Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ongezouten kerkdiensten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ongezouten kerkdiensten

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een wapenschouw van alternatieve kerkdiensten en verkondigingsvormen. Ziehier de aanduiding waarmee Eimert Pruim een boekje van zijn hand, dat bij de uitgever W. D. Meinema in de reeks Ter Sprake verscheen onder de titel 'Stop een zoutkorrel in uw kerkdienst', typeerde *. Wie menen mocht dat het in het Rapport van de Hervormde Synode 'Gemeentevormen en Gemeenteopbouw', dat uitvoerig door ds. Exalto in een aantal artikelen besproken werd, wel mee zal vallen, doet er goed aan dit boekje maar eens te lezen. Het functioneert allemaal al. Het boekje geeft een overzicht van allerlei experimenten die al aan de gang zijn. En Eimert Pruim, de schrijver, zegt: 'Ieder kan zich het beste voegen in die vormen (of ermee beginnen), waarmee hij het beste uit de voeten kan'. Niet minder dan 54 verkondigingsvormen komen aan bod. Ik ga ze echt niet allemaal hier noemen. Ik wil uit de hele berg maar enkele 'korrels' pikken.

Onder agapèdienst lees ik: 'In enkele kerken is geëxperimenteerd met deze nieuwe (oude) vorm: agapè en avondmaal, als éen geheel. Unaniem verzekerden de deelnemers na afloop, dat de viering veel blijer en vrolijker, veel gewoner was geweest en dat ze opeens veel duidelijker waren gaan zien wat de maaltijd des Heeren is en kan zijn'. Dan volgt een program voor de dienst, waarin voorkomen: een dronk, uit te brengen door een gemeentelid, een film, een gesprek in 'zoemgroepen' — wat dat ook mogen zijn — en dan de uitdeling van brood en wijn. Natuurlijk wordt een dergelijke viering in oecumenische kring bepleit. Want de vragen en uitdagingen van de moderne samenleving zijn toch voor alle denominaties dezelfde.

Onder (jongeren)appèl staat te lezen: 'Men kan in de dienst spandoeken zien dragen en wordt in de andere dienst opeens verrast met de muziek van een plaat, die op de hitparade staat. Of jongeren gaan met grote borden zwijgend door de kerk.'

Een andere mogelijkheid is de dienst rond poëzie: 'De dichter — al of niet gelovige! — formuleert naar de eigen aard van het dichterschap het mens-zijn op een vaak zodanig unieke wijze, dat aan zijn klank beelden duidelijk(er) wordt wat er met het mens-zijn in onze dagen aan de hand is.'

Als ik dan wat verder blader in het boekje kom ik tegen het open-praathuis, de drive-in-dienst, het kerkparlement, de recreatiedienst, de filmdienst, de happening (... midden in de kring staan éen grote kaars en twee kleine kaarsen te branden ... Iemand blaast de grote kaars uit. .. iemand leest de geloofsbelijdenis van Dorothee Sölle. Moeten de kaarsen weer gaan branden? ...), dan verder de huisdienst, de openluchtdienst (men blijft bewaard voor een al te verbale d.w.z. een door woorden bepaalde toestand); en dan stuit ik op de gezinsdienst mèt poppenspel, op de huwelijksdienst mèt agapè maaltijd en op de interreligieuze samenkomst, waarbij wordt opgemerkt dat religie meer is dan wat wij eronder verstaan. 'Andere religies kunnen ons andere religieuze expressievormen leren.'

Een trefpuntsdienst is een volgende mogelijkheid. Thema's voor die diensten? 'Samen Afrika' (ontwikkelingswerk), 'Onze stad, stad van de mens' (voorbereiding gemeenteraadsverkiezingen), 'Opstandig geloven' (witte donderdagavond) en 'generatieconflict'. In de hal wordt aan het eind van de samenkomst nog wat gedanst.

