Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eén van hart en één van zin

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eén van hart en één van zin

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze allen waren eendrachtiglijk volhardende in het bidden en smeken. Hand. 1 : 14.

Na de hemelvaart van Christus zijn de discipelen niet meteen ieder zijns weegs gegaan, maar bijeengebleven in Jeruzalem. Dat was ook naar het bevel van Christus (vs. 4).

In die gehoorzaamheid aan Zijn woorden, blijkt Zijn heerschappij. Het is een teken van Zijn Koninkrijk. Immers waar de krachten van de toekomende eeuw zich doen gelden, worden mensen bij elkaar en tot elkaar gebracht met hetzelfde uitgangspunt, met dezelfde verwachting, met hetzelfde doel.

Waar gehoorzaamheid is aan het Woord des Heeren is éénheid en verwachting; waar de ongehoorzaamheid opgeld doet, is verbrokkeling, verwarring, ontbinding.

Wij zien het om ons heen en in ons eigen leven. De zonde werkt de dood, werkt ontbindend op de verhouding met God en de naaste. De gemeenschap valt uiteen en de vijandschap en de verbittering breken alles stuk. Huwelijken, gezinnen, de maatschappij, de verhoudingen tussen mensen en volkeren wijzen het uit.

Wat is er niet een ontstellende vereenzaming, wat spelen juist in deze dagen ontbindende krachten geen grote rol. Wie God verlaat, houdt niet anders over dan ellende, smart, ja houdt tenslotte alleen zichzelf en de duivel over met alle gevolgen vandien.

Echte gemeenschap is alleen mogelijk, wanneer wij geregeerd worden door God en Zijn Woord, gehoorzaam in Zijn wegen gaan, dienen in Zijn Koninkrijk. Alleen wanneer ons leven en denken opgenomen is in en gericht is op Zijn Rijk, is er gemeenschap met Hem en met elkander.

Dat zien wij duidelijk in de discipelkring, in de Kerk, de vergadering van ware Christgelovigen, in de opperzaal te Jeruzalem bijeen. Zij allen bleven eendrachtig volharden in het gebed.

Dat wil niet zeggen, dat allen over een kam te scheren zijn. Als we het lijstje nagaan, zijn er verschillen genoeg, is er een bonte verscheidenheid. Petrus was anders dan Johannes; Mattheüs was een tollenaar geweest en Simon Kananites behoorde tot de partij van de Zeloten. De verwanten van Christus Zelf geloofden eerst niet eens in Hem.

En toch in de gemeenschap met Christus wordt dat alles bruikbaar. Nee de verschillen worden niet uitgewist, maar veredeld, dienstbaar gemaakt, zodat zij het leven en werken van de kerk verrijken mogen. De eendracht betekent geen eenvormigheid, maar wel: samen zich inzetten voor het Koninkrijk, de Koning dienen met onderscheiden gaven, leven uit dezelfde verwachting. Christus Zelf bundelt de krachten samen tot Zijn heerlijkheid in het midden van Kerk en wereld. Hij geeft ieder zijn of haar plaats niet boven de anderen, maar naast en samen met hen, zoals b.v. hier Maria.

De discipelen zijn met de vrouwen en de broeders van Jezus bijeen in een opperzaal. De plaatsaanduiding ontbreekt, omdat de zaal bekend verondersteld wordt. Misschien is het wel dezelfde zaal als waarin Jezus Christus met de Zijnen het Pascha heeft gevierd. In ieder geval worden zij herinnerd aan Zijn belofte hen de Trooster te zenden, aan Zijn afscheidswoorden en aan Zijn gebed (Joh. 14-17).

We lezen in onze tekst, dat de discipelen de tijd en de ruimte niet gevuld hebben met allerlei gesprekken over zichzelf, met allerlei woorden die geen zin hebben, met beuzelpraat. Helaas worden er maar al teveel zulke gesprekken gevoerd in 'de kerk en in de gemeente en niet te vergeten in de gezinnen.

Is het een wonder, dat de eendracht en de praktijk der godzaligheid vaak ver te zoeken zijn, wanneer we ons niet bezighouden met de „dingen" van Gods Koninkrijk, met Hem en Zijn Woord? Weten we in de kerk en in andere bijeenkomsten wel waartoe we bijeen zijn? Laat het Woord toch centraal staan. Waar dat gebeurt is er zegen en vreugde, worden we gebouwd en gesticht. Dan heeft en krijgt de koning alle aandacht. Zo alleen heeft Zijn zaak ook goede voortgang. En daar is haast bij. Er mag geen tijd verloren gaan; geen stremming of blokkade mag de Heilige Geest in Zijn werk hinderen. Zeker niet in de gemeente die naar Christus Naam genoemd is!

Deze allen waren eendrachtiglijk bijeen. Weet u waar die eendracht ook door kwam? Zij kenden allen hetzelfde verlangen, hadden allen dezelfde behoefte. Zij zagen allen uit naar Dezelfde. Zij waren allen arm! Waar dat het geval is, vallen tegenstellingen weg, staan we niet boven of tegenover elkaar, maar liggen we naast elkaar op onze knieën!

