Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HEILIG AVONDMAAL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HEILIG AVONDMAAL

DE BETEKENIS VAN HET

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Om de betekenis van dit Sacrament te onderzoeken, willen we beginnen met de verhouding van het H. Avondmaal na te gaan ten opzichte van het Pascha onder het Oude Verbond.

Want, zoals wij onder het Nieuwe Verbond twee Sacramenten hebben, waardoor God de belofte des Evangelies ons des te beter wil doen verstaan en verzegelen, zo was het ook onder Israël. Het éne Sacrament, dat der besnijdenis, werd ook slechts éénmaal bediend en ontvangen. Het andere — het Pascha — keerde telkens weder, en bestond, evenals het H. Avondmaal, althans onder andere, uit een maaltijd. Wetsgetrouwe Israëlieten vieren die trouwens nog altijd, zij het dan aangepast aan de veranderde omstandigheden, n.l. zonder tempel en zonder altaar.

Wij willen dan ook naar de oorspronkelijke inzetting van het Pascha teruggaan. Daarbij is niet alleen sprake van een maaltijd, maar ook van een offer. Er is een lam, dat op de 10de van de maand Abib of Nisan afgezonderd wordt en op de 14de der maand „tussen twee avonden", d.i. in de schemering van de voorbijgegane dag en vóór de om 6 uur 's avonds intredende nieuwe dag geslacht wordt.

In Exodus 12 lezen we de instelling van het Pascha. En als Mozes dan het volk op het hart bindt deze inzetting te onderhouden, zegt hij (Exodus 12 : 26, 27): n als uw kinderen tot u zullen zeggen: at hebt gij daar voor een dienst? (de vraag- en antwoordvorm, waarbij het kind vraagt en de vader antwoordt is zeer doeltreffend), zo zult gij zeggen: Dit is den Here een Paasoffer, Die voor de huizen der kinderen Israëls voorbijging, toen Hij de Egyptenaars sloeg en onze huizen bevrijdde.

Daar noemt Mozes dus het Pascha een offer. Dat offerkarakter wordt straks nog meer onderstreept, als niet de huisvaders, maar de Levieten de lammeren slachten in de tempel, vanwaar het vlees, ook in Jezus' dagen, werd meegenomen naar de huizen, om voor de Paasmaaltijd dienst te doen. Daarbij werd gerekend op een gezelschap van 10 tot 20 personen voor één lam. Verder werden de ongezuurde broden gegeten (Mazzoot) als beeld van het wegdoen van alles wat onrein is, terwijl in de loop der tijden allerlei ceremonieën aan de sobere eerste inzetting werden toegevoegd, o.a. het op verschillende momenten rondgaan van de beker. We gaan daar niet verder op in. Ook niet op het Paasfeest als wijding van de aanstaande, nieuwe oogst.

Waar het ons om te doen is, is het offer en de gemeenschap met dat offer door de offermaaltijd. Offermaaltijden treffen we in het godsdienstig leven van Israël telkens aan. Niet alle offerdieren werden in hun geheel verbrand. Sommige slechts voor een deel, terwijl het overige van deze offers bestemd was soms voor de priesters, maar menigmaal ook voor de offeraars en hun gezin. God de Here nodigde hen a.h.w. ter maaltijd ter bevestiging van Zijn Verbond. Hij wilde daardoor te kennen geven, dat Hij op grond van het aan Hem gebrachte en door Hem aangenomen offer. Zich met Zijn volk verenigde.

Daaraan herinnert Paulus als hij in 1 Cor. 10 ook spreekt van het H. Avondmaal als een gemeenschap aan het lichaam en bloed van Christus. Hij wijst dan op het Israël, dat naar het vlees is, en zegt: „hebben niet degenen, die de offeranden eten, gemeenschap met het altaar? " Vandaar de strenge waarschuwing tegen het eten van vlees van een afgodenoffer, als zijnde een gemeenschap aan de tafel der duivelen. Ook al staat men zo sterk in het geloof, dat men dit vlees los van z'n bestemming als afgodenoffer kan zien, en dus als gave Gods ontvangen kan, dan moet men het toch niet eten, wanneer het voor anderen toch de gedachte wekt, dat men gemeenschap zou hebben met de afgoden. Zo sterk zit dus in het gebruiken van een offermaaltijd de gedachte van de gemeenschap aan het gebrachte offer.

Desondanks waren enkele Gereformeerden huiverig om het Pascha te zien als een offerande. Men vreesde dan minder sterk te staan tegenover Rome met z'n priester en misoffer.