Ik noem teslotte nog het politieke avondgebed, waarin aan de orde moeten komen onderwerpen als discriminatie, ontwikkelingshulp, dictaturen in Spanje en Griekenland, gevangeniswezen, geloof en politiek, seksualiteit, studentenrevolte, Israël en de Arabieren. Confessionele verschillen spelen in deze diensten geen rol meer. Verder zijn de diensten verlost van valse sacraliteit. Ieder, die spreekt, riskeert gelach, gefluit, kritiek of bijval en instemming.

Woordverkondiging

De vraag rijst of de gewone woordverkondiging ook nog aan bod komt. Inderdaad, als nummer 26 van de 54 alternatieve vormen. Maar hier zet zich nu juist ook de kritiek van de schrijver in. Men leze zelf: 'De preekdienst behoeft geen toelichting. Voor goede en slechte voorbeelden kan men overal in stad en land, in kerken en kapellen terecht. Jammer is dat veel kerkmensen deze vorm als enig legitieme en zaligmakende erkennen. Velen stellen deze woorddienst (ten onrechte vaak aangeduid met eredienst) centraal in het kerkelijk leven. De woorddienst is de hoofddienst, waarom heen allerlei kerkelijke beweging mag ontstaan. Maar men kan beter zeggen dat de woorddienst niet de hoofddienst is, maar éen van de vele vormen. De ene vorm is niet belangrijker dan de andere. Uit onderzoek is gebleken dat preek en voordracht zeer gebrekkige voertuigen voor overdracht en opinievorming zijn. Een preek bewerkt geen wederkerigheid, verandert geen gevestigde opvattingen en is een gebrekkige vorm van communicatie. Pas door reflectie, gesprek, discussie e.d. maken mensen zich iets eigen. De woorddienst heeft dus maar zeer betrekkelijke waarde.' Dit alles is duidelijke taal. De woorddienst heeft maar betrekkelijke waarde. Een preek verandert geen gevestigde opvattingen. Dat laatste zal wel waar wezen, maar dan voor een prediking, waarin niet de verkondiging van Godswege centraal staat en slechts een uiteenzetting gegeven wordt van allerlei wetenswaardigheden. Maar geldt het ook voor een prediking, die geladen is met de kracht van de Heilige Geest? Op de eerste Pinksterdag veranderde de gevestigde opvatting van enkele duizenden hoorders, die de preek van Petrus aanhoorden. En ook nu nog gebeurt het, dat door de kracht van het Woord mensen worden aangegrepen en innerlijk tot verandering komen, dat de Heilige Geest bekerend en wederbarend werkt onder de bediening van het Woord. Het is evenwel te vrezen dat in vele kringen al lang geen oog meer is voor dit wezenlijke van de kerkdienst. Dat men er zó vanuit gaat dat de hoorders christenen, gelovigen zijn, dat er voor een appèl tot bekering geen plaats meer is.

Het gaat uiteindelijk om de inhoud van de woorddienst.De schrijver van het boekje zegt ten aanzien van de leerdienst, dat vroeger daarbij de Heidelberger Catechismus centraal stond maar dat er sinds 1563 zoveel veranderd is, dat men zich beter niet meer aan de Heidelberger op kan hangen en de leerdiensten beter kunnen worden benut om een inleiding te geven in het denken van Bonhoeffer of om een actie van de Wereldraad van Kerken te introduceren. Hier blijkt wel zonneklaar hoe er geen enkel zicht meer is op wat de wezenlijke inhoud van de woordverkondiging dient te zijn. Het mag kennelijk niet meer gaan om de vraag hoe een mens rechtvaardig is voor God, hoe hij deel krijgt aan het door Christus verworven heil, hoe de Heilige Geest het geloof werkt en versterkt, er de groei aan geeft en de verdieping. Het mag kennelijk niet meer gaan om de verzoening door het bloed van de Middelaar, om zijn Kruis en Opstanding, waardoor een mens behouden wordt van de toorn Gods. Daarom keert de schrijver zich ook tegen opwekkingssamenkomsten. Die hebben hun tijd gehad. Want daarin was geen plaats voor politieke en sociale vragen. 'Het evangelie komt er bekaaid af', zegt hij.

