Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. C. Trimp, Betwist Schriftgezag. Een bundel opstellen over de autoriteit van de Bijbel, 228 blz. f15,—. Uitgeverij De Vuurbaak, Groningen 1970.

Onder de vele publicaties over het Schriftgezag en het Schriftvraagstuk mag het boek van de vrijgemaakte hoogleraar, dr. C. Trimp, met ere genoemd worden. Men zou deze bundel artikelen en recensies kunnen vergelijken met een spiegel, waarin allerlei opvattingen die binnen en buiten onze grenzen, bij protestantse en roomse theologen opgeld doen, weerkaatst worden. Deze weerkaatsing betekent dan tegelijk een critische toetsing.

Het standpunt van de auteur blijft niet in de mist hangen. De reformatorische belijdenis inzake de Schrift, zoals we die vertolkt vinden in artikel 3—7 van de N.G.B. functioneert hier op elke bladzijde. Daarom achten we dit een waardevol boek, niet alleen voor hen, die op de hoogte willen blijven, maar niet minder voor hen die temidden van zovele vragen een antwoord begeren van uit het hart van de reformatorische belijdenis. Wij hopen daarom dat de lezerskring van dit boek niet alleen beperkt blijft tot theologen en studenten, maar dat ook gemeenteleden, en met name de ambtsdragers zich in dit boek zullen verdiepen. Dat zal hier en daar wat moeite vergen. Maar wie deze moeite er voor over heeft, kan er zijn winst mee doen.

Nu er op de boekenmarkt zoveel publicaties verschijnen die op zijn zachtst gezegd de betrouwbaarheid van de Schrift ondermijnen, en soms de indruk wekken, dat daarmee alles gezegd is, zijn wij des te meer dankbaar voor dit 'andere geluid'. Dr. Trimp is ter zake kundig, schrijft op weloverwogen wijze, is scherp in zijn polemiek, maar de polemische toon wordt nergens grof. Wel merkt men uit menig bladzijde de zorg van de auteur om de gemeente van Christus te bewaren bij het Woord. Die zorg doet hem soms fel zijn in zijn critiek. Maar de felheid komt voort uit bewogenheid.

Een kort overzicht en typering van elk der opstellen moge hierbij volgen. Hoofdstuk I is getiteld: 'Het getuigenis der Schriften'. Wijd verbreid is het spreken over de Bijbel als getuigenis, een spreken dat vooral bevorderd is door theologen als Martin Kähler en Karl Barth. Maar wat is de aard van dit 'getuigenis'?

Dr. Trimp laat de rijke betekenis van dit woord in de Bijbel zien. Getuigenis is een woord dat uit de rechtssfeer stamt. Het getuigen heeft betrekking op het grote geding tussen God en de wereld, om de erkenning van Zijn Naam. Bij Kähler wordt getuigenis vrijwel gelijk aan 'individuele geloofsbelijdenis'. Bij Barth is het getuigenis ten diepste ook niet meer dan de menselijke verwijzing naar de openbaring. Op deze wijze poogt de barthiaanse theologie enerzijds vast te houden aan de betekenis van de Schrift, terwijl anderzijds de weg vrijkomt voor de Schriftkritiek. De Bijbel wordt dan toch verlaagd tot een bundel geloofs-expressies omtrent door God gestelde feiten.

Echter de getuigen die in de Schrift aan het woord zijn zijn de door God gemachtigde en door Zijn Geest bekwaamde dienstknechten om de feitelijke waarheid en waarachtige feitelijkheid van het in Christus geschiede heil te proclameren tegen de leugen die in de wereld heerst. Het getuigenis is dus opgenomen in het openbaringshandelen van God. In die zin is ook Joh. 5:39 te verstaan. De Schriften bevatten niet maar een menselijk getuigenis, maar vooral: Gods getuigenis. Wanneer de auteur schrijft: 'Over dat geheim van het spreken Gods dóór mensen, licht de Bijbel zelf ons niet in (blz. 35),' zijn daarmee de vragen niet weggenomen naar de verhouding tussen de eerste Auteur en de tweede auteurs. Maar wij vallen dr. Trimp bij, als hij vaststelt dat men het woord 'getuigenis' niet mag gebruiken als de toverstaf om het verlossende woord te spreken inzake de verhouding van de goddelijkheid en de menselijkheid der Schrift. De barthiaanse oplossing hakt de knoop te snel door.

Weldadig is de wijze waarop de auteur hier spreekt van uit het zelfgetuigenis van de Schrift. Alleen al dit hoofdstuk is de moeite van het bestuderen meer dan waard.

In het tweede hoofdstuk 'Honderd jaar kritiek te Kampen' toont de auteur aan dat de reformatorische belijdenis inzake de Schrift geen wegversperring vormt voor vruchtbare exegetische arbeid. Een lezenswaardig hoofdstuk, waarbij men wel als bezwaar kan aantekenen dat de kwestie, die de Gereformeerde kerken sinds 1944 verdeeld houdt en zich met name ook in Kampen toespitst, in de beschouwingen van dr. Trimp hier en daar om de hoek komt kijken. De lijn wordt wel eens wat al te rechtlijnig getrokken naar de situatie van de vrijgemaakten.

