Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZIJN ERFENIS AAN ONS!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZIJN ERFENIS AAN ONS!

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Laat ons hem doden en zijn erfenis aan ons behouden. Mattheus21 : 38 b

De pachters van de wijngaard hebben in onderling beraad het besluit genomen om de zoon van de bezitter van de wijngaard als de erfgenaam te doden met het doel de wijngaard als erfenis in hun wacht te slepen.
Met deze woorden heeft de Heere Jezus gezegd wie Hij was, nl. de Zoon, en wat de leidslieden van Israël met Hem zouden doen. Hij was de Zoon en Hij ging lijden en sterven.
De overpriesters en de ouderlingen des volks hadden Jezus naar Zijn macht, volmacht gevraagd. Zij wensten dat Jezus zich legitimeerde: Zijn wettige opdracht zou tonen. Dat was vragen naar de bekende weg. De Heere Jezus sprak en handelde in Gods opdracht. Dat was iedereen duidelijk, maar iedereen aanvaardde Gods gezag niet. Dat deden de geestelijke leiders van het volk Israël ook niet.
Toen zij om zichzelf te redden weigerden te zeggen welke volmacht bleek uit de doop van Johannes, heeft de Heere Jezus gezegd wie Hij zelf was n.l. de Zoon en wie zij, de overpriesters en ouderlingen waren. Daartoe gebruikte de Heere het beeld van de wijngaard: een uit het Oude Testament bekend beeld van Israël als de planting Gods (b.v. Jes. 5). De Heere had een wijngaard geplant en van alle noodzakelijke dingen voorzien: een heg er omheen, een wijnpersbak erin en een toren er bovenuit. De wijngaard was een volwaardig bedrijf en de pachters kregen deze wijngaard in vol gebruik onder voorwaarde, dat zij een deel van de vruchten als pacht aan de eigenaar moesten afstaan. Maar dat gebeurde niet. De landlieden hebben de knechten, die namens hun meester de pacht kwamen halen, geslagen en gedood. De huur werd de eigenaar geweigerd. Waarom toch? Dat bleek duidelijk, toen de heer uiteindelijk na veel geduld zijn zoon zond om de vruchten te ontvangen. Toen besloten de pachters de zoon te doden omdat deze de erfgenaam was, zodat zij dan de erfenis in bezit konden nemen. De huurders wilden zelf eigenaar worden, zodat zij de wettige eigenaar niet erkenden!
Jezus leerde Zijn hoorders twee dingen: Wie Hij was n.l. de Zoon en wie zij waren, die Hem doden zouden.
Hij is de Zoon des Vaders. Na alle knechten zond ten laatste de Vader Zijn Zoon! Wat een lankmoedigheid Gods over de weigerachtigen en zelfzuchtigen.
In de lijdensweken, die a.s. zondag beginnen, worden wij elke zondag bepaald bij Christus als de Zoon des Vaders, gezonden niet om het eeuwige oordeel te voltrekken, maar om te vragen wat de Vader naar recht toekwam, om op te eisen wat wij mensen voor onszelf gehouden hebben.
Het is toch niet ongepast om hier over „wij" te gaan spreken. Het beeld van de wijngaard is voor Israël, als het bondsvolk een beeld, dat ook op ons past. Wij hebben onze plaats op aarde gekregen van God en wij mogen leven van Zijn aarde, die we ontvangen hebben als huurders, als rentmeesters. De Heere vraagt van Zijn bezit het Zijne terug. Daar heeft Hij toch het volle recht op! Hebben wij Zijn recht erkend en Hem Zijn vruchten gegeven?
Kunnen wij onszelf niet terugvinden in de landlieden uit deze gelijkenis? De aarde is toch van ons; wij moeten er toch ons deel uithalen en ons deel ervan genieten. Desnoods kan de Heere nog iets krijgen van ons overschot, maar dan moeten wij eerst beslist alles genoten hebben.
De aarde is van ons! Wij leven erop als bezitters, terwijl wij toch wel weten van die andere eigenaar. De aarde is van ons! Maar de Heere blijft Zijn vruchten vragen. Hij laat Zijn rechten gelden in alle lankmoedigheid. Zouden wij een huurder laten wonen, die jaar in jaar uit zijn huur weigert te betalen omdat hij doet alsof hij in zijn eigen huis woont? Wij zouden allang een proces begonnen zijn en de wanbetaler op straat hebben laten zetten.