De discipelen zagen uit naar de beloofde Geest van Christus. Hand. 2 kunnen we en mogen we verstaan uit Hand. 1. De uitstorting van de Heilige Geest heeft plaats om Christus gebed en op het gebed van Zijn gemeente. Dat gebed is a.h.w. de bedding waardoor de Heilige Geest komt. Niet dat het gebed die komst heeft afgedwongen en bewerkt. God is de soevereine Gever. Maar de Heere maakt in de weg van het gebed plaats voor Zijn gave. „Door Zijn Kerk te doen volharden in het gebed, verschafte Hij Zichzelf plaats.”

Nu wordt er in onze tijd veel geklaagd over de bloedarmoede van de Kerk, over het functieverlies van de kerk in de wereld, over dorheid en verstarring.

Zou het niet komen, omdat de Kerk, de kerken, de gemeenten, u en ik veel te weinig bidden? Haast of helemaal niet beantwoorden aan de roeping waarmee Christus ons geroepen heeft? Wie van ons wordt niet door deze tekst aangeklaagd? En dat nadat de Geest is uitgestort! Het is zo broodnodig, dat wij ons eens verootmoedigen en met elkaar door de knieën gaan. Waar wordt indringend in de gemeenten en in de gezinnen geroepen tot God en geworsteld om Zijn komst, om de doorbraak van de Heilige Geest, om een nieuwe toename van de werking van de Heilige Geest? Heel wat vergaderingen en praatavonden zouden omgeruild moeten worden voor bidstonden in klein en groot verband! Laten we toch meer in de leer gaan bij de Schrift! Bij de hervormers die we echt in de praktijk minder eren dan we voorgeven. Het zou heel wat vruchtbaarder en beschamender zijn voor ons kerkelijk leven.

Het geloof, zegt Calvijn ergens, is pas oprecht, wanneer het ons aanzet om God aan te roepen. En de Heere verzekert ons Zijn genade niet, opdat wij onze zielen in luiheid zouden laten verzinken, doch om temeer de ijver tot gebed aan te vuren.

Daarbij is de Heilige Geest Zelf nodig als Werk en Leermeester. Maar juist daartoe wil Deze Zich wegschenken. En indien gij uw kinderen goede gaven weet te geven, hoeveel te meer de Heere!

Het gebed om de Heilige Geest en Zijn krachtige werking is noodzakelijk voor een ieders leven, voor onze gemeenten en haar dienaren, voor onze hervormde kerk en de andere kerken. Laat onze verontrusting maar in de binnenkamer en vandaaruit naar buiten voor God en de mensen te merken zijn. Alleen zo heeft het bestaansrecht.

En dan niet alleen voor de kerk bidden, ook voor de wereld. Juist de uitstorting van de Heilige Geest is voor de kerk èn voor de wereld van levensbelang geweest en is dat nog. Treffend genoeg heeft de Heilige Geest de Kerk, de apostelen aangezet met kracht om de wereld in te gaan en er niet in, op of onder te gaan. Het apostolaat is er, maar vanuit de zending des Geestes en het dient om te getuigen van de enige Naam onder de hemel gegeven tot zaligheid. De kerk mag niet de dupe worden van het apostolaat, omgekeerd de wereld ook niet! Tussen de bediening van de Geest en de dienst aan en in de wereld is verband, gelukkig maar. Maar met dit doel: opdat gij eendrachtiglijk met een mond moogt verheerlijken de God en Vader van onze Heere Jezus Christus. Rom. 15.

Bidden, volhardend bidden, wordt op de school van de Heilige Geest geleerd. God oefent tot standvastigheid. Zo Hij vertoeft verbeidt Hem.

Het kost ons bloed, zweet en tranen, want niet onze wil, maar de Zijne geschiedde. Ons ik wordt soms afgeslacht, eer we met Gods wil vereend zijn.

Weet u ervan? Hoe is uw gebedsleven, ook als het beproefd wordt? U bent toch niet opgehouden? Elia's gebed werd evenzeer beproefd en Daniël kwam met een keertje bidden evenmin klaar. Hij had geopende vensters! U ook?

Ingespannen bezig blijven — zoals eens Jacob — levert meer op, dan de luiken sluiten.

De discipelen volharden in het gebed, omdat zij zéker waren van de verhoring. Op grond waarvan vraagt u? Wel op grond van Christus beloften! Daaruit puurden zij het volharden, daaruit bloeide hun gebedsleven op. Het gebed wordt immers gevoed door het geloof in Gods Woord. Waar de band met het Woord los(ser) raakt, kwijnt het gebedsleven en is de volharding zoek. Waar de band aan de God van het Woord is, is zekerheid des geloofs, is de verwachting levend, is er voortdurend gebed. Onderzoek uzelf of gij eveneens in dat geloof zijt!

Van harte wens ik u een goede voorbereiding op het Pinksterfeest en op het gebed de vervulling met de Heilige Geest.

„Indien gij die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven dengenen, die Hem bidden.”

Bruchem Kerkwijk.  P. Koeman

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 1968

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Eén van hart en één van zin

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 1968

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's