Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

'De Godvruchtige Avondmaalganger’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'De Godvruchtige Avondmaalganger’

Petrus Immens

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

II

De vorige maal gaven we een korte, zeer onvolledige weergave van een der 14 verhandelingen. We hopen dat het stimuleerde om zelf dit boek te lezen. Wel moge duidelijk geworden zijn dat hier een zieleherder aan het woord is, die diep ingaat op de vragen van zijn gemeenteleden. Onder het lezen is het alsof deze man met u zit te praten over uw eigen moeilijkheden en vragen. Immens tracht u dan uit de Schrift de weg te wijzen. Dezelfde vragen, die toen in de gemeente, in de harten leefden, zijn er nu. We herkennen onszelf erin. Diezelfde strijd is er nog. Er is veel in dit boek, waar we in ons geestelijk leven winst mee zullen kunnen doen. De Schrift is de bron. Daaruit zullen we allereerst moeten drinken. Maar wel kan het werk van een man als Immens gebruikt worden om ons te helpen in het verstaan van de Schrift en van de weg, die God met Zijn kinderen gaat.

We zullen ons ervoor moeten wachten om deze mens op een voetstuk te plaatsen. Zijn werk was vol gebreken. Hij besefte dat zelf ook goed. Hij wijst er meerdere malen op dat iemand, die in een andere weg geleid was dan zoals Immens het beschreef, zich daardoor toch niet moest laten ontmoedigen. Als de zaak zelf maar aanwezig was!

Overigens was Immens zich ervan bewust, dat hetgeen hij predikte of schreef op de Schrift berustte. Hij trok in zijn werk schriftuurlijke lijnen. We bemerken dat in de wijze waarop hij van Christus spreekt en Hem in Zijn genade en liefde voorstelt, van wat het is en meebrengt als iemand zich aan Christus overgeeft. Hij plaatst dit in het rechte verband; het werk der verlossing stelt hij steeds voor als een werk van de drieënige God, trinitarisch.

Er zijn dingen in het geheel van dit boek, die bijzonder aanspreken en die we in onze tijd ter harte moeten nemen.

In de vierde verhandeling spreekt hij op blz. 115 over bekommering en twijfelmoedigheid. Dan lezen we: velen van Gods kinderen in hun eerste overgang wandelen wel eens in het licht en met veel vertroosting en blijdschap; vooral zo zij op een aangename en beminnelijke wijze geleid worden; maar komen zij eens wat verder, als God de invloeden van Zijn genaden wat intrekt, als de satan begint te tonen, dat hij vijand is en de verdorvenheden, die in die eerste ijver schenen ten ondergebracht te zijn, weer aan de gang raken, dan worden zij duister, dan beginnen ze te denken: wie weet, of het nog wel ooit oprecht geweest is; want ze hebben nog niet geleerd door geloof te leven maar wel door het gevoel. Tot zover Immens. Wat is het goed om op dit onderscheid te letten tussen leven bij het gevoel en leven uit het geloof!

Ditzelfde komen we op blz. 116 tegen, waar hij over de twijfelingen spreekt. Hij zegt dan: in dezen kunnen de twijfelingen aangemerkt worden als een schielijk toeval, dat hen — hoewel teder en hartelijk voor God levende, in de oefening van geloof en liefde — op het onverwachte door de satan een pijl in het hart wordt geworpen: wie weet of gij wel oprecht zijt, of uw geloof wel het rechte is?

Doch door het licht dat hen bestraalt en gewoon zijnde door het geloof te leven, wijzen zij dat van de hand; en hoewel het hen voor die tijd wel eens beroert en in verwarring brengt, werkt het nochtans daarna ten goede om hen meer te bevestigen. Tot zover het citaat. In deze zelfde lijn ligt het, wat hij zegt op blz. 194: weest niet al te zeer gezet op gevoelige genadens en bewerkingen van Gods Geest tot vertroosting en blijdschap. Behaagt het God het u te schenken, weest dankbaar, acht het groot en bewaart het getrouw. Maar mist gij het, denkt: het is hier de tijd niet van gevoelen, maar van geloven; het ene gaat en komt, maar het geloof blijft als het gevoel weer overgaat; het ene maakt een gezette, bezadigde en tedere wandel, maar het andere is zeer ongestadig; zolang als men het gevoel heeft van Gods liefde, zou men bergen verzetten en zeggen: ik zal niet wankelen; maar houdt dat op, dan staat men voor het minste verlegen en wordt haast moedeloos; doch het geloof blijft in de grootste duisternis; dan houdt men God vast op Zijn Woord en toezeggingen, en dan hebben alle verzoekingen minder kracht.

