Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE BETEKENIS VAN HET HEILIG AVONDMAAL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE BETEKENIS VAN HET HEILIG AVONDMAAL

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

VII.

Deze spijze is het brood des eeuwigen levens. De beloften, die daarvan spreken, bevestigen niet alleen het kindschap, maar ook het erfgenaam-zijn, erfgenaam Gods en mede-erfgenaam van de Here Jezus Christus.

De dood des Heren, door het Avondmaal gepredikt, bevestigt, dat het Testament voor de erfgenamen van kracht is geworden. Hier worden perspectieven geopend op dingen, die geen oog heeft gezien, geen oor gehoord en die niet in het hart van een mens zijn opgeklommen.

Hier wordt het geloof gesterkt, maar alleen omdat God de Here Zichzelf zo diep neerbuigt, dat Hij de geloofwaardigheid van Zijn Evangelie voor onze ogen bevestigt.

Hier wordt de liefde ontstoken aan het liefdevuur van Hem, Die de Zijnen zo uitnemend heeft liefgehad. En wel éérst heeft liefgehad (1 Joh. 4 : 10, 29).

De hoop wordt verlevendigd, omdat in het kruis en de opstanding des He­ren een deur der hoop geopend wordt.

Want het Avondmaal verzegelt de gemeenschap niet alleen met Christus zoals Hij Zichzelf in de volheid des tijds overgegeven heeft in de dood des kruises, maar ook met Hem in Zijn verhoging en heerlijkheid ter rechterhand Zijns hemelsen Vaders. Waarom ook ons Avondmaalsformulier ons vermaant met onze gedachten niet aan het uiterlijke brood en de wijn te blijven hangen, maar onze harten opwaarts in de hemel te verheffen.

Het is juist de verheerlijkte Heiland Zelf, Die door Zijn Geest onder de tekenen van brood en wijn de gemeenschap oefent en bekrachtigt tussen Hem en Zijn gemeente, die Hij Zijn bruid, wil noemen en die vlees van Zijn vlees en been van Zijn gebeente is (Heid. Cat., vr. 76).

Die eenheid is niet alleen de gemeenschap aan Zijn kruis en opstanding tot verzoening en vrijspraak, vergeving en rechtvaardiging, maar zij brengt mede, dat wij door Zijn kracht met Hem gekruisigd worden en met Hem opstaan in een nieuw leven. Zoals brood en wijn onze krachten vernieuwen, doordat zij ingaan in ons leven en bloed, zo sterkt de gemeenschap met de gekruisigde en verheerlijkte Christus tot het verliezen van het eigen leven en het wandelen in nieuwigheid des levens, in heiligmaking en dagelijkse bekering.

Dat leven der dankbaarheid is geen toevoegsel onzerzijds aan het werk des Heren, maar een regelrechte vrucht van Zijn werk en van de geloofsgemeenschap met Hem; of liever het is één van de zijden van Zijn werk.

In die gemeenschap met Jezus Christus als het Hoofd van Zijn gemeente, die vlees van Zijn vlees en been van Zijn gebeente is, ligt ook het centrale punt van alle éénheid van Zijn kerk.

De Catechismus verbindt in vraag 76 onmiddellijk het een aan het ander. Diezelfde Geest, Die Christus en de Zijnen verbindt, is de éne Geest, waardoor de gehele gemeente Gods leeft en geregeerd wordt. Het is er mede als met de vele leden van ons lichaam. Het zijn er zeer vele. En hun werking, vorm en functie is zeer verscheiden. Nochtans is het één ziel, die het geheel, al die leden en hun gemeenschappelijk verband, regelt en beheerst.

„Een brood is het, zo zijn wij velen één lichaam, dewijl wij allen eens broods deelachtig zijn." Het Avondmaalsformulier werkt dit woord - uit 1 Cor. 10 : 17 op zeer schone wijze uit.

Dit uitgangspunt is de remedie tegen alle twist en tweedracht en alle verdeeldheid van het lichaam van Christus. Jammer dat wij in de praktijk veelal niet verder komen dan schone gedachten en schone woorden, met een schone werkelijkheid ver op de achtergrond. Dat komt omdat het hart van de zaak te weinig bij ons leeft.

