Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prof. dr. J. Verkuyl, Onderweg naar éen wereldsamenleving (Cahiers voor de gemeente) 124 blz. ƒ 8, 95, Kok, Kampen 1971.

Een boek van Verkuyl betekent altijd weer een publicatie van iemand die zich met hart en ziel betrokken weet bij de zaak, waarover hij schrijft. Dat is ongeacht het feit, of men met alle conclusies van de schrijver instemt, een te waarderen feit. Wie dit cahier gelezen heeft, moet in elk geval wel onder de indruk komen van de geweldige problematiek die er achter het woord 'ontwikkelingssamenwerking' schuilgaat.

De literatuur over dit onderwerp is immens groot. Voor diegenen die zich verder in het onderwerp willen verdiepen biedt de schrijver een selectie van maar liefst 8 pagina's.

Het moet de schrijver als een verdienste aangerekend worden dat hij er in slaagt in kort bestek ons te informeren over de vragen van zending, werelddiaconaat en ontwikkelingssamenwerking. De heldere schrijftrant maakt het boekje leesbaar voor een breed publiek.

Over de inhoud het volgende. Na een korte inleiding volgt een hoofdstuk over de ontwikkelingslanden en hun kernproblemen. Landen die eeuwenlang geremd zijn door tradities en koloniale structuren zijn op weg naar vernieuwing. Dat roept problemen op, zowel in economisch en sociaal opzicht als ook cultureel en religieus. De kerken spelen in dit proces een deels negatieve, deels positieve rol.

Hoofdstuk 4 bevat bijbels-theologische overwegingen. De schrijver beklemtoont het exodus-motief en het dienst-motief en meent dat binnen de actieradius van het gekomen en komende Koninkrijk zending, werelddiaconaat en ontwikkeling samenhangen.

In hoofdstuk 5 toetst de schrijver de motieven van ontwikkelingshulp en gaat hij in op de vraag van de structuurveranderingen.

De beide laatste hoofdstukken gaan in op de roeping van de kerken en de organisatorische vormgeving. Verkuyl onderscheidt missionaire-, diaconale-en ontwikkelingsprojecten, wijst in ons land de Raad van Kerken een taak aan en eindigt met een oproep tot deelname.

Mijn waardering voor hetgeen de schrijver biedt aan informatie en voor de bewogen wijze waarop hij ons bij dit onderwerp betrekt, nemen toch niet weg dat ik ook nogal wat vraagtekens gezet heb.

Die vraagtekens houden verband met de titel: Onderweg naar één wereldsamenleving. Wat bedoelt Verkuyl met dit laatste? Een goede manier van omgaan met elkaar in de wereld? Een 'proefpolder' voor het Rijk, de stad die fundamenten heeft? Maar is dit vanuit de Schrift gezien te realiseren? Ontkomt men op die wijze aan de — toch ook door Verkuyl afgewezen — horizontalisering van het Koninkrijk Gods?

Zeker, met dankbaarheid nemen we er nota van, dat de schrijver op blz. 48 erop wijst dat de aandacht voor ontwikkelingswerk een vlucht kan zijn voor de essentiële roeping tot getuigen en proclameren, m.a.w. de zendingsroeping. Maar in de voortgang van het betoog krijgt de lezer de indruk dat deze waarschuwing niet functioneert en zending, diakonaat en ontwikkelingssamenwerking min of meer op één lijn komen te liggen.

Geen wonder dat Verkuyl de Frankfurter Erklarung noemt als voorbeeld van ongezonde polarisatie. Zwak vind ik de bijbelse fundering. De schrijver past de gegevens van de uittocht, de bevrijding en de notie van het dienstbetoon toe op de ontwikkelingsproblematiek. M.i. voltrekt zich in deze 'motief-exegese' een onjuiste politisering van de bijbelse gegevens. De vraag kwam bij mij boven: Welke hermeneutische sleutel hanteert de auteur?

Niet duidelijk is mij geworden wat nu de taak van de overheid is, en van de individuele christen en de taak van de kerk. Waar houdt de taak van de kerk op? Dat de ontwikkelingsproblematiek niet aan de kerk voorbij mag gaan, zij de schrijver volmondig toegegeven. Maar dat neemt niet weg dat de taak van de kerk primair haar missionaire roeping is: Predikt het Evangelie aan alle creaturen. Het dienstbetoon vloeit hieruit voort, zoals in de Evangeliën de tekenen van genezing de prediking begeleidden. Men mag deze eigen taak en plaats van de kerk krachtens de opdracht van Jezus Christus niet vervagen door van de kerk een orgaan voor ontwikkelingshulp te maken naast andere organen en instituten. Dat wil de schrijver ook niet, maar de vrees bekruipt me dat de auteur geen voldoende verweer heeft tegen diegenen die de taak van de kerk laten opgaan in ontwikkelingswerk, maatschappijvernieuwing, etc. Bij alle waardering voor veel goeds in dit boekje zou ik toch willen zeggen: Jammer, dat de schrijver niet meer geluisterd heeft naar de waarschuwing van de Frankfurter Erklarung.