Houdt u veel bezig in het onderzoek van Gods Woord en de goddelijke waarheden, oefent u in de kennis; want die is de grondslag waarop het geloof rust; de onkunde is de moeder van het ongeloof; want dan staat men voor de minste tegenwerping verlegen, die men anders door een gegronde kennis zou kunnen oplossen. Tot zover Immens.

Als we zulke stukken lezen, kunnen we er alleen maar dankbaar voor zijn, als dit in onze tijd opnieuw aan de orde gesteld wordt: de verhouding van geloof en gevoel. Het is toch de praktijk dat er in de gemeente meer geleefd wordt bij het gevoel dan bij het geloof. En toch is dat schadelijk. Dat is een van de oorzaken van het gebrek aan zekerheid en blijdschap. Immens spreekt hierin duidelijke taal. Ik weet het: geloven is moeilijk. Daar zit dat nochtans in uit antwoord 60 van de Heidelbergse catechismus. Dit geloof is dan ook niet uit ons. Het is Gods gave. Maar laten we Hem erom bidden. Hij wil het ons leren en overleren.

Er is nog iets dat voor menigeen, en dan in alle tijden, tot zegen kan zijn. Hij spreekt met nadruk van mensen, die van jongsaf getrokken zijn.

Van hen zegt hij op blz. 117: dat zij vrezen dat hun overtuiging de rechte niet is, omdat het niet met die waarheid en beroering is, als zij zien en horen van ande­ren.

En op blz. 118: dan vrezen zij: het zijn maar vruchten van een beschaafde opvoeding, van een zacht humeur, van een natuurlijke afkeer van de wereld, omdat ze niet weten te zeggen, wanneer het werk in hen begon.

Op blz. 123 zegt hij van hen: zij zijn al van jongsaf bekeerd; daar waren in hun kindsheid reeds zoete bewegingen van liefde tot den Heere Jezus, van haat en afkeer van de zonden, van lust tot het horen van Gods Woord.

En op blz. 127: meet u zelf nooit aan anderen... want eens anders bevinding is onze regel niet, maar het Woord van God; nu leert Gods Woord nergens hoe groot en hoe naar de overtuigingen moeten zijn.

Hoezeer Christus en niet de christen centraal staat blijkt uit een woord als op blz. 195: gaat dagelijks, ja, alle ogenblikken door het geloof tot Christus; zoekt in Zijn bloed gedurig verzoening voor uw afwijkingen; als gij uw onmacht ondervindt, gaat bij Hem om sterkte, maant Hem op dat woord, dat Hij zelf gezegd heeft: zonder Mij kunt gij niets doen (Joh. 15:5).

Wat Immens betreft meen ik te mogen zeggen, dat bij hem niet de christen, maar de Christus in het middelpunt staat. Zeker, hij spreekt wel van de werkzaamheden van de christen. We kunnen dat 'kenmerken' noemen. Zou het niet beter zijn om in dit verband te spreken van de vruchten, vruchten des Geestes? Daar wordt in de Schrift zelf duidelijk over gesproken. En dan niet enkel beschrijvend, maar appellerend, vermanend.

Hiermee besluiten we de bespreking, van 'De godvruchtige avondmaalganger'. We konden niet volledig zijn. We hopen wel dat het geschrevene zal aansporen om zelf te lezen.

We eindigen met wat Immens zegt op een bezwaar, aangevoerd door een gelovige: heeft God op het nieuw zijn beloften aan u verzegeld (nl. aan het heilig avondmaal, d. B.)? leeft dan ook op dezelve, legt u daar gelovig op neer en denkt: ik wandel op een weg des geloofs, het genieten is voor de hemel bewaard.


De bladzijden, waarop de gegeven citaten voorkomen zijn aangegeven naar de nummering in de uitgave van 1874, door Malga te Nijkerk.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 1970

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

'De Godvruchtige Avondmaalganger’

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 1970

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's