Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het nut van de Hemelvaart

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het nut van de Hemelvaart

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat nut ons de hemelvaart van Christus? Ten eerste, dat Hij in de hemel voor het aangezicht van Zijn Vader onze Voorspreker is. Ten andere, dat wij ons vlees in de hemel tot een zeker pand hebben, dat Hij als het Hoofd ons Zijn lidmaten ook tot zich nemen zal. Ten derde, dat Hij ons Zijn Geest tot een tegenpand zendt, door Wiens kracht wij zoeken, dat daarboven is, waar Christus is, zittende ter rechterhand Gods, en niet dat op de aarde is. Heid. Catechismus, Zondag 18, vraag en antwoordt 49.

Na het heilsfeit van de hemelvaart uitgelegd te hebben, vraagt de catechismus naar het nut voor ons.

Het is denkbaar, dat wij eerst denken aan het nut voor Christus. Groot was Zijn vreugde over Zijn opstanding en even groot Zijn vreugde toen Hij terugkeerde naar Zijn Vader. Op deze aarde te zijn betekende voor Hem in de vernedering, in de greep van de dood, in de gevangenis te zijn. Zijn hemelvaart betekende antwoord op het gebed: Wanneer zal Ik ingaan en voor Uw aangezicht verschijnen?

Hij is daar. Is dit woordje 'is' reeds tot ons doorgedrongen? Het zijn van Christus bij de Vader is' reeds zo groot. Zijn aanwezigheid is reeds een geweldige troost voor de Kerk op aarde. Wie tot God komt moet geloven, dat Hij is, ook dat Christus als Middelaar er is.

Hij is daar niet alleen, maar Zijn aanwezigheid is een en al bruisende activiteit. Hij zet Zijn middelaarsambt voort in de uitoefening van Zijn ambten. Hij breekt de zegelen van het boek open en leidt de wereldgeschiedenis. Daarover spreekt de catechismus hier niet, maar leidt onze gedachten naar een van Zijn centrale taken: Voorspreker zijn.

Voorspreken betekent: erbij geroepen zijn. Wij kennen dat ook in het gewone leven. Wij zitten in moeilijkheden, wij zoeken een weg naar iemand, die wij niet bereiken kunnen. Daarom roepen wij iemand erbij, die wel de weg weet en over de nodige invloed beschikt voor ons een goed woord te spreken.

Deze Voorspreker hebben wij nodig, wanneer wij grote zonden hebben, die wij met al het water van de zee niet kunnen wegwassen. Daarbij komt, dat niemand het voor ons kan opnemen wanneer wij gedaagd worden voor God met onze grote schuld. De psalmist wist ervan. Hij zegt: niemand zorgde voor mijn ziel. Dat is de volstrekte vereenzaming. Maar er staat achter: toen hebt Gij mijn pad gekend! Hij bidt voor mensen in zielsnood: Vader, Ik wil niet dat deze in het verderf dale. Ik heb verzoening gevonden.

Zo is Hij en zo blijft Hij. Want wanneer één zaak het gezicht van God voor ons verbergt, is dit de zonde, waarmee wij dagelijks God beledigen. Juist daar waar de verzoening wordt doorleefd, wordt de kennis der zonde dieper. Lees de psalmen. Hoor het woord van de apostel Johannes: Kinderen, indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij de Vader.

Wat een troost: een Voorspreker te hebben bij de Vader! Kent gij deze Voorspreker?

Deze Voorspreker is er niet om de Vader te vermurwen. Immers de Vader heeft Hem juist gegeven. Maar Hij is gegeven om de toorn Gods gedurig te stillen. Juist omdat de Heere Jezus wil wat de Vader wil, weet Hij, dat de band der verzoening gedurig bevestigd moet worden. De komst van Christus is niet alleen gave maar ook een opgave. Het Voorbidder zijn van Christus is niet alleen gave, maar ook een opgave.

