Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Israël, het land en de stad

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Israël, het land en de stad

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

II

Over de toekomstverwachting

De toekomstverwachting van de profeten doorbreekt alle nationale beperking en eveneens alle locale begrenzing. De tijdelijke goederen — en dat geldt ook van het land — komen steeds meer op de tweede plaats. Men spreekt wel over het land, maar heilshistorisch heeft het uitgediend. Toepassing van de profetische woorden op de terugkeer van Israël naar het land der vaderen miskent m.i. de diepste zin van Gods beloften en kan alleen met uitschakeling van vele teksten worden verdedigd. In de prediking van de profeten vinden wij een alles beheersend bovenhistorisch element. De profeten tekenen geen herhaling van het verleden, geven geen beloften over een repetitie van de uittocht, maar er komt iets wat geheel nieuw is, een nieuwe Goddelijke schepping. Het Nieuwe Verbond gaat het Oude volkomen te boven. De dingen Gods worden op een hoger vlak gezet, op een hoger plan. Het is dezelfde muziek, maar op een andere toonaard. De heilsgeschiedenis is daarmee niet af. De oude toezeggingen zullen ongekende werkelijkheid worden door een nieuw ingrijpen des Heren op Zijn Dag!

Vergeestelijking

De profetie moet dus vergeestelijkt worden verstaan? Het woord vergeestelijken is in deze tijd ergens besmet. Wie beloften 'geestelijk' wil verstaan moet zich al gauw tegen de aanklacht verdedigen als zou hij Gods beloften irreëel maken. Zoals men het water verdampt, wat blijft er van over? Zo zou men de werkelijkheden die in de beloften zijn gegeven, verdampen, in rook en damp doen opgaan; men heeft er geen houvast meer aan. Wees hiermee wel erg voorzichtig. Spreekt de apostel niet van de geestelijke spijze en drank; is dat soms minder dan 'materiële' gaven, waarvan de woestijnreis spreekt? 1 Kor. 10:3v; Ex. 16:4, 17:6, Num. 20:7. En het geestelijke huis van 1 Petr. 2:5. Is dat soms minder; maakt dit iets onwerkelijk? Worden door deze dingen Gods beloften 'eigenlijk' opzij gezet, omdat wij er geen weg mee weten. Wat is meer de geestelijke wapenrusting of die van ijzer en staal? (Ef.6: 10v).

Vergeestelijking, zoals de Bijbel die kent ziet de dingen als figuren en beelden, als voorbeelden en typen vàn en vóór een hogere en diepere werkelijkheid; daarbij gaat niets de mist in, die verdwijnt. Men spreekt in deze tijd in dit verband dikwijls niet van vergeestelijking, maar verpersoonlijking en dat is niet zo vreemd, denk maar aan Jes. 28:16; 8:14. Deze woorden gelden van Christus; Hij is de grondsteen en de hoeksteen, de steen des aanstoots, 1 Petr. 2:4vv, Rom. 9:32v. Ps. 118:22 spreekt van de steen, die de bouwlieden verworpen hebben; dat geldt van Christus. Maar men zou inplaats van het woord vergeestelijking ook meer dan eens kunnen spreken van verheerlijking (vergelijk bij Paulus het geestelijke lichaam, het verheerlijkte lichaam).

Toekomstverwachting

In de toekomstvizioenen van de profeten is iets van een hogere wereld. Uiteindelijk gaat het om een bovenaardse werkelijkheid, om het boventijdelijke en het bovennatuurlijke.

Dat blijkt uit het gehele verband. De beloften zijn geheel onverstaanbaar, als wij die toepassen op het land Israël of Kanaän. Want de Here schept een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, Jes. 65:17; 66:22, Jer. 30 en 31. Men maakt de beloften teveel, misschien moet ik wel schrijven, geheel los van de verwachting van de Messias, in wien de belofte ja en amen zijn, alle beloften en niet maar een enkele. Met Zijn komst wordt het jaar van het welbehagen des Heren ingeluid. Daarvan spreekt Jes. 61:1v., waar het gaat over vrijlating van gebondenen en slaven. Lev. 25:10; Jer. 34:8v. Maar Christus zelf, als de hoogste profeet en leraar grijpt hoger; het jaar van het welbehagen des Heren is aangebroken. Hij geeft schriftuitleg van eschatologisch-messiaanse kwaliteit. Over Hem en om Hem gaat het in Jes. 61.

