Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De deur

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De deur

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jezus dan zei wederom tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Ik ben de deur der schapen. Johannes 10:7

Bunyan vertelt in zijn 'Christenreize', hoe christen met een pak (de zonde) op zijn schouders loopt. Gekomen op een heuvel, waarop een kruis staat, rolt het pak zijn schouders af, en verdwijnt in een graf. Blij gaat christen zijn weg vervolgen. Dan ziet hij twee mannen over de muur langs de weg klimmen. Ze zeggen te komen uit het land ijdelheid en op weg te zijn naar de berg Sion. 'Waarom zijt ge niet door de poort, die aan de ingang van de weg staat, binnengekomen? ' vraagt christen. Neen, dat vonden ze niet nodig; het lag niet op hun route. 'Het gaat er toch niet om, hoe we op de weg gekomen zijn, maar of we er op zijn', menen zij.

Zijn die twee in Sion gekomen? Neen. Er was maar één mogelijkheid, nl. door de poort gaan.

Zalig worden kan alleen maar door de Heere Jezus: er is geen andere naam gegeven, door welke wij moeten zalig worden (Hand. 4:12). Hier in onze tekst noemt de Heere Jezus Zich de deur. In het eerste gedeelte van dit hoofdstuk ging het over de schapen, de dief en de herder. Nu over de deur. Met een deur kunnen we de toegang tot een kamer afsluiten, zodat men niet binnen kan gaan. Maar een deur kan ook dienen om iemand toe te laten. Als in een muur geen deur zou zijn, zou men niet binnen kunnen gaan. De herder in de gelijkenis komt bij de schaapskooi, en gaat in de deuropening staan. Hij is als het ware zelf de deur. De schapen gaan langs hem heen, 's morgens de schaapskooi uit, 's avonds de schaapskooi in.

De Heere Jezus is de deur: niet: een deur, maar de deur, de enige; er is geen andere. Wat bedoelt Hij daarmee? Sommigen menen: Hij is de deur tot de schapen. Dan zou het betekenen, dat iemand alleen maar een echte herder der schapen is, als hij door de Heere Jezus gezonden is. Dat is een schriftuurlijke gedachte. Hoe zullen ze prediken, indien ze niet gezonden worden? (Rom. 10 : 15). Anderen zijn van mening, dat bedoeld wordt: de deur voor de schapen. Voor deze uitleg voel ik het meeste. De Heere Jezus is de deur voor de schapen. Hij is de deur tot de Vader — niemand komt tot de Vader dan door mij. (Joh. 14 : 6). Hij is de deur tot het koninkrijk Gods, de deur tot de ge­ meente van Christus, de deur tot het Vaderhuis met zijn vele woningen.

Wij, mensen, hebben de Heere de rug toegekeerd, hebben ons afgewend van de Heere. In het paradijs leefden we als kinderen van Vader, in gemeenschap met Vader. Maar we zijn weggegaan, en gooiden de deur dicht. Hoe zullen we ooit weer in gemeenschap met Vader komen, hoe zullen we ooit weer bij Vader thuis komen? Wie zal de breuk helen, en een plaats bereiden bij Vader? Wie zal verzoening doen?

Jezus zegt: Ik ben de deur, de deur tot de Vader, de deur tot Gods Koninkrijk, de deur tot het Vaderhuis. Hij is de deur, omdat Hij gekomen is om zondaren zalig te maken: Hij droeg de toorn Gods: Hij ging in in de Godverlatenheid aan het kruis. Hij werd door God verlaten, opdat wij tot God genomen zouden worden. Alleen door Hem kunnen we ingaan. Alleen door het geloof in de Heere Jezus Christus is er de toegang tot de Vader; alleen door genade is er verzoening. Ze hebben allen gezondigd, en derven Gods heerlijkheid, en worden om niet gerechtvaardigd uit Zijn genade door de verlossing, die in Jezus Christus is (Rom. 3 : 23 en 24). Het geloof bouwt op de Heere Jezus alleen!

Jezus de deur. Er zijn mensen, die op een andere wijze zalig willen worden ... b.v. door de wet, door goede werken, door een nauwgezet leven. Maar door de werken der wet zal geen vlees gerechtvaardigd worden (Rom. 3:20). Wie op die manier probeert binnen te gaan, vindt de deur gesloten.

Zoek de Heere Jezus Christus; nog staat de deur open; heden is de weg der genade en der zaligheid open. Misschien is het morgen te laat.