De Heere is uiterst lankmoedig. Hij blijft Zijn vruchten vragen. Hij heeft er recht op! Welke rechten kunnen wij laten gelden over Gods eigendom?
Hoe groot is toch onze schuld voor God! Is die ooit te betalen na zoveel jaren, na zoveel geduld, na zoveel weldaden?
Hier zijn maar twee uitwegen! We erkennen onze schuld in smart of we ontkennen Gods rechten. We belijden onze zonde of we doden de Zoon, opdat de erfenis voor ons wordt!
De overpriesters en ouderlingen van het volk hebben inderdaad Jezus buiten de poort geworpen en Hem daar gedood. Zij hebben alle rechten aan zich getrokken, zelfs het recht om te doden. De mens heerst in eigen-liefde met de dood, opdat hij in zijn eigen-liefde geen tegenstanders meer ontvangt en zo de erfenis aan zich­zelf kan trekken.
Alle knechten moesten het ontgelden, zelfs de Zoon werd niet ontzien. Daarmee hebben zij de hoogste liefde veracht en God zelf verworpen.
Hoe staan wij tegenover de Zoon? Neutraal? Wij zeggen toch van Hem geen goed of kwaad, maar de Zoon erkennen is zelf geen eigenaar en heer meer zijn of zelfs willen zijn. Onszelf handhaven is toch de Zoon verwerpen. Staan wij niet heel dicht bij deze overpriesters? Wij vinden het vreselijk Jezus te doden, maar we vinden het onnodig Hem Zijn vruchten, die God toekomen, te geven.
Zou het niet beter zijn om Gods rechten te erkennen en onze onrecht en schuld te belijden. Onze zelf-handhaving is verlies, al denken wij heimelijk onszelf als de erfgenamen.
Wie zijn de erfgenamen dezer aarde? Toch zeker niet zij, die Gods aarde misbruikt hebben voor zichzelf en de vruchten niet hebben opgebracht. Zouden dan de wanbetalers de erfgenamen worden? Maakt het u niet wijs. Wie in zijn schulden sterft, zal zijn schulden eeuwig dragen en nooit voldoen. Hij kan die prijs der ziele, dat rantsoen voor God in tijd noch eeuwigheid voldoen.
De eerlijkste weg is wel, dat wij Gods rechten erkennen en onze schulden erkennen in berouw en met smart. Zij hebben onze erfenis verspeeld en zijn met de verloren zoon niet meer waard „Gods kind genaamd te worden!”
Dat is een andere weg. Dat is de weg tot God terug. Dat is de bekering.
Deze weg is recht en maakt recht en eerlijk. Op deze weg gaan wij de Zoon zien, maar anders zien. Hij kwam het recht Gods vragen en wij hebben Hem verworpen, maar hoe gewillig liet Hij zich verwerpen! Zo heeft Hij alle vruchten den Vader gegeven, die van ons geëist worden. Hij heeft Gods recht vervuld. Hij heeft onze straf gedragen, Hij heeft alle liefde en gehoorzaamheid volbracht. Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen.
Zien wij Hem zo met het oog des geloofs (en zo alleen is Hij te zien gelijk Hij is), dan buigen wij voor Hem tot diep in het stof en dan eren wij den Zoon door Hem te kussen en Hem al onze liefde te geven!
Waarlijk de Zoon kwam om de vruchten, die de Vader toekwamen, te vragen en om die zelf te brengen. Daarom gaat in Hem een schuldig volk vrij uit. Daarom is in Hem de vergeving en de vrijspraak Gods.
Daarom worden wij in Hem erfgenamen Gods en mede-erfgenamen van Christus.
Is dan toch de erfenis van ons? Ja, maar niet door diefstal, maar door recht in Christus Jezus! Allen, die van Christus zijn, mogen toch, stamelend, verwonderend en aanbiddend belijden: de erfenis is toch van ons, maar door U, door U alleen om het eeuwig welbehagen.
R.                                                                                                    J. d. L.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 1969

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

ZIJN ERFENIS AAN ONS!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 1969

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's