Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BOEKBESPREKING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BOEKBESPREKING

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

LITURGISCHE HANDREIKING, I, 128 blz., de complete band zal 208 blz. bevatten), Boekencentrum, 's-Gravenhage, 1967.

Dit is de eerste aflevering van een losbladig werkschrift, dat onder redactie van de Commissie Dienstboek van de Hervormde Raad voor de Eredienst uitkwam. In een inleidend woord geeft de redactie verantwoording omtrent haar samenstelling, opdracht, werkwijze en plannen. Deze commissie is in '66 aangewezen om zich opnieuw met de liturgie bezig te houden. Men heeft een aantal niet-hervormde medewerkers voor deelname aan deze werkgroep uitgenodigd.

Een drietal onderwerpen wordt uitvoerig bezien: Bevestiging en inzegening van het huwelijk, waarin een voorlopige bezinning op de kerkelijke huwelijkssluiting en een gewijzigd en aangevuld huwelijksformulier II uit het Dienstboek-in-ontwerp. In de tweede plaats: vernieuwing van de belijdenisvragen en tenslotte een aantal gebeden (32 blz.): Gebedshulp.

Voor een eenvoudige taak staat de Commissie niet. In elk geval heeft hij recht op onze belangstelling. Ook al zijn wij voor een sobere liturgie, daarom is het nog niet juist en verantwoord om de vragen rondom de liturgie zonder meer naast ons neer te leggen. In de liturgie wordt de schat van de Kerk doorgegeven aan het volgende geslacht en dat is het niet alleen! Moeten nu de huidige belijdenisvragen gehandhaafd worden en het daarbij opgenomen stuk over de belijdenis des geloofs, een m.i. nogal hortend geheel? En daarbij, is wat ons hier geboden wordt inderdaad een verbetering?

Het is een zeer verzorgde uitgave, waarbij de ringband het voordeel heeft, dat men bladzijden met aantekeningen kan invoegen zonder het risico, dat zij verloren gaan.

Drs. K.ExaIto: LUTHERS 95 STELLINGEN TEGEN DE AFLAAT, 52, blz., ƒ 2, 50.

Drs. B. Wentsel: HET GERICHT EN DE GERICHTSBELEVING, 28 blz., ƒ 2, —.

Uitgegeven door Buijten en Schipperheijn, Amsterdam 1967.

De eerste van deze twee brochures is uitgegeven ter gelegenheid van de 450ste herdenkingsdag van de Kerkhervorming. De schrijver gaat in hoofdstuk I in op Luthers optreden tegen de aflaathandel, waarbij ook de vraag bezien wordt of Luther inderdaad op de 31ste oktober zijn stellingen aansloeg; hoogstwaarschijnlijk wel, aldus de conclusie van ds. Exalto. Daarna volgt een vertaling van de stellingen en tenslotte geeft de schrijver hierover een verklaring. Luther heeft zich later nogal kritisch over zijn stellingen uitgelaten. Wat niet wil zeggen, dat deze stellingen hun waarde niet zouden behouden!

In elf hoofdstukken schrijft ds. Wentsel over het gericht Gods. Ik noem slechts enige onderwerpen, die de schrijver aanroert: natuurrampen, oorlogen, het gericht en de onwetenden; het gericht en de wetenden; het gericht in de geloofsbeleving; het gericht en de prediking. — Het is goed dat de schrijver hierover heeft geschreven. Niet ten onrechte zegt hij, dat de beleving van zonde en schuld gedevalueerd is. Verscheidene malen wijst hij op de huidige opvattingen in r.k. kringen. Door de vele problemen die aan de orde komen, moest de schrijver zich soms wel zeer beperken. Daardoor komt de uitleg van sommige teksten — en terecht citeert de schrijver vele woorden uit de Schrift — niet voldoende tot zijn recht.

