Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Deze zal ons troosten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Deze zal ons troosten

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

’En Latnech leefde honderd twee en tachtig jaren en hij gewon een zoon. En hij noemde zijn naam Noach, zeggende: Deze zal ons troosten over ons werk, en over de smart onzer handen vanwege het aardrijk, dat de Heere vervloekt heeft.’ Genesis 5 : 28, 29

We slaan ze aan tafel nog wel eens over, al die namen, getallen, familiebetrekkingen en hoge leeftijden. Getallen vinden wij niet erg geestelijk. En toch staat er ergens dat al wat tevoren geschreven is, tot onze lering is geschreven. Wie het vijfde hoofdstuk van het boek Genesis opslaat zal het ontdekken. 'Dit is het boek van Adams geslacht'. Dat is het opschrift. Een familieregister, zoals sommige mensen wel eens voor in hun bijbel een hele lijst hebben met allemaal namen .. van vader, grootvader en gaat u maar door. Als u dit geslachtsregister goed bekijkt, doet het onvolledig aan. Er worden verschillende namen in gemist. Adam .. en dan wordt direct overgegaan naar Seth. Alsof Seth de enige zoon was. En van Seth naar Enos en dan Kenan. Van al die anderen die er geweest zijn wordt geen melding gemaakt. Niet genoemd. Toch mannen van naam. Bewerkers van ijzer en koper. Orgelbouwers. Mensen met een ontwikkeling. Maar de Heilige Geest gaat ze voorbij. Waarom? Omdat ze leefden van hun eigen verwachtingen, van eigen krachten. Omdat ze de verborgen omgang met de Heere missen. Dat geheim van de vreze Gods. Kaïn heeft ook nakomelingen gehad. Beroemdheden. Maar God verkiest geen beroemdheden. En beroemdheden verkiezen Hem niet. Het zwakke der wereld heeft God uitverkoren, hetgeen niets is in eigen oog.

Velen zijn gestorven zonder uitzicht. Adam, Seth, Enos, Kenan ... De goddelijke verkiezing loopt door de geslachten heen. Vraag niet naar het waarom. Dan begint u verkeerd. God had niemand onrecht gedaan, als Hij het hele menselijke geslacht in de zonde en vervloeking had willen laten. Wie daar begint, die begint goed. Dan komt er verwondering in uw stem. Dan komt u terecht bij het wonder van Lamech, de verwondering die doorklinkt in zijn woorden. Lamech. Wat weten we van hem? Hij staat ingeklemd tussen Methusalach en Noach. Namen die meer worden genoemd. Zo oud als ...? Wie was de bouwer van de ark? Wie zal dat niet weten. Maar Lamech? Het gaat niet om deze naam, het gaat om zijn belijdenis. Want dat is het. Een geloofsbelijdenis. De­ ze Lamech is een profeet van de oude dag. Een adventsprofeet. U moet dat zien. In zijn handen houdt hij een zoon. Deze zal ons troosten. Dat klinkt als een juichkreet. Maar wacht u even, de zin is nog niet uit. Over ons werk en over de smart onzer handen vanwege het aardrijk dat de Heere vervloekt heeft. Dat klinkt als een zucht. Dat is een zin waarin de teleurstelling en de moeiten worden uitgestald. Smart onzer handen, een aarde door de Heere gevloekt. Is dat niet wat al te pessimistisch Lamech? Er is toch nog veel goeds? En toch, wat u hier hoort is geen dofheid en pessimisme van een oude man. Het is geloof. Want het geloof ziet de werkelijkheid, de vloek en de ellende van iedere dag tot op God. Het geloof valt het Woord Gods toe, ook in het oordeel en de vloek over ons leven. Wat ons hier zo somber voorkomt bij Lamech dat is ten diepste geloof aan het Woord. Want toen de mens God losliet klonk in de hof van Eden de vloek Gods. Er werd een woord gehoord dat voordien onbekend was. Met smart zult ge kinderen baren, in het zweet uws aanschijns uw brood eten. Dorens en distels zal de aarde voortbrengen. Daar valt Lamech voor. Dat beaamt hij hier. Hij ervaart persoonlijk de ontzetting van de vloek Gods. Onze tijd is anders. De tijd van de techniek, van de vrije tijd. Hoeveel uur gaan we volgend jaar werken? Het loonzakje raakt al meer gevuld. Maar de zucht van Lamech is niet voorbij. De vloek Gods is niet ongedaan gemaakt. De onrust jaagt ons voort. Het verdriet verscheurt ineens een mens. De doornen en de distels krijgen we niet uitgeroeid, hoe we ook ons best doen. Smart onzer handen, zegt Lamech. Het aardrijk dat de Heere vervloekt heeft. Dan bedoelt hij niet het werken alszodanig of een ramp of een mislukte oogst of gezinsomstandigheden, die zorgen geven. Ook! Maar bij alle moeiten en tegenslagen stuit hij steeds op de straf van God. Alle zorgen wijzen hem naar de mens zelf, naar zijn val. Een mens is vaak net als een hond. Die bijt in een stok zonder dat hij kijkt waar die vandaan komt. Wij klagen nog wel eens. Over van alles. Ook over onszelf? In het geslacht van Kaïn werd die vloek ook wel gevoeld. Daar had men ook te kampen met zorgen en ziekten en dood. Maar men vond afleiding. Wapens tegen de strijd. Tenten om het verblijf op aarde wat aangenamer te maken. Zo viel het nog wel mee.