Toch ten onrechte. Want de naam „Pascha" herinnert juist aan de kracht van het bloed van het geslachte lam, dat gestreken was aan de beide zijposten en aan de bovendorpel der deuren. „Wanneer Ik het bloed zie, zal Ik ulieden voorbijgaan", had de Here gezegd. Israël was niet uitnemender dan Egypte En dat het oordeel Israëls deur voorbij gaat, (Pascha=voorbijgang) is alleen te danken aan dat lam. Dat herdenkt en viert het volk en het brengt dit alles tot uitdrukking door een, door God Zelf voorgeschreven en gegeven maaltijd, die de gemeenschap uitdrukt aan de verlossing en de verzoening, die door het lam is teweeggebracht, ja aan het lam zelf. De grondslag van de uitleiding uit Egypteland, uit het diensthuis naar de vrijheid, ligt in het lam, door God gegeven.

Paulus verbindt dat Pascha regelrecht aan de enige offerande van de Here Jezus Christus, wanneer hij in 1 Cor. 5 : 7 zegt: ook ons Pascha is voor ons geslacht, n.l. Christus".

Er is juist des te minder bezwaar om aan het Pascha de gedachte van het offer te verbinden, omdat dit Sacrament wel een herinnering was aan de bevrijding uit Egypte; maar tevens waren de handelingen, die tot dit Sacrament behoorden, niet meer, maar ook niet minder dan een voorafschaduwing van de grote en enige verlossing door Jezus Christus aan het kruis volbracht, waarvan alle verlossing (ook die uit Egypte) alleen maar een vrucht is.

Nu is er verband tussen schaduw en zon. Wanneer de zon haar hoogtepunt nadert, worden de schaduwen korter. Totdat daar, waar de zon haar stralen loodrecht neerzendt, de schaduw van een huis geheel en al opgaat in het huis, dat tevoren schaduw gaf, en daarmee ophoudt te bestaan. Zo is het wanneer Jezus voor het laatst het Pascha viert en daarmede de dienst der schaduwen afsluit. Daarom heeft Hij zeer begeerd dit Pascha met Zijn discipelen te vieren, nu de dag van Zijn verzoenend lijden en sterven is ingetreden. Hij hijgt naar de vervulling. De schaduw heeft haar tijd gehad. Het grote offer zelf moet nu gebracht worden. Tegen alle overleggingen der mensen in — op het feest, het Paasfeest. Er is geen afstand meer tussen schaduw en werkelijkheid.

Maar dat betekent óok, dat er nu geen priester meer iets te doen heeft. Of liever: er is hier één grote Priester, Die Priester en Lam tegelijk is. Die alles gaat volbrengen om een eeuwige verlossing teweeg te brengen.

Vandaar dat wij elk dienst-doen van een priester in de kerk veroordelen als een aanranding van de enige offerande van Jezus Christus aan het kruis volbracht als de enige grond der zaligheid. Het feit, dat er in de loop der eeuwen een ontwikkeling heeft plaats gevonden, die weer een man met priesterlijke kleding en priesterlijke waardigheid in de kerk laat dienst doen, is een averechtse terugkeer tot de dienst der schaduwen. Geen wonder dat mede daardoor Rome de zekerheid des geloofs mist.

Toch ontdekken we in de nieuwe Roomse Catechismus uitspraken, die opmerkelijk zijn. Bij de behandeling van de „eucharistie" wordt verwezen naar het offer van Christus, waarbij Hebr. 9 : 13 en 14 wordt aangehaald. Daaraan verbindt deze Catechismus deze opmerkingen: Wie de heilige mis viert, heeft deel aan dit offer". En: onze houding van offeren is daarbij een bijzondere. Het offer is immers al volbracht. Wij brengen eigenlijk geen offer. Wij zijn van alle offers af. Wij sluiten ons aan bij het éne offer". (Cursivering van mij, v. d. W.).

Toch blijft Rome het woord „offer" gebruiken en ook deze nieuwe Nederlandse Catechismus leert de transsubstantiatie, al wordt het woord vermeden en de zaak zelf voorzichtig ingekleed. Daarbij gaat het dan om de wijze waarop Christus in het Sacrament aanwezig is.

Het Pascha helpt ons, juist door het daaraan verbonden offer, op weg om te verstaan, dat het in het H. Avondmaal gaat om de gemeenschap aan de enige offerande van Jezus Christus aan het kruis volbracht. Maar hóé heeft die gemeenschap plaats?

(Wordt vervolgd).

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juni 1967

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

HEILIG AVONDMAAL

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juni 1967

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's