ZIJN VADER EN ZIJN OUDERS
„Wist gij niet, dat Ik moet zijn in de dingen Mijns Vaders? En zij verstonden het woord niet, dat Hij tot hen sprak. En Hij ging met hen af en kwam te Nazareth, en was hun onderdanig. En Zijn moeder bewaarde al deze dingen in haar hart”. Lukas 2: 49b-51.
De simpele vraag van de Heere Jezus: Wist gij niet, dat Ik moet zijn in de dingen Mijns Vaders werpt een helder licht op Zijn gedrag. Een onvoldoende voor gedrag, vindt Maria, maar ze is er helemaal naast. Voldoende, nee, uitmuntend. Jezus is in de dienst van Zijn Vader. Dat is voor Hem geen zware last, maar een lieve lust. Het is Mijn spijze te doen, de wil Mijns Vaders. Om zo te zeggen: het is Zijn eten en Zijn drinken. De liefde geeft in de dienst de toon aan, en daarom verdriet ze Hem niet.
Kinderen zijn nog bezig met hun eigen dingen, langzamerhand groeien ze in de dingen van de wereld om hen heen en dat gaat spelenderwijze. Nog later vinden wij hen in hun eigen bezigheden, inspanning en ontspanning. Zij kiezen hun eigen weg, zij zwermen uit, ieder naar het zijne. Wat doet uw zoon, uw dochter? Zij is in de verpleging, hij is op kantoor; zij doen het goed! Gelukkig. De tempel loopt toch niet leeg? De dienst des Heeren wordt toch niet verwaarloosd? Ach, daar hebben ze niet veel zin in, niet veel schik in; terwijl we geschapen zijn om daarin ons leven te besteden. Wij werden gestempeld en geroepen tot die dienst, we werden immers gedoopt. Zullen we daar aan denken, niemand komt er onderuit.
Jezus is de laatste Adam; Hij doet over, waar de eerste de brui aan gaf. Zo heb ik Hem nodig. Uit Adam kom ik er niet toe, uit Christus wel. Hij verzoent de zonde der nalatigheid, een zonde van de jeugd, een zonde van de ouderen. Hij schenkt Zijn gehoorzaamheid als gerechtigheid weg. Door Zijn Geest raak ik bezig met de dingen Gods, niet uit dwang, niet om loon, maar omdat de liefde tot God ons drijft. Ik ben zo blij Hem hier te ontmoeten. Kom ik terug, daar waar ik de gelegenheid verzuimde, en de zaak er lelijk bij liet zitten, dan kom ik Hem tegen, als Kind reeds. Hij wil ons inwijden in de dienst des Heeren, achter Hem en uit Hem mag ik die gaan waarnemen.
Mijn handen staan er niet naar, omdat mijn hart naar wat anders hunkert. De Heere vernieuwt de jeugd; met frisse kracht, en sterke liefde. Uit het paradijs verdreven, vind ik in de tempel mijn plaats. Om opnieuw, dat is in Christus Jezus, bezig te zijn in de dingen des Vaders. Nu ga ik Zijn Woord verstaan, ik val Hem bij. Op mijn beurt zeg ik tot ieder die mij wil weerhouden: Wist gij niet, dat ik moet zijn in de dingen Mijns Vaders? Dat moet de wereld weten, en mijn vader en moeder, mijn man, mijn vrouw. Daar dient mee gerekend te worden, ik word zo vaak bezig gehouden, zodat ik voor deze dienst geen tijd heb. Geen tijd? Moet! Een heilig moeten, dat zich te weer stelt tegen zonde en duivel, wereld en vlees. Een heilig mogen, omdat het geloof in de liefde werkzaam is. Zo spreekt een priesterlijk volk, dat zoekt de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Dat jong en oud in die dienst wil betrekken, en daarom zegt: Kom, ga met ons en doe als wij. Met gebrek en te kort worstelen wij, tot onze laatste ademtocht. De hoop op het eeuwige leven, is de hoop op de tempel hierboven, waarin wij Hem dag en nacht zullen dienen. Die hoop houdt ons er boven op. Het zal een grote schare zijn, en de kinderen zullen daar niet ontbreken. Dat is aan dit Kind te danken.
Ondertussen moet u Jezus niet zoeken in de dingen waar u mee bezig bent; daar vinden wij Hem niet, en dat is soms erg verdrietig. De dingen des Vaders, daar is Hij te vinden. Haal Hem daar niet vandaan, vindt er uw vermaak in, omdat u er Jezus in vindt. Zijn eerste woord is een onderwijzend woord; wij worden daarin naar God verwezen. Het is net een bloem in knop. De knop opent zich, de bloem vertoont al haar pracht. Zo prijkt dit woord van de Heere Jezus, in de tuin der Schriften: Wist gij niet?
