Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over het diakonaat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over het diakonaat

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

III

Sinds Calvijn de diaken lospelde uit zijn onbijbelse liturgische afzondering, heeft hij weer zijn taak in het midden van kerk en wereld. De diaken moet daar allereerst zijn ogen open hebben voor de noden. Hij moet in zijn gemeente en daarbuiten de ellende zien en alarm slaan als er onheil of onrecht is. Daarbij is in onze tijd het uitzicht zo wijd als de wereld. Vandaar dat we wel spreken van werelddiakonaat. Het diakonale budget moet daarvoor veel ruimte bieden, want de nood in de wereld is zo ontzaglijk groot. Diakenen moeten daarvoor de gemeente oog geven. Een bijzondere diaken voor het werelddiakonaat kan in de gemeente het vuur van voorlichting en offerbereidheid aanwakkeren.

Ik meen, dat het diakonaat zijn dienst over de grenzen zo nauw mogelijk moet koppelen aan de zending. Ten eerste, omdat de zending er voor kan behoeden, dat hulpverlening en Woordverkondiging elkaar blijvend zouden loslaten, en ten tweede, omdat de zending in staat is relaties te leggen met kerken en diakonieën hier en verweg, waardoor die naaste, waarom het gaat, en de wereld, waarin hij leeft, ons naderbij komen.

Het ontdekken van de noden is bovendien nog steeds nodig in de eigen omgeving. We hebben een eerste opdracht voor de naastbije! En dan is er nog heel veel werk aan de winkel in eigen land en kerk.

Ik noem daarvan een aantal terreinen, die bleven. De ondersteuning of bijstand is in de meeste diakonieën nog altijd een punt van overleg. Hoezeer de sociale wetten ons volk voor armoede bewaren, er blijven altijd mensen tussen de wal en het schip. De stille nood moet worden gelenigd, soms moet de diakonie de weg naar de wet wijzen, soms is bij steun nog noodzakelijk.

Voor veel diakonieën blijft de taak van de gezinszorg van belang. Financieel is dat zelfs in veel gevallen de grootste tak van arbeid. Deze zorg is buitengewoon belangrijk, sinds buren- en familiehulp zijn weggevallen. Diakonale stichtingen voor gezinszorg hebben diakenen nodig, die dit werk kennen en dragen. Opleidingen voor gezinsverzorgsters hebben het voortdurend contact met de diakenen hard nodig. Meer dan financiële verantwoordelijkheid is er behoefte aan meeleven en meedenken. De besturen moeten geen 'eigen leven' gaan leiden, maar in voortdurend rapport met de diakonieën staan.

Dan is er het bejaardenwerk. Ik ga voorbij aan veel voortreffelijk werk tot opbouw en instandhouding van bejaardencentra. Waar hier een leemte is in een bepaalde plaats of streek, kan diakonaal initiatief geboden zijn. Maar we zijn ook geroepen tot andere hulp: dienstencentra en bejaardenhulp door gemeenteleden kunnen door de diakenen worden gesticht of geholpen. Hier ligt in veel gemeenten nog handenvol werk.

Menige diakonie participeert in een stichting voor maatschappelijk werk. De speciaal opgeleide deskundigen in dit werk hebben veel taken van de vroegere diaken overgenomen en men vraagt zich wel eens af, of kerkelijk maatschappelijk werk wel nodig of zelfs mogelijk is.

Ik ben geneigd deze vraag bevestigend te beantwoorden. Hoewel ik heel goed weet, dat maatschappelijk werk een apart vak is met geheel eigen wetmatigheiden en methoden, mogen we toch stellen, dat het in dit werk gaat om de mens, die om maatschappelijk werk vraagt, tot harmonie met zichzelf en zijn omgeving te brengen. Het gaat 'om het welzijn van de individuele mens'. Dit welzijn gaat de diaken ook ter harte. Maar hij zal daarbij bedenken, dat waarachtig mens-zijn alleen dan werkelijk bereikt is, wanneer ook de verhouding tot God de Here hersteld is. Hij zal ernaar zoeken maatschappelijk werkers te vinden, die dit bij hun vakkundige arbeid niet vergeten en de relatie tot God en Zijn Woord en Kerk meebepalend achten voor hun werk.

