Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit een levensbeschrijving

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit een levensbeschrijving

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar aanleiding van E. Stanley Jones, A Song of Ascents 400 p.,

Met de beschrijving van zijn leven, zoals hij als drieëntachtigjarige dit ziet, heeft Stanley Jones een bijzondere bedoeling. Het gaat hem niet om het vastleggen van de uiterlijke voorvallen en gebeurtenissen van zijn lange, rijke leven, al had hij ook genoeg stof voor zulk een verhaal en zo heeft hij ook wel eens een biografie opgezet. In 1907 kwam hij vanuit New York in Bombay aan en sindsdien heeft hij in India gewerkt als evangelist, zo wil hij zichzelf het liefst zien, als de man, die zich het Evangelie niet heeft geschaamd, in zijn vele ontmoetingen, die hij had met de leidinggevende personen van vroegere en latere tijd en hij wist de weg naar allen, die 'in hoogheid zijn'. India was niet alleen zijn werkterrein; hij zwierf uit naar alle windstreken en lezende vraagt men zich af: Waar is hij niet geweest? Het is nog niet lang geleden, dat hij in Utrecht in de Dom preekte onder grote belangstelling. Het is alleen terloops, dat we lezen van de meer dan 25 boeken, die hij schreef, waarvan enige o.a. Christus langs iedere heirweg een oplage hadden van meer dan één miljoen exemplaren. De auteur wil een geestelijke autobiografie geven. Het gehele boek is één getuigenis van Christus! Om Christus, 'Lord and Saviour', gaat het hem. Hij heeft veel aan mensen te danken; zij hebben hem verrijkt, maar. hij heeft alles te danken aan de Zoon des mensen, die hem verloste.

Het is niet eenvoudig je eigen leven te tekenen, iets van je diepste leven en je meest intieme zielsgeheimen aan de openbaarheid prijs te geven. Wie staat objectief tegenover een ander? En dat geldt nog sterker van onszelf. Wie zal zijn afdwalingen verstaan? Wij zijn te toegefelijk voor onszelf of te onbarmhartig; we denken te klein van onszelf of te groot; wij zijn meesters in dusgenaamde motievenvervalsing. En de ene tijd van ons leven komt dit boven en een andere maal iets anders, er zijn tijden van geestelijke windstilte naast door Gods genade dagen van leven op de berghoogten van Gods nabijheid. Bovendien in een levensbeschrijving moeten wij vele malen het woordje 'ik' schrijven, op elke bladzijde vele malen in het boek van Stanley Jones. Dat weet Stanley Jones ook wel. En toch heeft hij geschreven en erbij gevoegd: geestelijke autobiografie, want hij wil niet vertellen van wat hij heeft gepresteerd, van wat hij is en was, maar hij wil zingen van Christus en daarom de titel: lied Hammaaloth, lied der optochten, lied van de pelgrim. De schrijver gevoelt zich een christen-in-de maak, zoals op eenzelfde wijze Luther spreekt van christen zijn in worden, niet in zijn. Met Paulus weet Jones, dat hij niet volmaakt is en daarom verontschuldigt hij zich meer dan eens. Hij weet dat de Westerse beschaving slechts ten dele is gekerstend en dat is voor onze tijd erg zachtmoedig gezegd, en dat de christelijke kerk ten dele gekerstend is en dat is helaas erg waar. Christus ligt in deze tijd onder zwaar spervuur. En dit vuur is wreder dan enig ander, want Hij wordt in de rug aangevallen door zijn eigen zogenaamde volgelingen. En vele voorbeelden worden hier en daar in dit werk gegeven. Hij weet zich in alles 'op de Weg'. Hij weet, dat zijn fouten en zonden begraven zijn in Zijn liefde. Hij gevoelt zichzelf een mens, die alles heeft, zoals Jakob het beleed tegenover zijn broeder Ezau. En, zegt hij, van dit alles is God het hart. En de uiterlijke welvaart? Er zijn twee manieren om rijk te zijn: de ene die bestaat in de overvloed van bezittingen, de andere in het bezit van weinig begeerten (fewness of your wants).

Wat de mens het meest en het eerste nodig heeft is bekering, in de kerk en buiten de kerk. De moderne mens heeft niets, absoluut niets zo nodig als bekering. Als wij daarvan zwijgen, dan zullen de stenen — de harde, naakte feiten — om bekering roepen. In dit verband kan ik niet nalaten een anecdote te vermelden: Een jonge man moest Stanley Jones eens inleiden. Hij zeide: ik leid bij u een man in, die niet alleen spreker is, maar ook een schrijver. Ik heb een boek van hem hier in mijn hand: Conversation (gesprek).