Gaarne beveel ik lezing en bestudering van deze brochures aan. Wie de arbeid van de Willem de Zwijgerstichting met minstens ƒ 5, —per jaar steunt ontvangt regelmatig de schriften, die vanwege deze stichting, die zich ten doel stelt verdieping en versterking van de reformatorische beginselen, worden uitgegeven.

Dr. H. F. Kohlbrugge: DE HEER, PHILIPPUS EN NATHANAEL, 48 blz., geb. ƒ 4,50, T. Wever, Franeker.

Op zondag 2 maart 1862 preekte Kohlbrugge in de Theodorus-Kerk te Basel over Joh. 1 : 44-52. Ds. H. C. Touw heeft deze preek, destijds reeds in het Duits en in het Nederlands uitgegeven, opnieuw vertaald. De uitgeverij Wever, die ook de Catechismusverklaring van Kohlbrugge uitgaf verzorgde in samenwerking met de Vereniging tot uitgave van Gereformeerde Geschriften deze uitgave. Uit het voorbericht begreep ik, dat meerdere preken van Kohlbrugge in druk zullen verschijnen.

Kohlbrugge had een eigen stijl van preken en ook in ons land heeft hij grote Invloed gehad. Tot vandaag wordt zijn naam genoemd en worden zijn boeken gelezen, al heb ik niet altijd het gevoel, dat men de gehele Kohlbrugge aanvaardt.

De meditatie eindigt met deze woorden: „Gezegend zijn wij onder de vijgeboom, waar ons geloof zijn strijd voert. Hij, Die ons ziet, haalt ons wel daarvandaan. En zo zullen wij meer en meer zien, dat ons hart zich zal verwonderen."

Een keurige uitgave, die door vele moge worden vervolgd.

H. Veldkamp: HET AMBT DER GELOVI­ GEN, 60 blz., ƒ 3,90, T. Wever, Franeker.

Ds. Veldkamp schreef deze brochure om de gemeente te activeren. Iedere gelovige heeft drie ambten: het ambt van de profeet (hoe zit ik in de kerk en hoe zit ik in de wereld), het ambt van de priester (offer, voorbede, zegen), het ambt van koning (adeldom verplicht).

De titel is ontleend aan art. 28, waar in vele uitgaven staat, dat het ‘t ambt van de gelovigen is zich af te scheiden van degenen, die niet van de Kerk zijn. Nu wordt meer dan eens geredeneerd op deze wijze: naast de ambten van ouderling, diaken en dienaar des Woords (de bijzondere ambten) is er het ambt der gelovigen. Dat moet men liever zo niet stellen. In de oudste uitgaven van de Ned. Geloofsbelijdenis lezen wij in de plaats van „ambt der gelovigen": aller geloovighen schuldighe plicht (in het frans Ie devoir de tous fidèles). Terwijl, waar in de huidige tekst van ambt sprake is ia art. 31 in de oudste uitgave gelezen wordt: dienst (in het frans office). Op deze vragen gaat de schrijver niet in. Hij stelt, dat het ambt der gelovigen behoort tot het wezen der kerk, terwijl de bijzondere ambten het welzijn van de zichtbare kerk dienen.

Het is een opbouwend werkje, dat de verantwoordelijkheid van ieder gemeentelid tekent.

W. a Brakel: REDELIJKE GODSDIENST, 2 delen, 1166 en 1200 blz., geb. ƒ 98, —. Uitg. De Banier, Utrecht.

In de voorrede van de eerste druk (1700) beschrijft Brakel, toen predikant in Rotterdam, wie hij met zijn boek wilde bereiken. Het is bestemd voor de gemeente: „Maakt kleine gezelschapjes van bekenden onder elkaar, leest dan telkens een hoofdstuk of gedeelte en laat het gelezene stof geven tot stichtelijke samensprekingen." De schrijver zou zich verheugen, als het werk ook studenten, proponenten en jonge predikanten „tot enige bestiering kon zijn om de goddelijke waarheden in hun eigen natuur te verstaan, die te beschermen, die met de daad te beoefenen en aan de gemeente zo voor te stellen".