Het stelt ons wat teleur, wanneer wij verder lezen: En zij verstonden het woord niet, dat Hij tot hen sprak. Het is toch duidelijk! Laten wij er zijn ouders niet hard over vallen; wij vernemen het woord en wat verstaan wij er van? Sommigen denken er niet eens over na, ze vergeten het een, twee, drie. Als we Zijn Woord ter harte nemen, dan houden onverstand en misverstand de zin verborgen, Zijn Woord bindt daar de strijd mee aan. Wij lezen het telkens: en zij verstonden dit woord niet. Verstonden niet, dat de dingen des Vaders vóór gaan en dat Jezus daarvoor alles zal verlaten en loslaten.
Jezus in de dingen des Vaders. Zal dat de verhouding tot Zijn ouders niet schaden? Nee, in geen geval. Het is de wil des Vaders, dat Hij ons in alles gelijk geworden is, uitgenomen de zonde. In het huis des Heeren, én thuis bij Maria en Jozef. Voor ons gevoel ligt dat ver uit elkaar, toch hoort het bijeen: En Hij ging met hen af en kwam te Nazareth. De tijd is verstreken, en ook Jezus keert terug. Met hen. Het was geen eigenwijsheid en geen ongehoorzaamheid die Hem deed blijven, want nu gaat Hij mee. Zij nemen Hem niet mee. Hij gaat met hen mee. Hij gaat de weg van vernedering: Nazareth is Jeruzalem niet en het huis van Jozef is het huis des Vaders niet. Toch weigert Hij niet die weg te gaan.
En was hun onderdanig. Wie verwacht zou hebben, dat Jezus van nu voortaan Zich niets meer van Zijn ouders zou aantrekken, vergist zich. Zij verstonden Zijn Woord niet; Hij acht zich niet boven hun woord verheven. Hij is niet te hoog om gehoorzaam te zijn, niet te groot om hen onderdanig te zijn. Onderdanig. Dat is een woord, dat ons niet zint. Wie wil dat nu wezen? Eigen baas, dat is de leus in gezin en samenleving. Opstandigheid is meer in trek, dan onderdanigheid, zeker vandaag. Onderdanigheid, dat is niet in de mode, dat is uit de tijd. Omdat het niet strookt met onze natuur. Wij willen boven, niet ónder. Niet onder iemand, niet onder iets. Dat beneemt ons immers de vrijheid. Jezus is, iedere dag, onderdanig geweest. In de dienst des Heeren, en in de kleine diensten in huis en hof te Nazareth, bij de arbeid en bij de bron. Daarin is Zijn gestalte als van een dienstknecht. Zijn ouders staan boven Hem en gaan over Hem, omdat de wet Zijns Gods het zo stelt. Hij vervult de wet ook thuis. Het eerste gebod wordt met het vijfde samengevoegd: Hij is niet boven de wet.
Maria kijkt vaak naar Hem, en denkt, bij alle andere woorden, ook aan wat Hij in Jeruzalem tegen hen zei. Zijn moeder bewaarde al deze dingen in haar hart. Zij doet dat voortdurend en zorgvuldig. Zij overlegt het nog eens, het laat haar niet met rust. Wat een wonderlijk Kind, in Jeruzalem en in Nazareth. Zij kan het een maar moeilijk met het ander rijmen. Al overwegende, krijgen Zijn woorden voor haar een groot gewicht. Krijgt Christus voor haar steeds meer betekenis. Misschien vertelde zij deze geschiedenis wel aan Lukas, die haar in zijn evangelie vermeldt. Dan hebben wij die geschiedenis als een schone en rijpe vrucht van Maria's overdenking.
Zullen wij deze dingen bewaren? Vluchtig lezen brengt ons niet tot Christus. Het woord wil er in, wil in ons hart en in ons leven. Ouders, vindt u hierin geen aanleiding om er eens met uw kinderen over te spreken? En kinderen, die dit lezen, het werd voor jullie geschreven. De Heere Jezus was in Zijn jeugd graag in de dingen Zijns Vaders. Hij was gehoorzaam aan Zijn vader en moeder. Wij hebben met het een net zoveel moeite als met het ander. De twee tafels van de wet, worden als twee spiegels aan ons voorgehouden. Kijk er eens in. God dienen, en onze ouders onderdanig zijn. Het vervullen van de wet, is het vervoegen van die twee werkwoorden. Moeilijk hè? Onmogelijk! Wanneer jullie dan maar tot Christus je toevlucht neemt. Hij deed het! Het gaat er eigenlijk om, dat wij dit woord over Hem bewaren. Diep in ons hart. Dan trekt Hij Zijn sporen in ons leven.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 1969
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 1969
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's