Wij brengen bij het Avondmaal die gemeenschap niet mede, maar zoeken haar met de bede: Here, leef Gij in mij en in heel uw gemeente; regeer in mij en in heel uw kerk, en doe ons meer en meer het trekken gevoelen van de band met U, en met elkander.

Tenslotte nog een opmerking.

Het Pascha wees heen naar het verleden, functioneerde in het heden en was een profetie van de toekomst. Het verleden sprak van de verlossende daden Gods met de sparende kracht van het bloed en de uitleiding uit het diensthuis.

Maar dat verleden werd in de viering van het Pascha de basis van de weldaden, waarin Israël in het heden deelde, zoals door psalmisten en profeten zo menigmaal tot uitdrukking wordt gebracht. Israël leefde echter de toekomst tegemoet: de toekomst van de volheid des tijds, al heeft het menigmaal door een gekleurde bril daarnaar uitgezien.

Zo wijst ook God de Here ons door het Avondmaal naar het verleden, naar het bloed van het Lam, voor ons geslacht als de enige grond onzer zaligheid. Gemeenschap aan het lichaam en bloed van Christus betekent niet anders dan het deel hebben van de Zijnen in de dood des Heren.

Maar Hij, Die Zichzelf in de volheid des tijds als het offer voor de zonde Zijns volks gegeven heeft, treedt nu aan het Avondmaal op als Gastheer. Hier is de gemeenschap met de levende Christus. En dan zijn het niet het brood en de drinkbeker, die de gemeenschap teweegbrengen. Maar omgekeerd brengt de tegenwoordigheid van Christus, door middel van brood en wijn, de gemeenschap met Zijn lichaam en bloed, het deelgenootschap aan Zijn dood tot stand, opdat wij nu met Hem sterven en met Hem leven.

Maar ook nu opent het Sacrament vensters naar de toekomst des Heren. Paulus vermaant: „Verkondigt de dood des Heren, totdat Hij komt".

Het Avondmaal is de verbindingsschakel tussen het laatste Avondmaal van Jezus en het verheerlijkte eten en drinken in het Koninkrijk Gods". (Ridderbos; Paulus 471). Hij verwijst naar Marcus 14 : 25, „Voorwaar zeg Ik u, dat Ik niet meer zal drinken van de vrucht des wijnstoks tot op dien dag, wanneer Ik dezelve nieuw zal drinken in het Koninkrijk Gods". Dit Woord des Heren in de nacht, waarin Hij verraden werd, en dat ook bij Matth. en Lucas te vinden is met ondergeschikte variatie, toont, gelijk ook andere uitspraken van Jezus in Zijn lijden (b.v. Matth. 26 : 64), hoezeer de lijdende Knecht des Heren zelfs in de diepte van Zijn lijdensweg de grote voltooiing van het verlossingswerk voor ogen had. De gemeente wordt geroepen ook bij haar Avondmaalsviering, de Overste Leidsman en Voleinder des geloofs op die weg te volgen. Want ondanks het zichtbare karakter van het Sacrament is het de bevestiging van de dingen, die nog niet gezien worden. Het bekrachtigt de verlossing uit de dienstbaarheid der verderfenis, bedoelt teerkost te zijn op de weg, die ons te veel zou zijn, maar richt onze aandacht ook op het einddoel der reis, n.l. dat Jeruzalem, waarin God zal zijn alles in allen.

De betekenis van het H. Avondmaal is dus velerlei. In deze tekenen worden rechtvaardigmaking, heiligmaking en heerlijkmaking verzekerd. De banden der gemeenschap met de Here en met al degenen, die een even dierbaar geloof deelachtig zijn, worden versterkt. Niet altijd zal ieder aspect bij een Avondmaalsviering ons voor ogen staan. Wij moeten levenslang Avondmaal leren vieren.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 augustus 1967

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

DE BETEKENIS VAN HET HEILIG AVONDMAAL

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 augustus 1967

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's