Het uitvoerige werk geeft een uiteenzetting van de kennis Gods naar de Schriften. Het vangt aan met de kennis Gods uit de natuur en eindigt met hoofdstukken over het laatste oordeel en het eeuwige leven.

Het derde deel (het laatste gedeelte van band twee) bevat behalve hoofdstukken over de Kerk in het Oude Testament en over de verhouding van het Oude en het Nieuwe Testament een verklaring van het boek der Openbaring.

Wie dit boek doorneemt kan begrijpen, dat in de loop der jaren de ene druk na de andere van de pers kwam. De dertiende druk, die ik bezit, is van 1736 en stellig zijn er meer dan twintig drukken uitgekomen. Het boek heeft een sterk pastorale inslag; het is zeer gericht op de praktijk van het geestelijke leven. Dat blijkt ook uit hoofdstukken als: Van de geestelijke vrede, van de geestelijke blijdschap. Ik geef slechts een enkel voorbeeld: Schrijvende over het geloof zegt de schrijver in verband met het aanbod van genade: „Durft gij niet, omdat gij niet genoeg verbrijzeld zijt en u inbeeldt dat men zo klein, zo verpletterd, zo gevoelig overreed moet zijn, dat men Christus klaar kennen, dat men zo hongerig en dorstig moet zijn eer men tot Christus komen mag, dan antwoord ik: werpt die inbeelding weg, want dat is niet naar het Woord; verbrijzeling, willen, kennen, hongeren en dorsten zijn geen voorafgaande voorwaarden, op welke iemand komen of niet komen mag."

Als vanzelf gaat men Brakel vergelijken met andere theologen van zijn tijd. B.v.: Brakel verwerpt de leer van de rechtvaardigheid van eeuwigheid. Ook Comrie schreef hierover o.a. herinnerende aan Voetius en anderen. (In: Brief over de rechtvaardigmaking des zondaars, 1760 en in: Verhandeling van enige eigenschappen des zaligmakende geloofs, 1743). Comrie zegt: de rechtvaardigmaking als inlijvende daad Gods is volstrekt eeuwig. Ook in zijn uiteenzettingen over het geloof vanden we bij Brakel een ander accent dan bij Comrie. Het is van betekenis dit op te merken omdat bij alle verschil, dat bij de gereformeerde theologen gevonden werd, hun rechtzinnigheid niet in twijfel getrokken werd.

Ook ten aanzien van het Verbond was er verschil van mening. Brakel verwierp de gedachte van een uitwendig en van een inwendig Verbond. Zoals bekend was het Gomarus, die meende, dat dit onderscheid mocht en moest worden gemaakt. Menige theoloog, in Gomarus' dagen en later, is hem daarin bijgevallen. Neen, zegt Brakel, er is geen uitwendig Verbond. Maar Brakel begreep te goed, waarom Gomarus e.a. dit onderscheid maakten. Daarom sprak hij van een uitwendige inlating in het Verbond der genade.

Brakel was een man van zijn tijd; dat komt uit in zijn redeneertrant, in zijn hanteren van begrippen. — De methode van uitleg van het boek der Openbaring is tegenwoordig over het geheel wel verlaten, wat niet wil zeggen, dat ook in dit deel niet menig goed geestelijk woord voorkomt. — Ik moet het hierbij wel laten om de grenzen van een aankondiging niet te overschrijden. —

Het initiatief van de uitgever om een nieuwe uitgave — wel niet in de nieuwste, maar toch in nieuwe spelling — van Brakels werk te verzorgen is zeer te prijzen. Het is een pracht uitgave geworden, op goed papier gedrukt en van mooie banden voorzien.

Gaarne aanbevolen.

Utrecht  H. Bout.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 februari 1968

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

BOEKBESPREKING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 februari 1968

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's