Wat een Voorbidder! Hij vergeet niet één van de Zijnen. Hoe hoger Hij klimt in eer en waardigheid, hoe meer Hij aan ons denkt. Leeft ge eruit? Niemand kent deze biddende en dankende Hogepriester dan die met God verzoend is door de dood van Christus. Maar deze verzoening gaat door, zodat ge geen rust kunt hebben bij het verleden maar bij de dagelijkse bediening uit Zijn Hogepriesterschap.

Het tweede nut is dat wij ons vlees in de hemel hebben tot een zeker pand dat Hij als het Hoofd ons Zijn lidmaten ook tot Zich nemen zal.

Het klinkt erg massief: vlees. Wij hebben te denken aan Christus' verheerlijkt lichaam, waarmee Hij opstond, waarin zichtbaar zijn de tekenen van Zijn lijden en sterven. Dat is ons vlees. Dat wil zeggen: Hij heeft onze menselijke natuur meegenomen. Sterker Hij is daar als onze Vertegenwoordiger. Hij is de eerste Mens bij God. Hij is het Hoofd. Bij een hoofd behoort een lichaam. Welnu, de Catechismus wil zeggen: waar het Hoofd (Christus) is, komt ook het lichaam, komen ook de ledematen (lidmaten). Tot dat lichaam behoren de levende leden die Christus zijn ingelijfd en als ranken aan de wijnstok hun levenssappen uit Hem verkrijgen.

Christus is het Hoofd. Wat doet Hij? De leden tot Zich nemen. Hij trekt naar Zijn eigen belofte: Wanneer Ik van de aarde verhoogd zal zijn, zal ik ze allen tot Mij trekken. In dat trekken zit een geweldige kracht. Christus geeft alle eer aan de Vader. Hoor maar: Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader, die Mij gezonden heeft, hem tot Mij trekke. Maar daar is Christus ook bij. Wanneer er weer één tot Hem getrokken is, gaat Hij ook Zelf trekken. Hij trekt zolang totdat het hart het begeeft en gaat door met trekken totdat de mens naar ziel en lichaam totaal verenigd voor Hem staat. Hij neemt tot Zich!

Wat is nu de troost? Dat wij een pand daarboven hebben, waardoor het toch waar is, dat de duivel het gaat verliezen. Immers de duivel heeft niet kunnen keren, dat Christus als Middelaar naar de Vader ging ondanks alle 'luchtgevechten' die onderweg geleverd zijn.

Met deze vaste troost komt, Hij tot al Zijn kinderen: zoals Ik er gekomen ben, komt gij er ook. Het mag dan waar zijn, dat ge menig keer niet uit uw ogen kunt zien tengevolge van het stof en vuil in uw oog, het moge dan waar zijn dat ge een vreemdeling op de aarde zijt, het moge dan waar zijn, dat de duivel de wereld en uw eigen boze vlees niet ophouden u aan te vechten, het is nog veelmeer waar, Mijn kind, dat Ik u tot Mij nemen zal. Weet ge waarom? Omdat Ik er al ben, u ten goede. Dat kan niemand ongedaan maken.

Wat een troost voor zwervers en vreemdelingen! Of zegt ge: neen, ik gevoel me hier zeer op mijn gemak? Dan ziet het er slecht voor u uit! Dan wordt ge nog her en der gedreven door uw begeerlijkheid, door allerlei wind van leer door de listige omleidingen van de satan. Weet waar deze u brengen zal! Er is niemand die deze band aan de satan doorbreekt dan de Heilige Geest, die levend maakt. Christus is gekomen om de werken van de satan te verbreken. Hij staat voor u. Hij kijkt u aan. Hij weet raad met u, ook al weet ge geen raad meer met uzelf.

Ten derde, dat Hij Zijn Geest tot een tegenpand zendt, door Wiens kracht wij zoeken dat daarboven is, waar Christus is, zittende aan de rechterhand Gods, en niet dat op de aarde is.

