Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De huwelijksbevestiging (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De huwelijksbevestiging (II)

De ontwikkeling bij Rome

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De ontwikkeling bij Rome

’t Was aan de ene kant ongaarne dat de officiële R.K. leer niet anders kon dan bevorderen dat meer of minder in 't geheim binnen haar muren huwelijken gesloten werden.

Tegenover de al te grote bemoeienis die bij de heidenen, in 't bijzonder de Germanen, de stam en de familie hadden, wilde de kerk de christelijke vrijheid en verantwoordelijkheid der huwenden nadrukkelijk vaststellen. Daarbij liet de kerk van Rome zich echter al te zeer leiden door het Romeinse recht. Zo ontstond de leer dat het huwelijk uitsluitend een zaak is van de vrije wederzijdse wilsovereenstemming, de z.g. consenus mutuus, van man en vrouw. Waar bleef men met deze juridische, individualistische opvatting van het huwelijk, als zijnde een contract, met de leiding Gods? En ook met kerk en overheid als Gods dienaressen? Maar toch wilde de kerk het huwelijk niet aan haar bemoeienis ontrokken zien. Te minder kon zij dat goedkeuren toen in de latere Middeleeuwen, mede door verkeerde uitleg van Efeze 5:32, de officiële leer tot stand kwam dat het huwelijk een sacrament is. Maar zij kon toch maar zo niet afstappen van hetgeen zij altijd had verkondigd en nu bleek dat die individualistische leer van het huwelijk, als de zaak en een bijzonder geheimenis van twee mensen alleen, eigenlijk wel goed in overeenstemming kon worden gebracht met de opvatting van het huwelijk als een sacraal gebeuren.

Zo werd de officiële leer dat het huwelijk een sacrament is dat de trouwenden elkander toedienen, let wel, elkander toedienen. De priester doet dat dus niet. Wat hij doet, bevestiging en inzegening, komt daar achter aan. Als dan zelfs de priester er buiten staat, kon Rome niet toelaten dat een ander zich wel kon mengen in hetgeen nog wel een sacrament is. Onafhankelijk van toestemming van anderen, ouders of voogden, kon dan ook een huwelijk bestaan. Wel waren er altijd al kerkelijke straffen geweest voor hen, die die toestemming niet vroegen, en ook moest vooraf afkondiging worden gedaan met het oog op bezwaren i.v.m. verboden graden, vroeger gedane trouwbeloften aan een ander etc. Maar nalatigheid in 't afkondigen werd niet met nietigheid van het huwelijk gestraft. Door de wederzijdse overeenstemming komt zonder meer een compleet huwelijk tot stand. Wat dat complete aangaat: in vroeger eeuwen had men wel onder invloed van germaanse gedachten geleerd dat, wanneer er nog geen echtelijke samenleving was geweest, een huwelijk meer incompleet (de r.k. leer spreekt van onvoltooid) was en ook vrij gemakkelijk te ontbinden. Niet alleen heidense gedachten vinden we in die vroegere leer terug. Ook was deze leer namelijk niet weinig bevorderd door het ten allen tijde hoger en heiliger achten van de ongehuwde staat — ook daar waar de gave der onthouding (1 Kor. 7:9) ontbreekt — dan de gehuwde staat. Rome kan eigenlijk niet zonder meer, zoals ons huwelijksformulier, spreken van de heilige staat des huwelijks. Zij acht het huwelijk slechts heilig wanneer hier de sacramentele, heiligende genade bijgekomen is. En wat ons formulier als het tweede doel van het huwelijk noemt, is Rome meer als het eerste doel gaan zien: wie dan wel trouwen, moeten dat doen met het oog op de voortplanting en het voortbrengen van een nageslacht ter glorie en verhoging van de macht der R.K. kerk.

Maar in de tijd dat de kerk officeel ging leren dat het huwelijk een sacrament is, stond zij reeds lang op het standpunt dat ook een geslachtelijk onvoltooid huwelijk niet te ontbinden is dan alleen in geval van intrede in een klooster.

Men bedenke intussen dat wij bij dit alles spreken van een sacramenteel huwelijk, d.i. een huwelijk waarbij beide partners r.k. gedoopt zijn; alleen zij kunnen elkander het huwelijkssacrament toedienen. In alle andere gevallen kan de H. Stoel dit ontbinden ten gunste van het geloof van de partij die r.k. is of geworden is.

Met dit alles kan het canonieke recht der rooms-katholieke kerk, waaraan haar leden boven het burgerlijke recht gehoorzaamheid moeten betonen, in ernstig conflict komen met de landswetten, zoals in het geruchtmakende geval van het Haarlems huwelijk in 1955.

Trente

Het was al een toegeven aan de eis van openbaarheid, dat het goeddeels tegen de Hervorming gerichte concilie van Trente in 1563 bepaalde, dat een huwelijk moest worden gesloten in tegenwoordigheid van de priester (liefst de eigen parochie-geestelijke), praesente parocho, en twee of drie getuigen. Verder kon en wilde men beslist niet gaan en zelfs het anathema werd te Trente uitgesproken over het voorstel en de leer der Franse bisschoppen, die huwelijken zonder toestemming der ouders nietig verklaard wilden hebben.

Echter die tegenwoordigheid van de priester bleef passief. Al wat hij actief deed, de solemnisatie, de plechtige bevestiging en inzegening van het huwelijk, was geen vereiste voor de geldigheid ervan.

