Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Benoeming Secretaris-Generaal opnieuw in discussie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Benoeming Secretaris-Generaal opnieuw in discussie

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op vrijdag 15 september a.s. zal de Generale Synode van de Ned. Herv. Kerk in een speciale zitting bijeen komen, met als enige agendapunt de benoeming van een nieuwe secretaris-generaal als opvolger van ds. F. H. Landsman. Deze zitting is noodzakelijk geworden door de beslissing van de Generale Commissie voor de Behandeling van Bezwaren en Geschillen om het bezwaarschrift van de zes synodeleden, die tegen de procedure van de benoeming bezwaar aantelcenden, gegrond te verklaren.

We laten hier volgen een gedeelte van de uitspraak van de commissie van Bezwaren en Geschillen, alsook een brief die door prof. dr. J. M. Hasselaar e.a. werd gezonden aan het breed moderamen van de synode. De laatste weken is her en der gesuggereerd dat het hier gaat om het herstellen van een 'klein foutje'. Uit de stukken zal duidelijk zijn dat het hier allerminst om een klein foutje gaat, maar om een zaak die voor ons kerkelijk leven van een dergelijke betekenis is dat het gewicht ervan momenteel niet valt te overzien.

De generale commissie voor de behandeling bezwaren en geschillen;

Gezien het bij de generale commissie ingediende bezwaarschrift van ds. K. A. Abelsma, M. v. d. Linden, G. H. van Nieuwpoort, A. A. Quist, ds. H. Smits en J. van Waay, allen stemgerechtigde leden van de generale synode van de Nederlandse Hervormde Kerk, welk bezwaarschrift is gedateerd 4 juli 1972 en is gericht tegen het besluit dier Generale Synode, genomen in haar vergadering van 19 juni 1972, om ds. A. H. van den Heuvel te Geneve te benoemen tot secretaris-generaal der Kerk;

Gezien het verweerschrift van de generale synode, gedateerd 28 juli 1972;

Overwegende dat de generale commissie in haar vergadering van 16 augustus 1972 de bezwaarden, bijgestaan door , prof. dr. G. C. van Niftrik en ds. S. Kooistra, en de verweerster, bijgestaan door mr. F. B. van Keulen, advocaat te Utrecht, heeft gehoord;

Overwegende dat de bezwaarden hebben aangevoerd dat de wijze waarop ds. A. H. van den Heuvel is verkozen tot secretaris-generaal der Kerk niet is geweest in overeenstemming met de te deze van toepassing zijnde bepalingen van kerkelijk recht;

Overwegende dienaangaande:

dat ieder stemgerechtigd lid der synodale vergadering de bevoegdheid heeft om een persoon voor deze functie candidaat te stellen en dat, indien 2 of meer personen met name candidaat zijn gesteld, ingevolge ordinantie 1-25 verkiezing slechts kan geschieden door (kort gezegd) een vrije stemming te houden;

Overwegende dat noch een besluit van de generale synode om aan enig gewoon of buitengewoon or­ gaan der Kerk (onder de naam van een voordracht of aanbeveling) advies te vragen, noch enig besluit omtrent de orde der vergadering, aan deze verplichting tot het houden van een vrije stemming afbreuk kan doen;

Overwegende.dat, nu bij de stemming over de onderhavige benoeming aan de leden der synodale vergadering slechts de mogelijkheid is gelaten om zich 'voor' of 'tegen' de benoeming van ds. Van den Heuvel te verklaren, ofschoon tevoren een andere persoon met name als candidaat was voorgedragen, deze verkiezing onbetwistbaar is geschied in strijd met de te dezer zake dwingend voorgeschreven regelen;

dat het besluit tot benoeming van ds. Van den Heuvel derhalve nietig dient te worden verklaard; Overwegende dat tenslotte tijdens de generale synode bij de mondelinge behandeling erop is gewezen dat de generale commissie aan ordinantie 19-8-3 de bevoegdheid ontleent, om, ook al zou de verkiezing nietig zijn, te bepalen dat toch deszelfs rechtsgevolgen (deels) onverlet blijven;

Overwegende dat echter in casu deze bevoegdheid niet aan de generale commissie toekomt aangezien de daartoe gestelde voorwaarden niet zijn vervuld;

dat toch enerzijds niet zonder meer kan worden aangenomen dat bij een hernieuwd besluit inzake de benoeming van een scriba de uitslag der verkiezing zeker hetzelfde zal zijn, en anderzijds ook niet is gebleken dat de bezwaarden uit andere hoofde geen redelijk belang hebben bij de door hun gevraagde beslissing;