De inleider versprak zich; hij bedoelde het boek over Conversion (bekering). Kijk, schrijft Stanley Jones, dat doen wij tegenwoordig, bekering terugbrengen tot bespreking, geen decisie, maar een dialoog. Hij mag dat zeggen, want hij heeft reeds vele jaren ronde-tafel-conferenties gehouden. 'Maar als de dialoog in een dialoog eindigt en de persoonlijke beslissing afsluit, dan is het alles een zaak van woorden en niet van leven en minder dan christelijk. In de bekering wordt het centrum van het leven veranderd. Verzoening met God betekent verzoening van de mens met zichzelf — een element waarop vele malen in dit boek een sterke klemtoon valt — met zijn medemens, met de natuur, met het leven.

Hoe Stanley Jones zichzelf ziet? Een Hindu zei eens in een openbare samenkomst: St. Jones is zo ruim en zo liberaal! Maar deze antwoordde: Broeder, ik ben misschien de bekrompenste mens die u ooit hebt gezien; ik ben een man van één boek, één Persoon, één boodschap en éen intentie — om deze Boodschap te brengen. Hij wijst op drie dingen, die een stuk van zijn leven zijn geworden: Christus las het Woord Gods en het was zijn gewoonte; Hij ging op de berg om te bidden, zoals Hij gewoon was en Hij leerde hen gelijk Hij gewoon was. Vaste gewoonten hebben een bijzondere betekenis in ieders leven. Stanley Jones was elke morgen een half uur bezig met de Schrift: Ik ontmoette het Woord in het Woord! Hij opende mij de Schriften! Verwaarloos de Schrift en gij verwaarloost uw (geestelijke) groei. Zijn tweede gewoonte was die van het dagelijkse gebed. En bidden betekent niet Gods wil zoeken om te buigen naar mijn wil, maar mij voegen en schikken naar Gods wil; minder en minder om dingen bidden en meer en meer om Hem en naar Hem, want als ik Hem heb, heb ik alles. Zo wist hij zich door de Here geleid. Met Hem geen stap over de drempel, met Hem waar dan ook heen — en dat betekende in het leven van St. Jones overal heen. En zijn derde gewoonte was uitdelen wat hij door het Woord ontving. Hij vraagt om gewilligheid en de Here geeft kracht.

Geen wonder, dat wie zo optreedt wijzende op de noodzakelijkheid van bekering tot God, van wedergeboorte en zelfovergave van het ontvangen van de Heilige Geest op gespannen voet staat met een moderne moraal, waarin echtbreuk geoorloofd wordt geacht, maar deze moraal is oude immoraliteit, waartegen Christus in de Bergrede waarschuwt. Wat te denken van mensen, die belijden Jezus te volgen en die gemeenschap met een vrouw buiten het huwelijk geoorloofd achten? Zij moeten Jezus opgeven, of hun verdediging van immoraliteit. Maar de mens mag toch vrij zijn en is het toch? Alleen wie de Zoon heeft vrijgemaakt, die is vrij. Vrij, vraagt de auteur, om twee gezinnen stuk te maken? — Telkens wordt het gestelde onderstreept door voorbeelden van mensen, die met hun geestelijke nood en armoede (ergens vertelt hij van een meisje, die bekende: Ik ben een burgeroorlog) bij hem kwamen. Mensen, die met zichzelf in de knoop zitten. Opstaan tegen Christus betekent in opstand leven met zichzelf. Als wij niet willen leven met Christus, dan kunnen wij niet leven met onszelf. Dat is het oordeel, dat de geschiedenis ons leert. En vroeg of laat krijgt de mens en, de mensheid de rekening gepresenteerd. Dan komt de chaos, binnen of buiten. Maar wie 'ja' zegt tegen Christus, die vindt vrede en innerlijke harmonie. Is het overdreven als hij een woord van een psychiater aanhaalt: Als de mensheid op een waarlijk christelijke wijze zou leven, dan zou de helft van de ziekten morgen wegvallen en wij zouden een nieuwe gezonde mensheid zien ontstaan.

Menig voorbeeld geeft de schrijver van de zorg Gods, die nog wonderen doet. Als God leidt, dan zorgt hij ook (If God guides. God provides). Hij gelooft in het wonder, zoals hij het populair schrijft: niet teveel wonder, dat zou ons afhankelijk maken van het wonder, terwijl wij gehoorzaamheid hebben te oefenen tegenover de wetten van het natuurlijk leven. Maar juist genoeg moeten wij geloven in het wonder om ons er aan te herinneren, dat de Here nabij is en een toevlucht.