Wel was zo voorgoed vastgelegd dat men bij zo'n sacrament toch niet aan de kerk en haar rechtsmacht voorbij kon. Maar van het 'in facie ecclesiae' was wel bitter weinig over.

En als de priester bij alles dan al zo weinig betekende wat zou dan ook nog het kerkvolk hierbij in aanmerking komen? Van 'in het midden der gemeente' was dus geen sprake meer. En zelfs de aanwezigheid van de priester kan ontbreken. Want zo goed als het r.k. canonieke recht de nooddoop kent, die een r.k. leek zelfs aan een kind van protestanten kan bedienen, kent het ook zoiets als een noodhuwelijk, en dat in een land als het onze waar artikel 136 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt, dat geen kerkelijke huwelijksplechtigheid mag plaats vinden of het huwelijk moet eerst ten gemeentehuize voltrokken zijn.

Waarbij nog komt dat art. 449 van het Wetboek van Strafrecht de bedienaar der godsdienst, die zich hiervan tevoren niet overtuigt, strafbaar stelt. Om de burgerlijke wet te ontduiken en toch een volgens canoniek recht geldig huwelijk te voltrekken kan in bepaalde gevallen voor de r.k. kerk de aanwezigheid van alleen getuigen voldoende zijn. Dan hoeft de priester geen assistentie te verlenen welke hem voor de burgerlijke wet strafbaar zou doen zijn. (Zie: A.M.G. van Overveldt: De dualiteit van kerkelijk en burgerlijk huwelijk, diss. 1957, blz. 195.)

We zeiden dat het aan de andere kant maar ongaarne was dat Rome door haar eigen officiële leer het terugtrekken van de huwelijkssluiting ook zelfs uit de kerkelijke openbaarheid bevorderde.

Want al past uitsluiting van het kerkvolk wel in haar hiërarchische structuur, aan de andere kant wil Rome's kerk gaarne met haar plechtigheden indruk maken en zich doen gelden in de samenleving. Zo waren er vóór en na het Trents concilie allerlei maatregelen en instructies van de bisdommen, ook in ons land, waardoor ten zeerste op de solemnisatie, de plechtige bevestiging door de priester werd aangedrongen.

En er waren wel priesters die, in onkunde aangaande en in strijd met de eigen officiële r.k. leer, het volk voorhielden dat er zonder de door hen verrichte solemnisatie niet van een geldig huwelijk sprake kon zijn.

Echter ook Trente sprak niet van de handelingen van de priester, maar alleen van zijn opvallende aanwezigheid. Dat was voldoende voor de geldigheid van een huwelijk.

En ook de geheime huwelijken, vaak zelfs zonder toestemming der ouders, waren een kwaad dat Rome wel wilde bestrijden, maar toch ook weer niet echt afdoende kon bestrijden.

Ook de burgerlijke overheid in ons land van vóór de Hervorming drong ten zeerste op de solemnisatie aan om allerlei maatschappelijke verwarring te voorkomen. Zij kon dit o.a. doen door allerlei vermogensrechtelijke sancties toe te passen.

Het kerkelijk boven het burgerlijk huwelijk bij Rome

Toch moet ten alle tijde, volgens de r.k. maatschappij beschouwing, de overheid een naar r.k. recht geldig huwelijk erkennen. Omgekeerd worden alle andere huwelijken, ook die voor de burgerlijke overheid voltrokken zijn, wanneer daarop voor haar leden niet het sacramentele huwelijk naar Trents model volgt, door Rome bestempeld als een leven in concubinaat.

In een land als Spanje is de burgerlijke overheid het hiermee eens. Allen die, hoe dan ook, al is het tegen de wil van hun ouders door de nooddoop, eenmaal r.k. gedoopt zijn, en al gingen ze reeds lang tot protestantisme over, zijn daar tot het r.k. kerkelijke huwelijk verplicht, dat daar alle burgerrechtelijke gevolgen heeft. Er bestaat in Spanje ook wel een burgerlijk huwelijk, maar dat is niet voor de r.k. gedoopten. Slechts die protestanten, die — b.v. uit het buitenland afkomstig — altijd al protestant geweest zijn, d.w.z. in ieder geval nooit r.k. gedoopt zijn, kunnen daar gebruik van maken. Maar degene uit de r.k. kerk die protestant wordt, heeft het zo wel zeer moeilijk en wordt gedwongen rooms te trouwen, anders kan hij zijn huwelijk niet erkend krijgen.

Zo is de roomse leer. Rome wil nog wel de geldigheid van niet r.k. sacramentele huwelijken erkennen, maar dat is dan van de niet r.k. gedoopten. Hoe die dan trouwen is haar onverschillig.

Waar de overheid haar toch al zo vaak het recht betwist alleen een geldig huwelijk te kunnen voltrekken, laat Rome van haar kant het zgn. vormvrije huwelijk de overheidshuwelijken concurrentie aandoen. T.a.v. de niet r.k. gedoopten acht zij nl. een voor de notaris of een deurwaarder of andere geloofwaardige getuigen gesloten huwelijk evenzeer geldig.

Hierbij willen we opmerken dat zo'n vormvrij huwelijk, bij ons onbekend, in sommige staten van Amerika niet ongewoon is.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 september 1970

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

De huwelijksbevestiging (II)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 september 1970

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's