Ik denk in dit verband aan woorden van Jesaja, niet voor niets genoemd de evangelist van het Oude Verbond. De terugkeer uit Babel zal de uittocht uit Egypte verre overtreffen. Wat een beloften en welk een onvoorstelbaar en ondenkbaar grandioos perspectief: bekering der heidenen en een keer in het lot van Israël en dat voor eeuwig: Want Israël wordt door de Here verlost met een eeuwige verlossing, Jes. 45:17. 'Als eschatologisch heil houdt het nooit en te nimmer op' (Fohrer). De heerlijkheid van stad en land zal groter zijn dan ooit, Jes. 41:18v; 44:28v; 49:14vv. Voor eeuwig zal Israël het land bezitten; het land zal heten het getrouwde, want het land wordt getrouwd (Jes. 62:4; het land Beulah). Met opzet ga ik hier niet in op wat hier over Jerusalem staat (niet meer de verlatene, maar Mijn lust is aan haar), wijs alleen op het nauwe verband ook in de toekomstbelofte van land en stad. 'En heel deze profetie in Jesaja loopt uit op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Dáár ligt de uiteindelijke vervulling; dáár gaat het om. Er zou heel wat geëlimineerd moeten worden als wij deze woorden alleen van het aardse land en van het Jerusalem van beneden zouden laten gelden. Jes. 66:22. Zie Op. 21:1 en 2 Petr. 3:13. Daarbij komt nog, dat dit gedeelte eindigt met oordeel over 'Wie tegen Mij overtreden hebben'. In het nieuwe land een nieuw volk. Ook deze lijn vinden wij in de profetie over de toekomst, Zef. 3:2, 12 e.v. Beloften, vele en grote, maar die in het Nieuwe Verbond — hoogtepunt van het Oude Testament — hun middelpunt vinden in dit: Zij zullen Mij allen kennen, — want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven, Jer. 31:34. Geen enkele belofte gaat om buiten de vreze des Heren, niet als voorwaarden, die wij of een volk eerst moeten vervullen, op grond waarvan dan de Here Zijn Woord waar zal maken. Een oud volk in een oud land? Neen, een vernieuwd volk in een nieuw land met een belofte voor eeuwigheid!

Amos' profetie

Het is volkomen onmogelijk om nu nader in te gaan op de vele plaatsen waar in het Oude Testament over de belofte van Israël en het land in te gaan. Alleen één gedeelte mogen wij niet voorbijgaan. Dat is Amos 9:11vv. Israël heeft toch een toekomst. De man, die als profeet het dodenlied zong over de jonkvrouw Israëls heeft (h. 5:1 vv) beloften van heil: Zoek de Here en leef (h. 5:4) en hij spreekt van de wederoprichting van de vervallen hut van David en de tijd, dat de Here de gevangenis van Israël wenden zal. Ik vind het altijd weer zo iets geweldigs, dat dit boek eindigt met: zegt de Here uw God. Het doodsoordeel wordt toch afgewend! De uitdrukking 'De Here wendt de gevangenis' ziet op meer dan de terugkeer uit ballingschap, op meer ook dan het terugontvangen van materiële weldaden. (Vergelijk ook Zef. 3:20 en Job 42:10). De gevangenis wenden dat wil zeggen; de Here verandert de gehele situatie, herstelt alles, vernieuwt het verbond en deelt de weldaden van het verbond uit, Israël is bevrijd als een slaaf uit de schuldslavernij. Alles is (weer) goed, er is vrede. Dan is ook de vloek van de akker weggenomen en van de arbeid. Enkel overvloeiende zegen blijft over; een bovennatuurlijke vruchtbaarheid wordt beloofd voor het land; iets van het paradijs keert terug. (verg. Jer. 31:5vv, 12:23vv h.36:28vv. Joël 2:20v). Hier wordt het Messiaanse heil beschreven, dat niet mag worden verkort tot bezit van land of ander materieel goed. Maar zoals elders vinden wij het heil getekend met beelden van het land en het goed. Aan de vruchtbaarheid in de messiaanse toekomst, die in 9:13 beschreven wordt krijgt Israël deel doordat de Here het vrijlaat uit de gijzeling (Zo Cramer, Amos).

En dan zal de Here het beter maken dan in het begin Ez. 36:11, het einde van al Gods wegen met Zijn volk zal het begin in heerlijkheid en verwachting overtreffen. Wat zegt nu het Nieuwe Testament? Wanneer wij nagaan wat er later is geschied, dan is deze profetie nooit vervuld, tekent Calvijn hierbij aan. Jacobus zegt op het Apostelconvent in Hand. 15:14vv: Simeon heeft verhaald hoe God eerst de heidenen heeft bezocht om uit hen een volk aan te nemen voor Zijn naam. En hiermede stemmen de woorden van de profeten overeen. En dan wijst hij op dit woord van Amos h. 9:11v. Davids rijk wordt hersteld? Ja, hier, als de heidenen toegebracht worden tot de gemeente, die zalig wordt.

Nieuwe Testament zwijgt over terugkeer naar het land

Menigmaal is in de discussie over de toekomst van Israël erop gewezen, dat in het Nieuwe Testament nergens van een terugkeer van Israël naar Palestina sprake is. Nu moeten wij met een 'argument uit stilzwijgen' altijd wel erg voorzichtig zijn, maar zou tot het herstel van Israël een wederkeer naar het land behoren als een essentieel element, dan mocht dat wel ergens verwacht worden, maar zelfs in verbanden als Marc. 13:27vv (en par. teksten) vinden wij dat niet.

Ik meen, dat de afwijzing van de opvatting van de theologische handreiking nog sterker ligt, als we de vraag onder ogen zien: Wat zegt de Schrift over Jeruzalem? Daarover de volgende keer.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 1971

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Israël, het land en de stad

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 1971

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's