De laatste tijd komt ook het gehandicaptenwerk meer in het vizier van het diakonaat. De integratie van gehandicapten in de samenleving, ook in de kerk, hun vrije tijd en recreatie kunnen door actief diakonaat bevorderd worden. Dat vraagt wel veel deskundige hulp, waarin gelukkig onze landelijke diakonale organen ons de wegen kunnen wijzen.

Het jeugdwerk wordt, niet ten onrechte, mede als een diakonale taak beschouwd en een vindingrijke diakonie kan stimulerend meewerken, niet alleen financieel, maar ook persoonlijk, in clubhuis- en jeugdkringwerk.

Hoewel in ons vaderland allerlei instellingen door de overheid worden gesubsidieerd, zijn er nog talloze 'instellingen van barmhartigheid' die een beroep doen op de diakonieën der Kerk. Een verantwoord giftenbeleid behoort tot de eigen taak der diakenen. Er is behoefte aan een regelmatig giftenadvies door de G.D.R. Diakenen achten zich dikwijls als zodanig ontslagen van het huisbezoek, dat immers de ouderlingen is toevertrouwd. Nu werkt in sommige gemeenten dat huisbezoek door diakenen bevreemdend, omdat het nog steeds verbonden wordt met 'de bedeling'. Toch moet die grens tussen ouderling en diaken in dit opzicht niet al te scherp getrokken worden. Men denke aan Stefanus en Filippus! Als de diaken met de ouderling op huisbezoek gaat, kan hij, behoedzaam, oplettend zijn op eventuele diakonale nood, terwijl hij ook informatief-diakonaal spreken kan met de mensen, of jongere en oudere gemeenteleden werven kan voor diakonale taken in de gemeente.

In sommige gemeenten mankeert het aan hulp en bijstand voor aparte bevolkingsgroepen, zoals b.v. militairen (dienstplichtigen), gastarbeiders, woonwagenbewoners, voor welke 'vreemdelingen die in onze poorten zijn' een bepaalde dienst nodig kan zijn.

In veel van onze gemeenten zullen de aangestipte takken van diakonale arbeid allang aangevat zijn, maar stellig zal menige diaken bij het lezen ervan leemten in eigen gemeente hebben ontdekt. En toch is maar een zeer globaal overzicht gegeven van de voornaamste werkterreinen, en er zou veel meer te noemen zijn. Trouwens, aan elk van bovenvermelde taken kan meer dan één uitvoerig artikel gewijd worden.

De gemeente is, helaas, dikwijls totaal onwetend op diakonaal gebied. De meeste gemeenteleden hebben geen enkel benul van de taak van een diaken. Hier ontbreekt publiciteit. Elke diakonie moest ervoor zorgen, dat er jaarlijks één of meer publicaties naar de gemeente gingen, waarin een duidelijk overzicht werd gegeven van alle aktiviteiten, inkomsten en uitgaven, mogelijkheden en moeilijkheden.

Diakonaat en samenleving

Ik wil nog één facet aanstippen, n.l. de houding van het diakonaat in de huidige samenleving. In onze maatschappij, zoals die gegroeid is, is veel welvaart, is ook welzijn, maar bestaan tevens zweren van onrecht en onheil. Allerwege is er grote ongerustheid over woningnood, verontreiniging van lucht en water (milieuverontreiniging), machtsontplooiing van enorme bedrijven en instanties. Er wordt opgeroepen tot 'sociale akties' daartegen. En omdat het hierbij gaat om de structuren, de samenstellingen, van de samenleving als de werkelijke oorzaken van velerlei noden, acht men protest en ingreep geboden. En volgens veel christenen dient de Kerk hierin voorop te gaan, in het bijzonder het diakonaat. En wel terwille van de gerechtigheid en de barmhartigheid. Omdat het zonneklaar is, dat het hier gaat om politieke activiteit, wordt gevraagd naar een politiek diakonaat.

