de profeten? Ik weet dat gij ze gelooft. Ook het woord uit Jakobus 2 is bekend: Gij gelooft, dat God een enig God is, gij doet wel; de duivelen geloven het ook en zij sidderen. - Calvijn merkt bij deze tekst op: Dit is een kennen van God als rechtvaardig Rechter, en daarom beven zij. Wie God, die hij kent, veracht, is dan nog erger dan de duivelen".

Ik wil daaraan nog toevoegen wat wij lezen in Joh. 8. In vs. 30 wordt vermeld dat velen in Jezus geloofden. In het volgende vers spreekt Jezus tot deze joden die in Hem geloofden. Het zijn woorden die diep in het eigengerechtigde vlees snijden. Hun reactie is dan ook navenant: Wij zijn Abrahams zaad, en hebben nooit iemand gediend; hoe zegt gij dan: Gij zult vrij worden? - Daarop gaat Jezus dan weer in, waarbij Hij o.a. deze woorden spreekt: Ik weet, dat gij Abrahams zaad zijt; maar gij zoekt Mij te doden.

In dit Schriftgedeelte wordt van geloof gesproken, een geloof echter, dat niet onder de rubriek van het tijdgeloof kan worden gebracht. Daar is het veel te ijl voor. Toch is het geloof. Het kan echter niet anders verstaan worden als een meelopen uit een zekere overtuiging, die niets te maken heeft met het zaligmakend geloof. Ik meen hier te mogen spreken van een historisch geloof.

Maar dan maakt de Schrift ons hier wel duidelijk hoe we dit historisch geloof hebben aan te pakken. Het is vrucht van verlichting van de Heilige Geest en doet zijn nut, maar moet tegelijk ontmaskerd worden als - wanneer het er op aankomt - vijandschap tegen God en Zijn Christus. Dat dit heel vaak niet gedaan wordt in prediking en zielszorg, stelt deze beide als vals aan de kaak. Ik meen dat het zo niet te scherp gezegd is. Wanneer niet geworsteld wordt met de historisch gelovigen in de bediening des Woords en het pastoraat, worden de dienaren Gods door Christus in hun bediening beschaamd en veroordeeld. Juist de historisch gelovigen zullen toch telkens de ergernis van het kruis hebben te ontmoeten, opdat zij - tot hun nut - struikelen en vallen, om alzo opgericht te worden door het Evangelie der vrije genade Gods. Indien niet, zo zal het oordeel, dat de steen des aanstoots hen verplettert, niet worden ontlopen.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 november 1966

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

WEZEN EN SCHIJN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 november 1966

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's