Maar Lamech klaagt. 'Hoe lang zal ik nog klagen, hoe lang Uw gramschap dragen.' Hij vloekt de wereld niet, hij balt zijn vuist niet tegen God. Hij belijdt, in ootmoed, nederig voor God. Mijn zonden zijn steeds voor mij zegt David. Daar klinkt weer diezelfde ootmoed. Verootmoediging voor God, ze is nodig wil het echte adventsleven doorbreken. Zalig zijn zij die treuren — als Lamech — want zij zullen vertroost worden. Dat geldt ook in de adventsdagen. Deze zal ons troosten. Ziet u hem staan? In zijn handen een zoon. Noach. Dat is een naam waarin deze oude vader zijn geloof uitspreekt. Rustbrenger, trooster. Daar heb u de betekenis. Of noemt u dat soms geen geloof als een mens, ondanks de ellende om zich heen, terugvalt op de beloften Gods. In het paradijs klonk niet alleen de vloek. Ik zal vijandschap zetten! Dat was beloofd. Het vrouwenzaad. De beloften Gods vastgrijpen, dat doet Lamech hier. Deze zal ons troosten. Daar voel je de hoop, de verwachting. De hoop is ook de tweelingzuster van het geloof. Deze zal ons troosten. Hoe wist Lamech dat? Door de Geest der profetie die op hem rustte! Die Geest geeft een mens andere ogen. Die Geest maakt het oordeel werkelijk maar ook de beloften levend. Dat deed de Geest bij deze vader met dat kind in de armen. Net als bij Simeon. Hij had ook een kind in zijn armen. Het kind. Deze wordt gezet tot een val en opstanding van velen in Israël. Noach... hij gaat straks de ark bouwen. Tot behoud. De enige weg ter ontkoming aan Gods oordeel. Noach... en hij stierf. Dat is het eentonige refrein van dit hoofdstuk. Als een misthoorn op het water. En hij stierf ... Deze zal ons troosten. Dat zal Christus eenmaal volkomen doen. Lamech mag er naar staren vanuit de verte. Jesaja mag er van profeteren van deze Christus. De Geest des Heeren is op mij om alle treurigen te troosten. En de kerk des Heeren belijdt het, ze komt al dichterbij: 'Mijn enige troost in leven en in sterven is dat ik het eigendom van Hem ben'. Deze zal ons troosten. Ja, ook van Hem staat het: 'En Hij stierf'. Opdat het paradijs geopend zou worden. De vloek weggedaan. Deze zal ons troosten. Zonder deze verwachting is ons leven dood. Maar wie het Lamech nazegt, ziende op Christus, de Verhoogde, door Zijn Geest, die ziet uit. Die verwacht. Dat is advent.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 december 1971

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Deze zal ons troosten

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 december 1971

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's