Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De heilsweg

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De heilsweg

Pastorale overwegingen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na ons inleidend artikel van de vorige keer over de bedoeling en opzet van de rubriek 'Pastorale overwegingen', zetten we dit keer in met de vraag naar de orde des heils (ordo Salutis).

Het werk van de Heilige Geest

Daarbij gaat het niet over wat we zouden kunnen noemen de voorwerpelijke orde des heils. Er is immers het werk van de Vader, betrekking hebbende op de zaliging van zondaren (het heil). Er is in de Schrift herhaaldelijk sprake van de zaligheid, die God bereid heeft van voor de grondlegging der wereld in de verkiezing van Zijn gemeente in Christus Jezus (lees bv. hoofdstuk 1 van de Efezenbrief). Het heil is ordelijk uitgedacht en vastgesteld door de Vader in Zijn eeuwige raad ten aanzien van Zijn Zoon en Zijn Zaligmakerswerk en ten aanzien van de verkorenen. God de Vader is de Zijnen in het zoeken van de zaligheid een eeuwige slag voor. Maar daarover gaat het niet in dit artikel. Ook gaat het niet over de orde in de verwerving van het heil door Christus Jezus. Hij heeft immers ook in de weg van Zijn geboorte, kruislijden, opstanding en hemelvaart de weg des heils bewandeld, zaligheid verworven voor zondaren door verzoening door voldoening (het kruis) en is een oorzaak van hun rechtvaardiging voor God geworden (in Zijn opstanding).

Wanneer we echter spreken over de orde des heils bedoelen we in het bijzonder het werk van de heilige Geest, Die de door Christus verworven zaligheid toepast en toeeigent aan de harten en in het leven der gelovigen. Daarbij gaat de heilige Geest een bepaalde weg. Welke is die weg? ! Is ze altijd eender? ! Daarover gaat het. Hoe werkt God datgene, wat Hij aan Israël beloofde en door Christus Jezus tot stand bracht, uit het hart en leven der mensen?

De heilige Geest is als Persoon een Ander dan de Vader en de Zoon. Hij heeft een eigen wijze van bestaan, een eigen orde van werken (Bavinck, Geref. Dogmatiek, III, blz. 655). Het is Zijn liefste werk om het als de hemelse Advocaat, wonende in de gemeente sedert de Pinksterdag, op te nemen voor Christus, het uit het Zijne te nemen en het ons te verkondigen (Joh. 16 : 14). Hij verwerkelijkt het heil, dat in Christus tot stand gebracht is, door de gemeente in te zetten in de volheid daarvan. En dat doet Hij door te brengen tot bekering en geloof, waardoor Hij de weldaden, die Christus verwierf: Het rechtvaardig zijn voor God (de schuldvergiffenis) en het leven in ware heiligmaking in ons gestalte geeft. De Geest is het. Die de verkondiging van het Evangelie bekrachtigt (Joh. 15 : 26, 27; 1 Cor. 2 : 4; 1 Petr. 1 : 12), Die de wereld overtuigt van haar ongelijk (Joh. 16 : 8—11), het geloof in de harten werkt (1 Cor. 2:5; Ef. 1 : 19; Col. 2 : 12) en de gelovigen verzekert van hun kindschap (Rom. 8 : 15, 16) en dan verder de levende geloofsbetrekking onderhoudt tussen de gelovigen en Christus, zodat zij tot een leven in gehoorzaamheid en betrachting van Gods wet worden geleid (2 Cor. 5 : 17; Col. 3 : 9, 10). Op deze wijze komt Christus Zelf tot de gelovigen en maakt door Zijn Geest woning in hun hart en leven (Joh. 14 : 18; Gal. 2 : 20), terwijl omgekeerd de gelovigen door die Geest in Christus zijn, leven, denken, handelen (Joh. 17 : 21; Ef. 1 : 13). Het is dus de heilige Geest, die in een weg van bekering en geloof deelgeeft aan de Persoon van Christus en daarin ook aan de door Hem verworven weldaden. 'Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid en heiligmaking en verlossing' (1 Cor. 1 : 30).