Overwegende dat, nu blijkens het bovenstaande besluit tot benoeming van ds. Van den Heuvel behoort te worden nietig verklaard, de andere door de bezwaarden aangevoerde gronden geen bespreking behoeven;

Beslissende:

Verklaart de bezwaarden in hun bezwaar ontvankelijk en dat bezwaar gegrond; Verklaart nietig het bestreden besluit van de generale synode van 19 juni 1972, voorzover dit betreft de benoeming van ds. A. H. van den Heuvel tot scriba van de generale synode; Verstaat dat de kosten van de behandeling van deze zaak, voorzover de generale commissie betreffende, komen ten laste van de Kerk.

BRIEF PROF. DR. J. M. HASSELAAR E.A.

Hoogeerwaarde Heren,

Uit grote bezorgdheid over de gang van zaken in de N.H. kerk en de Generale Synode in het bijzonder, veroorloven wij ons het volgende met aandrang onder uw aandacht te brengen.

Wij lazen in de dagbladen, dat het Moderamen van de Generale Synode beoogt het op korte termijn bijeenroepen van de leden der Generale Synode in een buitengewone vergadering om tot de benoeming van een nieuwe secretaris-generaal te komen, nu het benoemingsbesluit van dr. A. H. van den Heuvel op kerkordelijke gronden nietig is verklaard door de Generale commissie voor Bezwaren en geschillen. De overrompelende wijze waarop deze benoeming tot stand is gekomen heeft ons met de grootste bezorgdheid vervuld. Genoemd bericht versterkt dit gevoel van onbehagen echter in plaats van het weg te nemen en brengt ons er niet toe deze vergadering met vertrouwen tegemoet te zien. De impasse in het functioneren van de ambtelijke vergaderingen in classes en in het bijzonder in de synode kan niet door een op korte termijn te beleggen vergadering worden doorbroken. Wij vrezen daarvan juist het tegendeel.

1. Wij achten het onjuist dat er ook nu weer voor deze belangrijke benoeming zo'n korte tijd van voorbereiding wordt gegeven.

Wij hebben begrip voor de moeilijke situatie waarin dr. A. H. van den Heuvel gebracht is en begrijpen dat men deze situatie niet langer wil laten duren dan nodig is, maar het belang van de N.H. kerk prevaleert bij ons en dat houdt in, dat er in rustig en overwogen vooroverleg op de juiste , wijze een benoeming tot stand komt.

Hoewel de Kerkorde dit niet eist, zou enige inspraak, zeker van de classicale vergaderingen voor een dergelijke benoeming wenselijk zijn. De commissie van aanbeveling, die de vorige benoeming voorbereidde, heeft niet zodanig gewerkt, dat wij daarin vertrouwen kunnen hebben.

2. Ondergetekenden doen een dringend beroep op de leden van de Generale Synode geen besluit te nemen over de toekomstige bezetting van het secretariaat-generaal, voordat een grondig gesprek en onderzoek heeft plaatsgevonden over de synodale structuur van onze kerk en het functioneren van de ambtelijke vergaderingen.

Want het schijnt ons toe, dat bijvoorbeeld eerst de praealabele kwestie ter tafel moet komen of het in de tegenwoordige tijd nog wel wenselijk is, dat de secretaris-generaal van de N.H. kerk krachtens zijn functie tot zijn 65e jaar kan aanblijven. Waarom niet een ambtstermijn gelijk aan dat van de gewone leden met de mogelijkheid van verlenging?

Wij zijn ons bewust, dat deze kwestie het functioneren van de kerkelijke leiding centraal raakt. Dat de Kerkorde daarvoor gewijzigd moet worden is wel een complicatie en een langdurige procedure, maar het belang van de N.H. kerk en het herstel van vertrouwen in de leiding van de N.H. kerk bij de leden prevaleert, zeker in deze tijd, nu de N.H. kerk in meerdere gevallen in opspraak is gekomen. '

Wij verzoeken u deze punten ernstig in overweging te nemen en de verzekering te willen aanvaarden dat dè liefde tot de N.H. kerk ons tot dit schrijven drijft.

J. M. Hasselaar

Mede namens:

Prof. dr. H. Jonker

Dr. A. Th. van Leeuwen

Mevr. mr. J. A. van Ruler-Hamelink

Drs. A. A. Spijkerboer

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Benoeming Secretaris-Generaal opnieuw in discussie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's