Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De zilveren koorde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De zilveren koorde

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Samenvatting van een nota, die door een aantal kerken aan de leden van de Tweede Kamer is toegezonden.

Inleiding op de samenvatting

Binnenkort zal de Tweede Kamer in tweede lezing een besluit nemen inzake het buiten de Grondwet brengen (deconstitutionaliseren) van het huidige artikel 185, dat de financiële betrekkingen tussen de staat en een aantal kerken regelt op het gebied van traktementen en pensioenen voor de geestelijken. Wanneer art. 185 onder z.g. additionele artikelen is opgenomen, zal een nieuwe wettelijke regeling dienen te worden ontworpen. Uit een recente nota aan de Tweede Kamer blijkt, dat het huidige kabinet zich op hetzelfde standpunt stelt als het vorige nl., dat afkoop de enig aanvaardbare oplossing is. Zoals bekend gaat het om een jaarlijks totaal-bedrag van ca. 3 1/2 miljoen gulden, dat aan een aantal protestantse kerken, de rooms-katholieke en de oud-katholieke kerken en de Israëlietische kerkgenootschappen ten goede komt.

Namens de rooms-katholieke kerk, de nederlandse hervormde kerk en onder adhaesiebetuiging van de evangelisch lutherse kerk, de remonstrantse broederschap, de algemene doopsgezinde sociëteit en de oud-katholieke kerk is aan de leden van de Tweede Kamer een Nota gezonden, waarin van de zijde van deze kerken een visie gegeven wordt op de financiële verhouding van kerken en staat in verband met artikel 185 van de Grondwet.

Samenvatting van de Nota

Na een kort historisch-overzicht, dat duidelijk wil maken waar de wortels van de huidige uitkering liggen, komen drie mogelijke oplossingen van dit verhoudingsvraagstuk ter sprake. De volgorde is bepaald door de mate van wenselijkheid, zoals die door de kerken wordt gezien.

Het minst voelen de kerken voor een afkoopregeling. Zij wijzen op de mislukte pogingen tot afkoop in het verleden; op de moeilijkheden rond de vraag wie de rechthebbenden op een eventuele gekapitaliseerde uitkering zijn; op de discriminatie tussen de kerken, die wel en die niet een uitkering ontvangen en die bij een afkoop bestendigd dreigt te worden; op de noodzaak om rekening te houden met de geldontwaarding, met de administratiekosten en enkele andere detailpunten meer. Wie dit onderdeel van de Nota vergelijkt met het kort geleden verschenen interim-rapport van de adviescommissie afkoopregeling aanspraken ex art. 185 Grondwet (naar haar voorzitter de commissie-Verdam geheten) merkt belangrijk verschil van inzicht op tussen de opvattingen van de staatscommissie en de kerken, die achter de Nota staan.

Wenselijker achten de kerken een aanpassing van de huidige regeling, waarbij rekening wordt gehouden met de geldontwaarding, die in de loop van deze eeuw is opgetreden en waarbij ook andere dan de huidige kerken voor een (verhoogde) uitkering in aanmerking komen. In dit onderdeel van de Nota wordt gepleit voor een geoecumeniseerde, aan de geldontwaarding aangepaste herziening van de bestaande regeling.

Het meest verkieslijk achten de kerken een nieuwe regeling, waarbij voortgebouwd wordt op het bekende rapport van de commissie-Van Walsum, waarin, zoals bekend, werd voorgesteld aan de kerken jaarlijks 50 miljoen uit te keren. Indien de politieke wil aanwezig is zullen er wegen gevonden worden om tot zulk een nieuwe regeling te komen. De kerken gaan de argumenten na, die door de regering en de Kamerleden o.a. in februari jl., bij de eerste lezing van de Grondwetsherziening naar voren werden gebracht. Gewezen wordt op de waarde van de kerken als geestelijke basis-gemeenschappen. Op de misvatting van het karakter van de godsdienst in de z.g. nota-Witteveen. De vrijheid van de kerken wordt niet aangetast als er een hogere uitkering dan de huidige beschikbaar wordt gesteld, temeer niet daar het slechts gaat om ten hoogste 15 pct. van de totale lasten. Dat niet-kerkelijken meebetalen voor kerkelijke doeleinden kan geen bezwaar zijn in een maatschappij, waarin tal van belastingbetalers bijdragen voor doeleinden, waarmee ze niet instemmen of waarvan zij niet profiteren. In het slot van dit onderdeel geven de kerken enig inzicht in hun financiële situatie. Een gedetaillerd overzicht kon nog niet worden verstrekt, hetgeen samenhangt met de autonomie van de plaatselijke gemeenten en parochies. Wel staat vast, dat vele geestelijken een naar verhouding laag traktement genieten, dat hun pensioenen (te) laag zijn en dat de gehele financiering nu reeds zorgen baart.

Wanneer art. 185 gedeconstitutionaliseerd wordt zal een nieuwe regeling voor de financiële verhouding tussen de staat en de kerken moeten worden gevonden. Het lijkt van belang, dat naast het interim-rapport van de commissie-Verdam, dat op de afkoop gericht is, ook de opinie van de kerken zelf over dit vraagstuk wordt gehoord. Uit de Nota wordt duidelijk, dat door hen het voorstel tot deconstitutionalisering van artikel 185 Grondwet bepaald niet als eerste stap wordt gezien in de richting van een afkoop. De Nota geeft alternatieven aan, die in een andere richting wijzen dan die, welke de regering wenst in te slaan.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 december 1971

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

De zilveren koorde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 december 1971

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's