Er volgt een belofte. Indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden. Wat klinkt daarin een hartelijke nodiging. Is de Schrift niet vol van hartelijke nodigingen en heerlijke beloften? ... O, alle gij dorstigen, komt tot de wateren, . ..; komt herwaarts tot Mij, die vermoeid en belast zijt'. Hier is de deur, die open staat: de Heere Jezus heeft een eeuwige verlossing verworven ... komt tot Mij. En indien iemand door Mij ingaat. Dat is nu: geloven. Ingaan door Christus.  Echt geloof is altijd op Christus gericht; het verwacht alles van Hem alleen. Ingaan door Christus, de geopende deur tot de Vader. 'Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden ter bekwamer tijd.' (Hebr. 4 : 16). Velen zijn er die de deur niet binnen gaan. Er zijn er, die niet weten van de Heere Jezus, en de weg tot zaligheid. Anderen gaan niet binnen, omdat ze onverschillig zijn. Heel wat mensen gaan niet binnen, omdat ze alsmaar uitstellen: later, later wel. Weer anderen zijn wel wat bewogen en ontroerd, maar daar blijft het bij. Ze weten wel van de enige weg tot zaligheid, maar ze willen niet breken met de zonde. Daar is geen: Christus-ingelijfd worden en al Zijn weldaden aannemen. Maar: gaat het u dan niet ter harte, als ge voor eeuwig buitengesloten zult worden? Laat u toch door niets weerhouden. Meent u, dat uw zonde te groot is, en uw schuld te zwaar? Hoor het woord van Christus: indien iemand door Mij ingaat. Ge wordt door Hem genodigd in te gaan door Hem, te pleiten op Hem, te pleiten op genade. Die zal behouden worden. Allen buiten Christus zijn verloren, liggen onder Gods toorn. Zij zullen eeuwig buitengesloten worden, waar wening en knersing der tanden is. Maar wie ingaat door Christus, is behouden en zal behouden worden. Is al behouden, want wie in de Zoon gelooft, heeft het eeuwige leven (Joh. 3 : 36). Wie in Christus is, is gered, is zalig. Wie op de Heere Jezus Christus mag bouwen in het geloof, ontvangt vergeving van zonde, verzoening; ontvangt toegang tot de Vader. En zal behouden worden, gered worden, zalig worden. Allen, die van Christus zijn, zullen ingaan in de rust, die er overblijft voor Gods volk. Voor eeuwig.

Er volgen nog meer beloften. Ingaan en uitgaan en weide vinden. De schapen worden door de herder goed verzorgd: 's morgens komt hij ze halen, en 's avonds brengt hij ze weer in de schaapskooi. Ingaan en uitgaan.

Calvijn wijst in zijn commentaar op de franse uitdrukking: aller et venir, komen en gaan. Daar wordt eigenlijk het hele leven onder verstaan. We vinden datzelfde ook in psalm 121 : 8: de Heere zal uw uitgang en uw ingang bewaren. Alle handelingen van het leven. Alles onder de hoede van de herder. Schapen zijn zwak, onbeschermd. Ze dwalen gemakkelijk af.

Wat zal er van hen terecht komen, als ze geen herder hebben Niets. Wat komt er terecht van de schapen van Christus' kudde, van allen, die gewassen zijn in het bloed van Christus van al hun zonden, van Gods kinderen, als ze geen Herder zouden hebben. Die voor hen zorgt? Toch immers niets. De Heere waakt over de Zijnen, Hij draagt ze al de dagen van hun leven, en bewaart ze bij de zaligheid. Hij geleidt hen veilig naar en in het Vaderhuis. De schapen van Christus hebben het goed bij Hem. Hij geeft, wat ze nodig hebben, naar ziel en lichaam, voor het tijdelijke en het eeuwige leven.

En weide vinden. Wat is de weide? Ongetwijfeld Gods Woord. Dat is het voedsel voor de schapen van Christus, voor Gods kinderen. In het Woord vinden ze alles, wat ze nodig hebben. Gods kind leeft uit het Woord, leeft met het Woord. Daarin spreekt de Heere tot hun hart; vermanend en vertroostend, afbrekend en opbouwend. Daar hebben ze altijd genoeg aan, en daarin komen ze nooit tekort. Let u op: zij vinden weide. De Herder zoekt de weide, de herder geeft de weide, en leidt ze naar de weide. De schapen vinden het. De Heere past het Woord toe aan het hart, en zij genieten van het Woord.

Bij de Heere Jezus hebben ze het leven en overvloed. De dief komt om te stelen en te slachten. De duivel voert ten verderve. De Heere Jezus is gekomen, opdat ze het leven hebben en overvloed. De duivel, de zonde brengen de dood: lichamelijk, geestelijk en eeuwig. De Heere Jezus geeft het leven, het echte leven. En dat leven is: het leven met God, verzoend met God, in gemeenschap met God. Dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige, waarachtige God, en Jezus Christus, Die Gij gezonden hebt (Joh. 17 : 3), Dat leven is er al: hier en nu. U, die dood waart door de zonde en misdaden, heeft Hij mede levend gemaakt (Efeze 2:1). En straks in volle heerlijkheid. Wat een rijkdom. Overvloed, staat er. De Heere is niet karig. Hij schenkt mild en overvloedig. Niets te kort, ja overvloed. De Heere is mijn herder, mij zal niets ontbreken. Mijn beker is overvloeiende (Psalm 23).

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 februari 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

De deur

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 februari 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's