De bijdrage voor de generale kas

Dezer dagen wordt aan de kerkvoogdijen van de Herv. Geref. gemeenten een schrijven gezonden inzake een regeling voor de Generale Kas, die tot stand gekomen is in overleg tussen het hoofdbestuur van de Geref. Bond en de Generale Financiële Raad. Uit dit schrijven, dat hieronder is afgedrukt, mag blijken dat aan de bezwaren onzerzijds ruimschoots tegemoet gekomen is, zodat het hoofdbestuur van harte kan adviseren de bijdragen te innen en af te staan.

Zoals bekend heeft de generale synode van de Nederlandse Hervormde Kerk in de juni-vergadering van 1971 besloten de hervormde gemeenten te verplichten — zulks met ingang van het jaar 1972 — jaarlijks een bijdrage der lidmaten voor de generale kas af te dragen. De ontworpen regeling houdt in, dat de kerkvoogdijen gehouden zijn, jaarlijks een bedrag van ƒ 10 per lidmaat te innen en de opbrengst daarvan af te dragen.

Wat er echter aan opbrengst méér binnenkomt dan ƒ5, — per lidmaat — berekend over alle lidmaten, die de gemeente telt — wordt aan de kerkvoogdij gerestitueerd ten behoeve van de kerkekas van de eigen gemeente. In de gevallen waarin alle lidmaten hun bijdrage van ƒ 10, — voldoen, kan deze restitutie dus ƒ5, — per lidmaat bedragen.

Komt echter in totaal minder dan ƒ5, — per lidmaat binnen, dan is de kerkvoogdij verplicht het ontbrekende bedrag aan te vullen. Bij niet nakomen van deze verplichtingen kunnen sancties volgen ten aanzien van het beroepingswerk.

Het is evenzeer bekend, dat in de gemeenten van gereformeerde bonds-signatuur ernstige bezwaren rezen tegen deze verplichte afdracht, niet alleen vanwege enkele projecten, waarvoor gelden van de generale kas worden bestemd, maar ook omdat het als onbillijk ervaren werd dat de hervormd-gereformeerde gemeenten naast hetgeen zij bijeenbrengen aan collecten en bijdragen voor een omvangrijk stuk arbeid in en ten behoeve van de Nederlandse Hervormde Kerk, zoals de arbeid van de H.G.J.B., van de I.Z.B. en die ter bevordering van de theologische opleiding — niet alleen het volledige quotum, maar thans (met ingang van 1972) ook nog een bedrag van ƒ 5, — per lidmaat moeten opbrengen.

Aan deze bezwaren is uitdrukking gegeven door het hoofdbestuur van de gereformeerde bond en deze bezwaren zijn nog eens onderstreept op een vergadering van 1.300 hervormd-gereformeerde ambtsdragers in de Domkerk te Utrecht op 6 november 1971 in een aan de generale synode gerichte verklaring.

Over een en ander zijn in de laatste maanden een aantal gesprekken gevoerd tussen het moderamen van de generale synode, de generale financiële raad en het hoofdbestuur van de gereformeerde bond, die tot een zodanig resultaat hebben geleid, dat naar de mening van het hoofdbestuur van de gereformeerde bond, de bezwaren, die in de hervormdgereformeerde gemeenten leven tegen de afdracht van gelden voor de generale kas, grotendeels zijn ondervangen.

Het hoofdbestuur van de gereformeerde bond constateert met erkentelijkheid, dat — blijkens de gevoerde besprekingen — een stuk werk, dat door de hervormdgereformeerden in de Nederlandse Hervormde Kerk geschiedt, gezien wordt als werk, dat de hele Kerk dienen wil.

Hiervan blijkt door de bereidheid om de arbeid van de H.G.J.B., de I.Z.B. en die ter bevordering van de theologische opleiding in aanmerking te brengen voor subsidiëring uit de generale kas.

Het bedrag, waarmede de bedoelde ar­ beid zal worden gesubsidieerd, zal — uiteraard afhankelijk van de in te dienen begroting vóór de projecten — in totaal een peil kunnen bereiken van ƒ 200.000, — per jaar.

In de folder van de generale kas zullen uiteraard in de toekomst naast de reeds vermelde projecten, ook de bovengenoemde worden vermeld. Aangezien de folder voor 1972 reeds gereed is, is ten behoeve van de hervormd-gereformeerde gemeenten dit inlegvel gereed gemaakt, waarin het resultaat der besprekingen wordt meegedeeld.

Het hoofdbestuur van de gereformeerde bond is op grond van dit resultaat van mening dat tegen de inning van de bijdragen en afdracht daarvan voor de generale kas geen bezwaren meer behoeven te bestaan. Immers, in de eerste plaats komt al wat meer binnenkomt dan ƒ5, — per lidmaat aan de eigen gemeente ten goede. In de tweede plaats zal van het voor de generale kas bestemde bedrag van ƒ5, — per lidmaat een belangrijk bedrag ten goede komen aan de arbeid, die door de hervormd gereformeerden in en ten behoeve van de Nederlandse Hervormde Kerk wordt verricht. En in de derde plaats zijn er onder de andere projecten, die uit de generale kas gesubsidieerd worden verschillende, die ook uit hervormdgereformeerde kring op steun mogen rekenen, gezien het feit, dat die het geheel der Kerk ten dienste komen, zodat daarvoor de gehele Kerk dan ook verantwoordelijk is.

Het hoofdbestuur meent derhalve, dat het thans met volle vrijmoedigheid kan adviseren de bijdragen voor de generale kas te innen en de opbrengst daarvan binnen de gestelde termijn (uiterlijk 31 oktober) aan de generale financiële raad af te dragen.

Het Hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond,

W. L. Tukker, voorz.

H. Bout, secr.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen