Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

En toch!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

En toch!

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

die in de doornen bezaaid is die nu in de goede aarde bezaaid isMattheus 13 : 22—23

En, groeiden er doornen? U bent toch op onderzoek uitgegaan; viel het mee, viel het tegen? Waarom brengt het zaad geen vrucht voort? Pas op voor de doornen, wanneer u het woord hoort. Doornen en distelen zijn de eerstelingen van de grond; ze wortelen stevig en wassen snel. Inheems gewas. Het woord van het Koninkrijk krijgt geen ruimte, het komt in het gedrang. Er ontwikkelt zich een stil en verbeten gevecht tussen de tarwe en de doornen. Een gevecht op leven en dood. Het zaad van het woord moet op den duur het onderspit delven.

Wat zijn die doornen dan wel? Nu, onze grove en taaie zonden; onze kwade gewoonten en humeurigheden. Inderdaad, dat is stekelig onkruid, dat mag niet ongemoeid doorgroeien. Het is echter opvallend, dat de Here Jezus hier spreekt over de zorgvuldigheden dezer wereld. Dat is het onkruid dat Hij op onze levensakker ziet voortwoekeren. Druk hiermee, en druk daarmee, de lusten en de lasten van het leven. Alles wat ons in beslag neemt; dat gaat ongemerkt, maar het betekent dat het woord z'n kans niet krijgt. Gij bekommert u over veel dingen. Dat kan toch niet anders, werpt iemand tegen. Dat kunt u mij niet kwalijk nemen. De zorgen zijn er; we zoeken ze heus niet, ze komen wel naar ons toe. Ze zijn er, net... zoals onkruid er is. De zorgvuldigheden dezer wereld. De gewone dingen: wat zullen wij eten, wat zullen wij drinken, waarmee zullen we ons kleden. Hoe hard klinkt het: daarover maken de heidenen zich druk. Maar zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Het is niets bijzonders. Doornen zijn ook niets bezonders, u ziet ze overal. U moet er toch wat tegen doen. Neemt de tijd eens voor het Woord, onderzoek, overdenk. Het doet er niet toe wanneer, maar verwaarloos het niet. Dan heeft het onkruid vrij spel.

De verleiding van de rijkdom. Eigenlijk staat er: het bedrog van de rijkdom. De waan, dat rijkdom zegen en geluk zou betekenen. Terwijl we dat met onze mond ontkennen, grabbelen onze handen in de ton, graaien ze in de zak van de rijkdom. Halen, hebben en houden, dat is onze leus. De een meer in het klein, de ander in het groot. In de gemeente zijn velen bij de weg bezaaid, helaas; weinigen in de steenachtige plaatsen — terstond en met vreugde, dat is onder ons niet zo gebruikelijk. En in de doornen? Dat zijn er meer, dan u denkt. In het verborgen levert het woord slag met de doornen. Toch worden de doornen onderschat. Zowel die zorgvuldigheden, als dat bedrog van de rijkdom. Het zaad wordt er week uit, week in door verstikt en menigeen bezeerde nog nooit zijn handen door er eens aan te rukken en te trekken. Eén ding is nodig. Het meervoud verdringt en verslindt het enkelvoud. En het wordt onvruchtbaar. Hij wordt onvruchtbaar. Die goede hoorder, die geen goede verstaander was; dan zouden de doornen een slecht leven bij ons hebben.

Goede verstaanders worden geoordeeld, opdat ze niet veroordeeld zouden worden. Zij gaan onder het oordeel van de gelijkenis door; Here doorgrondt en ken mij Here, wat vindt u er van. Nu, dat komen ze aan de weet. Zodoende mogen ze horen en ter harte nemen. Wij gaan samen onder de keur van dat woord door. Wij horen van de vele weerstanden en vinden ze terug in ons eigen leven. We houden ons hart vast: is het Koninkrijk Gods tot mislukking gedoemd? Ziet, een zaaier ging uit om te zaaien. Ga maar niet uit, het wordt toch niets. Wie kent de aanvechting niet, wanneer wij het Koninkrijk Gods verwachten en daarin werkzaam zijn? Wilt u de arbeid van het zaaien biddend begeleiden, het schijnt vaak onbegonnen werk. U ziet het voor u: de weg, de rotsen, de doornen.

Maar er komt wel wat van, ondanks tegenstand en tegenslag. Drie tegen één; tien tegen één; duizend tegen één; dat betekent vast en zeker. Een drievoudig horen zonder vrucht wordt overvloedig goed gemaakt door een drievoudige vruchtbaarheid. Dat moeten zij weten, die als eersten deze gelijkenis hoorden. Zouden ze vertwijfelen aan de komst van het Koninkrijk? Zelfs hun twijfel, hoe begrijpelijk, is misplaatst. Het komt! Wij slaken een zucht van verlichting. Dat is aan deze Zaaier te danken. Christus' werk kan niet tevergeefs zijn. Door de dood heen bracht Hij het tot openbaring. Door de mislukking heen, zal het Hem toch gelukken. Het welbehagen des Heren zal door Zijn hand gelukkig voortgaan.

Hoort maar: En een ander deel viel in de goede aarde en gaf vrucht. En gaf vrucht! Hoe kan dat? Dat is de doorwerking van het Woord Gods. Het valt, wonder boven wonder, in goede aarde. Dat spreekt na het voorafgaande allerminst vanzelf. Dat predikt ons de onverwoestbare en onweerstaanbare kracht van het Koninkrijk Gods; de kiemkracht van het Woord des Koninkrijks. Dat is de hoofdzaak. De goede aarde, dat is geen aangeboren of aangeleerde goede gesteldheid van het hart. Het is de grond, die niet platgetreden is, maar open ligt voor het zaad. Die niet oppervlakkig, maar tot in de diepte door het woord wordt geraakt. Waar de doornen geen vrij en wreed spel spelen maar waar ze in hun groei besnoeid, in hun wortel aangepakt en uitgerukt worden. Hier is iemand bezig geweest. Hier is God, door Zijn Heilige Geest bezig geweest. Christus wijdt er niet over uit. Hij roert het niet eens aan. Maar het kan niet missen.

Die nu in de goede aarde bezaaid is, deze is degene, die het woord hoort. Alweer: hoort. Goede aarde wordt net zo bezaaid als slechte grond. Daarom schikken wij ons onder de prediking van het Woord des Koninkrijks en richten wij ons daarnaar. Wie zich daaraan onttrekt, pocht misschien op zijn goede grond, maar veracht ondertussen het goede zaad. We zijn nooit te groot, te goed, te wijs om het woord te horen.

En verstaat. Zij nemen het in zich op, het wortelt dieper en dieper. Het boort zich hun leven binnen, het kan niet verborgen blijven. Waar het Koninkrijk kracht doet, daar draagt het vrucht. Die vrucht is niet te danken aan eigen deugd en daad. Zij is te danken aan de kracht Gods tot zaligheid. Wat een vrucht draagt het Woord. Vrucht van geloof en liefde. Verstaan is geloven. Verstaan is het boven alles achten en schatten. Geloof in en liefde tot het Woord, tot het rijk, tot Christus, tot de drieënige God gaan hand in hand. Waar het Koninkrijk zo doorbreekt brengt het de bekering tot stand. De vruchten zijn vruchten die bij de bekering behoren. Het zijn vruchten van dankbaarheid en gehoorzaamheid. Zij worden uit Christus gevonden, door Woord en Geest. Het zijn nooit eigen vruchten; toch worden ze ons als eigen geschonken. Ik draag maar wat stof aan ter overdenking. De een honderd, de ander zestig, de ander dertigvoud. Er is onderscheid in vruchtbaarheid. Begeert u het honderdvoudige. Uw Koninkrijk kome. Weest niet verlegen met het dertigvoudige. Er zij een toenemen in alles. Vraagt u, welke vruchten. In ieder geval een veelvoud. Een veelheid, verrassend en verblijdend. Nee, ik ga ze u niet noemen. Zoekt er naar in het Woord, zoekt er naar in uw leven. Want het Koninkrijk Gods is rechtvaardigheid en vrede en vreugde door de Heilige Geest. Wie oren heeft om te horen, die hore.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 januari 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

En toch!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 januari 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's