Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TREKKENDE LIEFDE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TREKKENDE LIEFDE

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

. . . en als hij nog ver van hem. was zag hem zijn vader en werd met innerlijke ontferming bewogen. (Luk. 15:20b)

„Ik ben gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren is." De waarheid van dit woord heeft Christus getoond tijdens zijn omwandeling op aarde, en nog bevestigt Hij het als de ten hemel gevaren Koning.

Het Evangelie verkondigt genade, gratie aan doemschuldigen, zaligheid aan verlorenen, troost aan gebrokenen van hart.

De tekstgelijkenis geeft ons de indruk dat we met een welgesteld man van doen hebben. Grondbezit, knechten en huurlingen wijzen daar wel op. Maar als rechtgeaard vader zullen hem zeker zijn beide zonen na aan het hart hebben gelegen.

Het gevaar is groot dat wij bij het ouder worden niet meer letten op de zorgvolle liefde van onze ouders.

Ook de jongste zoon geeft daarvan blijk. Hij vraagt zijn erfdeel op. Niet ongebruikelijk naar oosterse traditie, b.v. bij zelfstandige vestiging. De oudste kon eerst na de dood van zijn vader zijn erfdeel ontvangen. Het motief om over zijn erfdeel te kunnen beschikken deugde echter niet. Hij wilde bij vader vandaan, van de wereld genieten. De oudste bleef thuis, plichtsgetrouw, ten diepste toch missend de vreugde van het echte kindschap.

Trekken ook wij, naar de drang van ons natuurlijk hart niet liever de wereld in en dat nog wel als gedoopten als kinderen van het Verbond, met de gave van gezondheid, van denk- en werkkracht, kortom met alles wat we uit Gods hand ontvangen?

De gelijkenis is overbekend. God heeft in ons leven altijd de middelen om ons bij het einde (eindige) te brengen van al het onze.

Voor de jongste zoon: armoede, hongersnood, zwijnendraf, maar alles liep uit op de belijdenis: ... ik heb gezondigd! In dit tot zichzelf komen is er tegelijk de begeerte: ik zal opstaan en tot de vader gaan! En de weg naar huis zal hem herinnerd hebben aan zijn verleden . . . hij besefte het kindschap verspeeld te hebben!

En dit is de kern in alle verandering van gezindheid (bekering): aan de ene kant iets te gaan begrijpen van het verloren kindschap om eigen schuld, maar aan de andere kant de begeerte naar de vergeving. En laten wij goed bedenken dat God meer dan één weg heeft.

Paulus was geen Timotheus!

Maar we woorden ontdaan van alle camouflage. We worden: eerlijk voor God! Zelfs schijnvroomheid blijkt bedrog!

Maar in de ontreddering van het leven is er het getrokken worden tot de Vader!

”En als hij nog ver was zag hem zijn vader en werd met innerlijke ontferming bewogen.”

Ver boven deze gelijkenis uit grijpt de werkelijkheid van de wachtende God en Vader om genade te bewijzen.

Ten diepste gaat het hier niet om de bekering van de verloren zoon maar om de houding van de Vader. Wat ons in onze verlorenheid alleen maar redden kon, was niet onze schuldbelijdenis, onze boete, maar zijn Liefde in zijn zoeken van ons. Eer wij riepen antwoordde Hij.

Onze roep: ik zal opstaan, ons komen tot de daad om met de zonde te breken wat is het anders geweest dan het trekken van de Liefde van de Vader, vol ontferming bewogen. God is nog, in Christus, de ontfermende God! God wacht op u!

Niemand is te oud of te slecht zijn Vaderlijke Ontferming te ervaren met Christus. De ontmoeting met Hem in zijn niet te peilen zondaarsliefde . . . die alleen redt, vernieuwt ons leven tot het echte kindschap. Zo komen we tot de vreugde van Zijn dienst tot de vrede van de alles vergevende liefde des Vaders.

En we belijden: Wij hebben Hem lief omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. Voor ik Hem zag, zag Hij mij!

Onze bekering valt weg, onze omstandigheden waaronder God ons tot verandering bracht . . . het allergrootste wordt: Gods liefde in de alles vergevende genade in Christus door Zijn Geest in ons hart uitgestort doet ons opnieuw de Vader-naam spellen.

Al Gods beloften zijn ja en amen allen in Christus, Gode (en nooit een mens) tot heerlijkheid.

En alleen het nieuwe leven doet ons ten volle onze taak verstaan in het leven van elke dag. We worden geroepen zijn mede-arbeiders te zijn in de dienst van zijn Liefde. Om daarvan te getuigen in woord en daad.

Godsdienstig kunnen we zijn op verschillende wijze, maar kent u de vergevende liefde des Vaders? Indien God ons alzo heeft liefgehad, zo zijn wij ook schuldig elkander lief te hebben (1 Joh. 4 : 11).

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 mei 1968

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

TREKKENDE LIEFDE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 mei 1968

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's