Het derde hoofdstuk bevat een brede bespreking van Veenhofs dissertatie over Bavinck, de ethischen en het Schriftvraagstuk. Op knappe wijze analyseert Trimp de motieven van de ethische theologie. Zijn critiek op Veenhof lijkt mij bijzonder sterk. Het is m.i. voor geen tegenspraak vatbaar dat er velerlei beroep op Bavinck is, waarvan men kan vragen: 'Is het terecht? Zou Bavinck zich hierin erkennen?' En wij zijn het met dr. Trimp eens, als hij schrijft: 'De nieuwe bezinning die zich thans in de synodaal-gereformeerde kerken doorzet, zou van een al te grote overmoed getuigen, indien zij zichzelf zou presenteren, als de executeur van Bavinck's nalatenschap. Want dáárvoor waren er bij Bavinck teveel massieve en religieus geladen 'antwoorden', die door iemand als Kuitert rechtdraads weersproken worden.' (blz. 99).

Hoofdstuk IV 'Alarm om de bijbel' geeft een critische doorlichting van de theologie van Bultmann, waarbij dr. Trimp zijn uitgangspunt neemt in de scherpe aanval van de 'Bekenntnisbewegung' op Bultmann c.s. Hoewel de schrijver zijn reserves heeft tegen de critiek van dr. Bergmann heeft hij toch waardering voor de besliste wijze waarop deze Bultmann's programma afwijst. Trimp tekent Bultmann als de man die de daemonic van het rationalisme wil uitdrijven met de daemon van het irrationalistisch existentialisme. Wat Trimp opmerkt over het verband tussen piëtisme en existentialisme is op zichzelf niet onjuist, maar wat fragmentarisch. Zo gemakkelijk kan men het piëisme niet afdoen!

Het hoeft geen betoog dat in een dergelijk boek dat de vinger legt bij de actuele discussie, ook de positie van dr. Kuitert ter sprake komt. De schrijver doet dit in hoofdstuk V 'Om de waarheid van het evangelie'. Hij gaat daarbij uit van Kuitert's artikel in de verzamelbundel: 'Uit tweeën een'. De auteur geeft een scherpe analyse van Kuiterts motieven en laat zien hoe het vloeiende waarheidsbegrip van Kuitert de autoriteit van de canon, het geschreven Woord Gods, in gevaar brengt. 'In de gereleveerde gedachtengang van dr. Kuitert presenteert zich een binnen de roomse en reformatorische kerken machtige stroming, die uit naam van de principiële voorlopigheid en het 'eigensoortig voorlopigheidskarakter van de christelijke waarheid' distantie schept tussen 'waarheid' en 'geschreven Woord', (blz. 140)'. Het gehele opstel is zeer verhelderend om de situatie waarin wij verkeren te doorlichten.

Dat de auteur vanuit zijn uitgangspunt grote bezwaren heeft tegen 'Klare wijn' laat zich verstaan. In hoofdstuk VI 'Dialogisch Schriftgezag' laat dr. Trimp zien hoe het verstaan van de Schrift, haar gezag en openbaringskarakter bepaald worden door het theologommenon van het partnerschap van de mens. De gedachte van het partnerschap (Martin Buber!) betekent een ondergraving van het bijbelse spreken over het Verbond. En de beklemtoning van dit partnerschap betekent tevens dat het souvereine gezag van de Schrift in genen dele tot zijn recht komt.

Niet alleen in Nederland verkeert het Schriftgezag in de crisis. Hoofdstuk VII 'De tragedie van de brede weg' behandelt de strijd van Gresham Machen in Amerika tegen het liberalisme en modernisme, zoals dat in onze eeuw opkwam in de presbyteriaanse kerk in Amerika.

Het laatste hoofdstuk behandelt de constitutie van het tweede Vaticaanse concilie over Openbaring, traditie en Heilige Schrift. De dynamische visie die in de constitutie aan de orde komt betekent volgens de schrijver geen toenadering tot de Reformatie. Het geding blijft voortgaan èn ter zake van de Openbaring èn ter zake van de leer van de Heilige Geest.

Een belangrijk boek, waarvoor we graag uw aandacht vragen. In de verwarring der geesten is duidelijkheid en klaarheid een eerste vereiste. Wij hebben behoefte aan duidelijke voorlichting. Ook wie hier en daar met dr. Trimp van mening verschilt, zal dankbaar zijn voor dit reformatorisch protest in de goede zin des woords tegen de ondergraving van het Schriftgezag.

Jo van Ammers-Küller: Tavelinck Trilogie; Uitgave A.J.G. Strengholt's Uitgevers Mij, Amsterdam; 894 pagina's; ƒ25,—.

Deze roman is geschreven tegen de achtergrond van historische feiten. Het eerste boek 'De Patriotten' speelt van 1778—1787, het tweede deel 'De Sansculotten' van 1792—1795, het derde deel 'De Getrouwen' van 1799—1813. Men krijgt uit dit boek, waarin de lotgevallen van de Amsterdamse familie Tavelinck beschreven worden — zowel de namen als de lotgevallen zijn gefantaseerd — een helder beeld van de tijd rondom de Franse Revolutie. Wanneer in het boek historische personen voorkomen is van hen achter in het boek een korte biografische schets opgenomen. Het boek is boeiend geschreven in een zeer aansprekende stijl. Wie er aan begint zal er ongetwijfeld door worden gepakt, ondanks de liefst bijna 900 pagina's. De sfeer van die tijd komt tot leven, zowel het christelijke als het niet christelijke levenspatroon wordt beschreven.

Wat dit laatste betreft, ook enkele malen wordt de tekst van het boek ontsierd door halve of hele krachttermen. Dat mag de realiteit van het leven zijn, het stoot ons toch als deze termen zo worden afgedrukt.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 1971

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 1971

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's