Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het leven ná dit leven* I

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het leven ná dit leven* I

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij kunnen niet zeggen, dat het onderwerp, 'het leven na dit leven', in de huidige theologie ten hoogste actueel is. Het tegendeel is het geval. Wel is het bij ons, die op de bodem van Schrift en Belijdenis wensen te staan, een heilige zaak, maar een geloofszaak, die heftig bestreden wordt en daarom telkens opnieuw onze aandacht vraagt. Het geestelijk klimaat van vandaag hebben wij daarin niet mee want de mens van onze tijd is door en door 'diesseitig' geworden, d.w.z. levend bij het hier en nu. Met het materialistische denken is een ontstellende Godsverduistering gekomen. Het devies is: 'ik wil op aard gelukkig wezen'. Dat heeft z'n invloed op kerk en theologie.

Reeds aan het begin van deze eeuw heeft William Booth (1829—1912) gezegd: 'Het allervoornaamste gevaar in de 20e eeuw zal zijn: een godsdienst zonder de Heilige Geest, christenen zonder Christus, vergeving van zonden zonder berouw, zaligheid zonder wedergeboorte, politiek zonder God en een hemel zonder hel’.

Na ruim zestig jaar kunnen we zeggen: dit woord is een profetie geweest. De toestand is echter nog erger. Want niet alleen de hel, ook de hemel bestaat niet meer, althans in de zin zoals Booth dat bedoelde. Alles wat als 'jenseitig' (betrokken op het hiernamaals) beschouwd moet worden is bij de meesten verdwenen. Er is maar één leven en dat is het aardse leven. Van hieruit bezien is het dus een waagstuk wat wij ondernemen. Onze tijd is uitgesproken anti-religieus. In 1966 schreef dr. W. H. v. d. Pol een boek met de veelzeggende titel: 'Het eind van het conventionele christendom'. Men beschouwt religie niet anders dan als een spiritualiteit, die afhankelijk is van het bijbelse-, het antieke-, dus verouderde wereldbeeld. Een invloed van het Grieksdualistische denken! Kerk en theologie hebben nu lang genoeg over het 'jenseits' gesproken, ze moeten nu eindelijk eens 'diesseitig' worden, d.w.z. betrokken op het hier en nu.

De man, die het 'breekijzer' in de religie gezet heeft is Dietrich Bonhoeffer (1906-1945). Nu (ongeveer 25 jaar na zijn dood) zijn geschriften algemeen verbreid zijn, begint Bonhoeffer (als ik het zo even noemen mag) pas goed los te komen.

Verontrusting omtrent het persoonlijke zieleheil wordt in onze dagen als een vorm van in zich zelf gekeerde vroomheid afgewezen. Het christelijk geloof moet zich in onze tijd vooral geloofwaardig maken door in te gaan op politieke en maatschappelijke vragen. Het gaat om de mensheid in haar geheel en niet om het individu. Vandaar dat actueel zijn: Vietnam, Zuid-Amerika en Afrika. Prof. Van Niftrik formuleert het in zijn boek 'Waar zijn onze doden' (blz. 75, 76) zo: 'Men wil in onze tijd wel geloven, maar men wil beslist niet religieus zijn, en daarom ook niet kerkelijk'. Waarom geen religie? Omdat religie een innerlijke zaak is, die een mens vroom maakt, waardoor hij zich onderscheidt van anderen, die niet vroom zijn. Omdat religie een persoonlijke relatie van mij met God in de hemel veronderstelt, welke God mij mijn zonden vergeeft, mijn schuld verzoent en mij de belofte geeft mij straks in de hemel te ontvangen, welk heil aan de niet-vromen vanzelfsprekend niet ten deel valt. Men wil solidair zijn. Men wil geen apartheid. Men wil niet een gezelschap van vromen vormen, die door een scherpe anti-these van de wereld gescheiden zijn. Een God van privé-bekering, van privé-wedergeboorte, van privé-verkiezing, deze God van innerlijkheid, deze God, verre in de hemel, wil men niet meer. Men gelooft niet meer in zulk een God, Die ons van zonde en dood kan verlossen'. Daarom moet men ook niet teveel mediteren over de dood maar 'handelen'. God is óók de God van de dynamiek, de trekgod, de God van migratie. Daarom draait alles om het historische proces van evolutie èn revolutie op weg naar het rijk Gods. God is niet een God die verkiest tot zaligheid, maar verkiest tot dienst. Hij werkt met mensen, die met beide benen op de harde grond staan en die niet dromen van een heerlijk hiernamaals. Dat zijn geen christenen, dat zijn zelfzuchtige femelaars, die alleen maar aan hun privé-leven denken en niet telkens aan de nood van de gehele wereld. Het gaat juist om déze aarde. Het gaat om gerechtigheid onder de volken, om een eerlijke verdeling van rijkdommen, de opheffing van de tegenstelling: rijk en arm, om welvaart en vrede onder alle mensen. Kortom het gaat om de leefbaarheid van déze wereld. En daarom kan men de oude theologie niet meer gebruiken. De Bijbel wil men alleen mee laten spreken als hij overeen stemt met de moderne theorieën op het gebied van sociologie en politiek. Bonhoeffer schrijft, dat alleen het voor anderen-er-zijn (van Jezus) de ervaring van transcendentie (lett.: dat wat zich buiten mens en wereld bevindt) is. Prof. Van Niftrik zegt: 'Het is één van de meest bedenkelijke aspecten van het geestelijk leven van onze tijd (van de z.g.n. eigentijdse spiritualiteit) dat de eerbied, de huiver, het ontzag van God eruit verdwijnt. Men ontwijkt de dood (en het spreken over de dood) omdat men het léven wil. Men spreekt niet meer over de hemel (en de hel), omdat men de aarde wil. Men schuwt het verticale, omdat men alleen op de horizontale lijn wil denken.’

Wat mag de oorzaak van dit alles zijn?

Een feit is, dat door de moderne communicatie-middelen we de gehele wereld in het vizier gekregen hebben. Daarnaast zien we het merkwaardig verschijnsel, dat wetenschap en techniek in het westelijk deel van de wereld een enorm hoge vlucht genomen hebben. We leven in een tijd van de ruimtevaart. De mens is machtig geworden, z'n prestaties worden steeds groter. Dit stimuleert zijn zelfgenoegzaamheid en machtsgevoel. Daardoor kan hij steeds minder gezag boven zich verdragen. God is te paternalistisch. Men wil geen bevoogding, van wie dan ook. Met een verbijsterende oppervlakkigheid wordt in onze tijd over de problemen van zonde, schuld en dood heengeleefd. Men grijpt naar het heil in het optimistisch geloof, dat de strevende mens het zou kunnen verwerkelijken. Als we allen maar ons best doen. Het moet mogelijk zijn een leefbare wereld tot stand te brengen, waarop gerechtigheid en vrede heersen. En onze gedachten en theorieën nemen we daarbij als uitgangspunt. Hier hebben we — dacht ik — ook een oorzaak van de achteruitgang van het kerkelijk léven in vele gemeenten. De mensen willen zich het niet meer laten vóórzeggen, óók niet meer door God, gesteld dat Hij bestond.

 

Referaat, gehouden op de concio van G.B.-predikanten op 5 januari 1.1. te Zeist.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 februari 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Het leven ná dit leven* I

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 februari 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's