Wil dit zeggen, dat alles in ons leven gelukt? Wij weten wel beter. Jones vertelt ervan, hoe zijn eerste preek een volslagen mislukking werd. Maar het was voor hem een bitter medicijn om hem van illusies te genezen. Hij leerde toen dat hij geen advociaat voor God kon zijn, maar wel een getuige voor Hem moest wezen, een getrouw getuige. Er zijn dagen voor hem geweest van zware inzinking, waarin hij als een physiek gebroken mens terug moest naar Amerika, een jaar met verlof; maar de 'verandering' van klimaat van sfeer enz., heeft hem niet veranderd. Totdat hij inzag, dat de taak waartoe hij geroepen was, te zwaar, te overstelpend, verbijsterend moeilijk was voor zuivere menselijke krachten en hulpbronnen. Totdat hij zijn hulpbronnen zag: in de volkomen afhankelijkheid van Christus zal hij ervaren, dat met Paulus, hij alles vermag! Met Paulus schrijft hij: Gode zij dank, die ons altoos doet triumferen in Christus. Het gaat niet om ons succes of om ons falen; wij moeten het beste doen onder Zijn leiding en dan succes en falen in Gods handen laten. 'Ik zou liever willen falen met Christus dan succes hebben met ieder ander of met iets anders wat dan ook'.

Het grootste avontuur van zijn leven is voor Stanley Jones het waagstuk om het Evangelie te brengen aan de intellectuelen in India en later ook in Japan (na '49), in Z.-Afrika, in de Congo. Daarbij betrok hij de kerken in zijn campagnes en conferenties. Hij wilde de kerk versterken en bekeren. Hij zocht onchristelijk christendom, waar dat ook gevonden mocht worden te christianiseren; hij wilde ontwikkelde niet-christenen winnen voor een verbond met Christus. In de botsing der meningen, in zware discussies had hij menigmaal het gevoel, dat hij een kruisverhoor onderging. Maar telkenmale mocht hij dan — en niet alleen in zulke bijeenkomsten en dialogen — ervaren, dat de belofte nog waar is: Het zal u in die ure gegeven worden wat gij spreken zult. Matth. 10:19v, Mare. 13 : 11.

Stanley Jones heeft gezien, hoe grote veranderingen in zijn jaren zich hebben voltrokken, in het Oosten b.v. als India onafhankelijk wordt van Het Verenigde Koninkrijk. Als Amerikaan heeft hij zijn mening in de zware woelige jaren aan de onafliankelij kheidsverklaring voorafgaande, niet onder stoelen of banken gestoken. Wij lezen van zijn contacten met Gandi en zijn opvatting over de geweldloze niet-medewerking (non violent non cooperation).

De lezer maakt in dit boek iets mede van de benauwende spanning in de dagen vlak voor Pearl Harbor in begin dec. '41. Toen speelde Stanley Jones met de gedachte: Geef Nieuw-Guinea aan Japan — een gedachte, die dezer dagen in de pers weer genoemd werd, maar de oorlog brak uit en als hij de ontwikkeling van de wereld in deze tijd overziet, dan voert hij een plei­dooi voor een soort federatie van staten als De Verenigde Staten der wereld. Dit is niet het sterkste gedeelte van zijn boek. Het beste is de Evangelist, de man, die niet met godsdiensten twist en godsdiensten bestrijdt, maar die zich tot mensen richtte en richt in hun geestelijke nood. Hij kan niet nalaten te getuigen, dat de weg der zondaren hard is. Maar Zijn juk is zacht en Zijn last is licht.

Toen ik dit boek kreeg heb ik wel even tegen deze dikke pil aangekeken, maar ik zou niet graag schrijven, dat ik mij er tot het einde doorheen heb geworsteld, integendeel, ik las het met blijdschap en over het geheel met veel instemming. Het boek riep voor mij een herinnering op. Toen vele jaren geleden het werk van Stanley Jones in het Nederlands verscheen onder de titel: Christus langs iedere heirweg, sprak ds. Van Voorthuizen in een preek in de Oude Kerk in mijn geboorteplaats van het kostelijke boek van Stanley Jones en dat was in een tijd, toen men — als men citeerde — wel sprak van een zeker godgeleerde, of een dichter, maar namen werden nauwelijks genoemd. Het bleef mij bij tot vandaag. Ik geloof, dat menigeen deze geestelijke levensbeschrijving met genoegen zal lezen; het Engels is voor velen, zeker onder de jongeren nauwelijks een beletsel. Een oudere vertelt van zijn leven en wat daarvan de kracht en de zin was. En het is de moeite er naar te luisteren.

Ik eindig met de laatste alinea van dit werk: Nadat ik de wereld van menselijke gebeurtenissen gedurende zestig jaar heb bezien in Oosten en Westen in het Noorden en in het Zuiden, en nadat ik deze Weg zestig jaar lang heb beproefd, durf ik te zeggen, dat ik geen uitweg zie uit de ellende en de leegheid van de wereld zowel in het persoonlijke als in het collectieve anders dan in de weg, die 'deze Jezus' aanbiedt in Zijn eigen persoon — een persoon, die het Koninkrijk dat onbewegelijk is, belichaamt, en die zelf de Onveranderlijke is, dezelfde gisteren, heden en tot in eeuwigheid en die, als gij Hem vindt, u tot de Vader brengt — de eeuwige God. 'Jesus is Lord'

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 september 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Uit een levensbeschrijving

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 september 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's