Al deze dingen doet de heilige Geest door en vanuit Zijn constante inwoning in de gemeente van Christus. 'Hij verbindt de gelovigen tot één lichaam (1 Cor. 12 : 13), leidt hen tot één Vader (Rom. 8 : 15), brengt hen allen tot de belijdenis van Christus als Heere (1 Cor. 12 : 3), maakt hen één van hart en ziel (Hand. 4 : 31, 32, Gal. 5 : 22, Fil. 2 : 1, 2) en doet hen op wassen tot een volkomen man in Christus (Ef.4:1—16).

De heilige Geest is dus de auteur van wedergeboorte (Joh. 6 : 63), van verlichting (Joh. 14 : 17), van allerlei gaven (Rom. 12 : 3—8), van vernieuwing en heiligrnaking (Rom. 8; Gal. 5 : 16, 22), van verzegeling en verheerlijking (Ef. 1 : 13). In deze zin ongeveer spreekt H. Bavinck erover in de Gereformeerde Dogmatiek, deel III, blz. 571v.

De weg van God met een zondaar

Uit het bovenstaande is nu wel duidelijk geworden, dat God (om een uitdrukking van Luther te gebruiken) met de zondaar een weg gaat, waardoor deze zondaar uit de duisternis van zijn Godsvervreemding weggeroepen wordt (1 Petr. 2:9), door de Vader naar Christus getrokken wordt (Joh. 6 : 44) en door de Zoon tot kennis van de Vader wordt gebracht (Matth. 11 : 27). En in dat alles vervult de heilige Geest Zijn speciale taak. Het verlossingswerk van Christus is geen algemene verzoening in die zin, dat het er in feite niet toe doet, of een mens het ge­ looft of niet. Wij moeten tot bekering en geloofsovergave worden gebracht. En daarin bewandelt God met ons een weg. De afbraak van ons zondaarsbestaan heeft een begin in de onwederstandelijke roeping, waardoor God ons wegtrekt uit de duisternis, dwaasheid en doodsheid van ons bestaan zonder Hem. En eenmaal begonnen, gaat deze afbraak door gedurende heel het leven tot de laatste ademsnik toe. Dat maakt van een christenmens een boetvaardig mens. Maar waar het God in de afbraak van ons goddeloze bestaan om begonnen is? Niet om de ondergang van ons bestaan op zichzelf. Maar om ons als een gebrokene aan de voet van het kruis te brengen, waar de vrede van de schuldvergiffenis door het geloof mag worden omhelsd. De boetvaardigheid en het geloof zijn door één Geest dusdanig aan elkaar verbonden, dat het één roept om het ander. Ware schuldbelijdenis leidt tot een rijke schuldvergiffenis. En waar God het om begonnen is, als Hij een zondaar tot geloof in Christus brengt? Om de verheerlijking van Zijn Naam. Opdat wij ijverig in goede werken zouden zijn (Tit. 2 : 14). Wanneer God ons de vraag van Luther in het hart legt: Hoe krijg ik een genadig God, dan is, als het goed is, daarmee van meetafaan de vraag van Calvijn mee verbonden: Hoe komt God aan Zijn eer? Dat laatste is vanaf het allereerste begin van ontdekking tot en met de volle geloofsdoorbraak in het hart van een zondaar de grootste zorg en tegelijk een belangrijk kenmerk van het werk des Geestes.

Na deze algemene opmerkingen over het werk van de heilige Geest en de weg, die God in onderwerpelij ke zin met een zondaar gaat, komen wij in ons volgend artikel tot de vraag, hoe de gang des Geestes in het leven van de mens gekenmerkt wordt. De Schrift is daar niet onduidelijk in. En iedere ware gelovige zal daarvan in zijn hart de bevestiging vinden.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juni 1972

De Waarheidsvriend | 14 Pagina's

De heilsweg

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juni 1972

De Waarheidsvriend | 14 Pagina's