Er is dus niet alleen een pand maar ook een tegenpand. Er is een wondere ruil. Christus neemt ons vlees mee en Hij geeft daarvoor terug Zijn Geest. Het duurde maar tien dagen. Toen zond Hij Zijn Geest. Dat was het bericht: Ik ben aangekomen bij de Vader en Ik heb uit Zijn hand de Geest gekregen en deze op en in u gezonden. In dit pand en tegenpand geven ruist de oceaan van Gods eeuwige liefde.

Hoort ge ook de klaarheid in het levend belijden van de reformatie? Zonder Heilige Geest is er geen sprake van geloof. Want Christus woont door het geloof in onze harten en het geloof is een werkstuk van de Heilige Geest. De Geest woont in het Lichaam, dat is de gemeente. De gemeente is een woonstede Gods in de Geest. Let op dit woordje in. Het is in Christus, in de Geest, in God de Vader. Ook omgekeerd: Christus woont in onze harten, de Geest woont in de gemeente. Wonderlijk woordje 'in'. In dit woordje zitten alle verborgenheden van het Koninkrijk Gods.

Deze Geest is Gods eerste gave. Hij is een voorteken en een voorgift van de volle erfenis.

Wat hebben wij die Geest nodig! In al Zijn werkingen. Alle wegen van de Heilige Geest lopen uit op het sterven aan onszelf en op het verheerlijkt worden van Christus aan het hart. Nooit, maar dan ook nooit zult ge tot rust en vrede komen dan wanneer ge als en schuldige het hoofd buigt en Gods recht leert billijken. God is God! God buigt niet met ons mee, maar Hij buigt ons hart naar Hem toe. Dit gaat gepaard met de uitstorting van de liefde Gods in onze harten. Wanneer de Heilige Geest Christus verheerlijkt heeft in het hart van de gemeente en van de enkeling, verheerlijkt Christus de Heilige Geest, maakt Hij plaats voor de Heilige Geest. Daardoor gaat Christus niet weg, maar blijft Hij juist in de Geest. Wondere verborgenheid. En deze Geest verzegelt! Hij maakt in ons bondig en vast, wat Christus voor ons en buiten ons gedaan heeft.

Deze Geest laat Zijn sporen zien. Hij laat Zijn aanwezigheid merken. Want Hij doorbreekt de wet van de zwaartekracht: Hij doet ons zoeken de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn. Waarom gaat ons hart dan omhoog? Omdat de grote Magneet (Christus) boven is. Het ware geestelijke leven is uit God en keert weer tot God. Beproeft uzelf hieraan.

De kracht of energie van de Geest is geweldig. Dat weet ge hopelijk uit uw eigen leven. Hij doet de tegenwoordige wereld in zoverre versmaden, dat wij haar betrekkelijkheid, haar voorbijgaand karakter, haar bedrieglijk aanzien gaan onderkennen en een ander burgerschap — in de hemelen — leren kennen. Dit moge als een vloek in deze horizontalistische tijd klinken, het is de leer der Schrift en de beleving van Gods Kerk.

Al de schatten van een christen zijn boven: vergeving, verzoening, vrede, enz. Zij zijn daar waar Christus is. Hij is de schat van alle schatten.

Het avondmaalsformulier vermaant ons reeds: laat ons niet met onze harten aan het uiterlijk brood en wijn blijven hangen, maar onze harten opwaarts verheffen in de hemel, waar Jezus Christus, onze Voorspraak is aan de rechterhand van de Vader.

Waar is uw schat? Zeg het eens eerlijk? God zoekt u! Niet als een vroom mens, maar als een van Hem wegvluchtend mens. Ook is waar: die zoekt die vindt. Hij heeft het Zelf gezegd.

Wat een troost voor allen, die de Heere vrezen. Het is Hemelvaart. Alles schijnt er op uit te zijn te zoeken de dingen die op de aarde zijn. Maar de Heere Zelf zorgt ervoor, dat er ook gezocht worden de dingen die boven zijn.

Hemelvaart is Kroningsfeest. Hemelvaart schept de verwachting en geeft de zekerheid, dat de Koning van de Kerk Zijn werk zal afmaken. Geloofd zij Zijn Naam!

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 mei 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Het nut van de Hemelvaart

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 mei 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's