Ede

A. N.

Dr. L. Batelaan, De Kerk van Korinthe en wij, 144 blz., ƒ 9, 90. Uitg. T. Wever, Franeker, 1971.

De schrijver geeft in dit boek een populaire bewerking van zijn proefschrift (1942). Hij wil — blijkens de ondertitel — de actualiteit van Paulus' eerste brief aan de Korinthiërs laten zien. Terecht betoogt hij, dat de brief niet te verstaan is als men geen rekening houdt met de tijd van ontstaan van de brief en met de omstandigheden, waaronder de gemeente leefde. Daarom geeft hij een beschrijving van de stad en de kerk van Korinthe, ... de hoofd­ stukken 8 tot 11 : 1 bespreekt en uitlegt. Hoe staat Paulus tegenover het eten van offervlees en in het algemeen van heidense offergaven, van het meedoen eten aan een offermaaltijd, tegenover het kopen in de markthal en wat daarmee samenhangt. Op zichzelf is het eten van offerspijzen geoorloofd, maar om de wille van de zwakken wijst hij deelname aan heidense offermaaltijden af. Daarbij wijst Paulus op de offers, die hijzelf terwille van anderen brengt. Maar Paulus gaat dan nog voort, als hij deelname aan een offermaaltijd afwijst, omdat daar de verleiding tot zonde groot is en omdat daar duivelse invloeden werken.

Over het vele malen zonder enig verband aangehaalde: lle dingen zijn mij geoorloofd zegt de schrijver verstandige dingen: lle dingen, d.w.z. het gebruik van alle dingen (daarmede wijst hij de vertaling van o.a. de Nieuwe Vertaling af) h. 10 : 23).

Gewetensvragen, die ook in deze tijd zwaar moeten wegen komen hier dus aan de orde. Al te gemakkelijk 'zegt men soms: Ik ben in mijn geweten overtuigd enz. Zelfs kan het geschieden, dat men bij het beroep op het geweten het antwoord krijgt: Maar mijn geweten — maar Paulus stelt hier beslist niet geweten tegenover geweten!

Ik vind dit werk een mooi stukje bijbelstudie en als er iets nog nodig is in de Kerk, dan is het dit: , nauwgezet luisteren naar wat het Woord zegt.

D. B.

Bt.

T. van ’t Veld, Gemeente-opbouw rondom het Woord, 61 blz., ƒ3, 45. Te bestellen door storting van ƒ3, 45 op giro 143 78 61 t.n.v. Echo, Amersfoort, met vermelding: Zend mij no. 903.

Van de Herv. Bond voor Inwendige Zending op G.G. kreeg ik het verzoek om iets te schrijven over een boekje dat bij genoemde Bond uitgegeven werd en geschreven is door onze plaatselijke collega uit Waddinxveen, ds. T. v. 't Veld. De titel luidt: 'Gemeente-opbouw rondom het Woord'. Dit boekje is eigenlijk al een 3de druk, maar omdat het bij de herdrukken weer geheel herzien werd, is oök de titel mede gewijzigd. Bij de 1ste druk was die: 'Een klein kerkje tussen hoge flats'; bij de 2de druk: 'Kerkewerk in een nieuwe wijk'. En deze 3e druk draagt dan de reeds vermelde titel.

Het is met grote vreugde en dankbaarheid dat ik deze uitgave vermeld en aanbeveel. In de kerk is men druk bezig de structuren van kerk en gemeente grondig aan te pakken; uitvoerige 'blauwdrukken' (plannen op papier) zijn al verschenen en men zal nu het werk eens op gaan zetten volgens de richtlijnen van techniek en sociologie, want met de oude structuren gaat het niet meer en zijn we in het moeras terecht gekomen.

Maar in dit boekje hebben we niet alleen maar een blauwdruk, doch wordt ons verteld hoe het in de praktijk uitgevoerd en tot stand gebracht werd; -en dat op een uiterst moeilijk arbeidsterrein, namelijk in een geheel nieuwe wijk die in enkele jaren uit de grond verrees.

Het spreekt natuurlijk vanzelf dat we in dit boekje verschillende technische en zakelijke gegevens tegenkomen; er wordt (heel leerzaam en boeiend) verteld hoe het werk in zo'n wijk opgezet en aangepakt werd. Maar dit is de grote verdienste van dit boekje, hét wordt geïnspireerd door het Woord Gods en in al z'n onderdelen is het één stuk gehoorzaamheid aan de opdracht van de Koning der Kerk.

Wat is het een verkwikking en verademing dit boekje te lezen als men van alle kanten de roep hoort om herstructurering.

Op een bepaalde manier is het een stukje kerkgeschiedenis van de gemeente Waddinxveen. We gaan dit stuk van de plaatselijke gemeente gewoon met andere ogen aankijken als we lezen wat hier verricht werd, om dan tot de ontdekking te komen dat het toch niet allemaal zomaar vanzelf van de grond gekomen is. Van harte aanbevolen dus.

ds. J. V. d. Heuvel

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 december 1971

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 december 1971

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's