Ik heb hier nogal wat aarzelingen. Ook bezwaren. Het diakonaat, zoals we daar in de oorsprong wat van zagen, is meer op personen dan op structuren gericht. De Kerk bestrijdt in de eerste plaats niet de zonden in de structuren en instituten, maar in de mensen. De wereld verdonkeremaant de zonde en dartelt daarom over de eigenlijke problematiek heen (aldus prof. dr. A.A. van Ruler in het blad 'Wapenveld', febr.-mrt. 1969). Sociaal diakonaat zonder oproep van bekering van hart tot God, is eenzijdig. Prof. dr. W.H. Velema heeft er op gewezen, dat men het sociale handelen niet mag verkerkelijken. Dat is veeleer de taak van de gemeente zelf in haar leden. Men beroept zich op Gods gerechtigheid. Maar deze gerechtigheid krijgt dan wel bijna dezelfde inhoud als Gods barmhartigheid, terwijl deze twee toch wel van elkaar te onderscheiden zijn.

Toch, ondanks deze, beknopt aangeduide, bezwaren, zal de diaken mede terwille van de gerechtigheid en barmhartigheid Gods, in de samenleving 'de hulpelozen nabij' moeten zijn, zo nabij mogelijk zelfs. Persoonlijk beroep op verantwoordelijke gemeenteleden is van belang, op mensen, die handlangers van de diakonia kunnen zijn in de wereld. Een diaken zal bereid moeten zijn de dragers van het gezag in de maatschappij openlijk en persoonlijk op te roepen tot gerechtigheid. Gezagsdragers zijn allen mensen, die op hun roeping aanspreekbaar zijn.

Ik geloof echter niet, dat het de taak van de diakonie zelf is tot sociale of politieke aktie te komen. De gemeenteleden, zij moeten gemobiliseerd worden tot daadwerkelijk dienstbetoon.

Wel kan m.i. een diakonie, onder de nood van een vastgelopen situatie (b.v. woningnood), een werkgroep van gemeenteleden vormen, die het probleem met alle beschikbare wettige middelen te lijf gaat, deskundig, maar niet zonder zich voortdurend rekenschap te geven van de eisen van Gods Woord.

Nogmaals: de gemeente

Er is tegenwoordig een streven, het leven van de Kerk op te roepen alleen maar diakonaal te zijn. De Kerk zou pas Kerk zijn, naarmate zij diakonaal is. (Prof. dr. H. Jonker spreekt over een 'eenzijdig diaconalistische tendens'. Leve de Kerk, Nijkerk 1969, blz. 196). Terecht rijzen hiertegen van verontruste zijden grote bezwaren. Het gaat in de Kerk om veel meer. Ik noem: de prediking der verzoening tussen God en de zondaar, de opbouw van het lichaam van Christus, de bevinding des geloofs door de Heilige Geest, de aanbidding en lofprijzing Gods, het belijden van Gods Naam. Toch neemt dat niet weg, dat de gemeente óók diakonaal moet leven, bidden, handelen. De grootste nood van onze tijd is een gebrek aan geestelijk leven in de gemeenten en een verschrompeling van het getuigend en werkzaam geloof. Daarbij is het goed de hand in eigen boezem te steken, want deze geestelijke en werkelijke armoede geldt over de hele linie.

Toen de Heilige Geest was uitgestort, ontstond onmiddellijk een levend diakonaat (Handelingen 4 en 6). Waar de Geest wordt verwacht en ontvangen, zal steeds opnieuw diakonia zijn in de beide betekennissen van het woord: 'de bediening der verzoening' en: 'het dienstbetoon aan de naaste’.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 januari 1971

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Over het diakonaat

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 januari 1971

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's