Het is duidelijk, in al deze diensten, waarover Pruim schrijft, is slechts voor éen ding plaats, voor de politieke en sociale vragen, voor de 'grote vragen', waarvoor onze tijd ons stelt. Maar de vraag naar de rechte verhouding tot God komt niet meer aan de orde. Ze is vervangen door de kwestie van de rechte verhouding tot de medemens. Zo wordt de kerkdienst echter uitgehold en is het te begrijpen dat de schrijver ook nog positief kan spreken over meeleven-met-de-kerk-op-af stand. Voor een toenemend aantal mensen, aldus de schrijver, is godsdienstigheid een stricte privé aangelegenheid geworden. Behoefte aan gemeenschap der heiligen leeft niet bij hen. Bovendien, een groeiend aantal christenen stelt zich met godsdienstige literatuur, radiodiensten, t.v. uitzendingen etc. tevreden, omdat het plaatselijk pakket van kerkelijke aanbiedingen te klein is. Wat doet het er ook toe of je nog naar de kerk gaat of niet. Thuis zitten is ook al één van de 54 vormen van Kerk-zijn.

Zout?

Het boekje van Eimert Pruim heeft een pretentieuze titel. De bedoeling is een zoutkorrel in de kerkdienst. Nu, dat zal nodig zijn. Als de kerkdienst zouteloos geworden is, is dat een ernstige zaak. In het boekje van Eimert Pruim heb ik evenwel niet éen échte zoutkorrel kunnen ontdekken. Er worden een heleboel vormen overhoop gehaald, maar inmiddels is het zonneklazir dat de inhoud van de bijbelse verkondiging uit dit geheel verdwenen is. Met dergelijke kerkdiensten geeft men de mensen stenen voor brood. Het ligt voor de hand dat mensen, die door de jaren heen al geen preek meer gehoord hebben, waarin iets van de kracht van de Heilige Geest merkbaar is, iets nieuws zoeken en het dan proberen met andere vormen. Maar die andere vormen zullen het niet doen als er niet tegelijkertijd een andere inhoud mee gepaard gaat. Ze zullen het hart leeg laten.

Wie echter onder de Woordbediening ooit een keer echt geraakt werd en het Woord aan zijn hart gelegd kreeg, ontdekkend, vermanend, bemoedigend en oprichtend, die kan daar nooit meer van los. Te vrezen is dat velen in onze tijd zó nooit echt het Woord van God gehoord hebben. Men houdt zich op de been met de gedachte

Christen te zijn, zonder ooit de kracht van Christus in eigen leven te hebben ervaren. Enkele jaren geleden ontmoette ik iemand, die op vijfenvijf tig jarige leeftijd door het Woord gegrepen werd, voordien nooit in een kerk was geweest en sindsdien vier maal per zondag naar de kerk ging. In de stad waar ze woonde kon dat. Overdreven? Of had ze misschien ontdekt dat de woorddienst het echte was? Die ene zoutkorrel, de dienst waarin het Woord centraal staat, die komt er nu net bij Pruim het slechtst af. Terwijl daar alleen waarachtig heil voor de kerk van te verwachten is. Wordt de woordverkondiging losgelaten, dan zal de officiële kerk misschien nog wel ergens in alternatieve kerkdiensten voorkomen, maar de echte kerk leeft erbuiten, daar waar echt het Woord te vinden is, waar het zout niet smakeloos geworden is.


* Eimert Pruim, Stop een zoutkorrel in uw kerkdienst, uitg. W. D. Meinema, Delft, 23 pags. ƒ 1.—.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 september 1971

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Ongezouten kerkdiensten

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 september 1971

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's