Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het huwelijk in bijbels licht 5

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het huwelijk in bijbels licht 5

In gesprek met het gezin

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

III HET HUWELIJK HERSCHAPEN (VERVOLG)

Onze tijd

Wij beleven thans een tijd van ontstellende levensontluistering, met name op het terrein van het seksuele leven. We leven in een tijd, dat eigenlijk alles mag. Alles wat tot de levensmogelijkheden behoort wordt geoorloofd geacht. De mens is zichzelf tot een 'god'; hij bepaalt zelf wat mag en wat niet mag; hij is zijn eigen wetgever en eigen rechter. Geen dwingende wetten of leefregels van elders, noch van God, noch van de kerk, noch van de overheid mogen hem enigermate belemmeren. Vrijheid van alles en allen is de levenswet van tallozen. Eigen meester, niemands knecht is levensnorm.

Deze levensdrang is voluit uitleving van de zondeval in het paradijs. Dat was nog maar het begin van de ongerechtigheid; de stroom van ongerechtigheid daar begonnen, zet zich voort tot het eind der tijden en openbaart zich thans wel bijzonder driest. In het verborgene is dat altijd de levensdrang van de natuurlijke mens geweest, maar tegenwoordig treedt dit alles duidelijker, schaamtelozer en welbewuster op de voorgrond. Een atheïstische levensstijl komt als een vloedgolf opzetten.

Allerlei levensfilosofieën worden uitgedacht en openlijk verkondigd, waarin geen plaats meer is voor God; voor het feit, dat wij Gods schepselen zijn; voor zonde en schuld. Geen God, geen wét dus, geen zonde en geen schuld. Spreken over zonde is voor velen: toegeven aan een verouderd waanidee. Wie niets afweet van de moderne literatuur kan denken, dat deze kenschetsing overdreven is. Helaas is de literatuur, wetenschappelijk of populair, die van deze godloochenende en godloze achtergronden uitgaat, onvoorstelbaar groot. De loochening van God zet zich door in het zedelijke levenspatroon. Overduidelijk blijkt dit op het terrein van de vragen rondom huwelijk en seksualiteit. Men spreekt zelfs en niet geheel ten onrechte, van een 'seksuele revolutie', een omwenteling in het seksuele levensgedrag.

Seksuele revolutie

Behalve de op winstbejag afgestemde uitgaven, die eigenlijk tot de pornografische vuilschrijverij gerekend kunnen worden, verschijnen er telkens ook geschriften van 'goedwillende' mannen en vrouwen, die geen vuilschrijverij bedoelen, maar hun in vooroordeel en onwetendheid gevangen medemensen willen helpen. Onkunde inzake het seksuele leven achten zij schadelijk, vrees voor zonde en schuldgevoel alleen maar noodlottig en daarom doen zij alle seksuele geheimen uit de doeken en willen alle mogelijkheden van seksuele beleving de lezers zoveel mogelijk beschrijven en aanpraten. De seksuele drang mag vrij alle wegen inslaan, die voor zijn beleving openstaan. Zonde bestaat er voor deze voorlichters niet. Alles wat men zelf wil of wat men samen wil is geoorloofd.

De boekwinkels raken steeds voller met dergelijke voorlichtingsliteratuur.

Tot deze 'goedwillende' voorlichters behoort ook de Nederlandse Vereniging van Seksuele Hervorming, die met haar periodieken, adviesbureaus enz. de mensen wil helpen. Helaas is deze hulpverlening voor een christen onaanvaardbaar. Haar voorlichting is van dien aard, dat er van zonde op dit terrein geen sprake is en dat zij in haar adviezen en hulpmiddelen de vleselijke lustbevrediging tot in het uiterste helpt stimuleren.

Vanuit Gods Woord, de enig betrouwbare voorlichtingsbron, gezien, is het duidelijk, dat binnen de liefde van man en vrouw de drang tot seksuele eenwording aanwezig is en volkomen geoorloofd, maar wij zijn gevallen zondaren en daarom is die seksuele prikkeling mede besmet. Wij zijn 'vleselijk, verkocht onder de zonde', Romeinen 7 : 14; daarom hebben wij ook, ja met name hier, te strijden tegen de 'begeerten des vleses'. Hier scheiden de wegen van de christen en de niet-christen. Alle advies, dat geen rekening houdt met God, met onze schepping, met Gods gebod en met onze zondeval is absoluut verwerpelijk. Al wijzen de statistieken uit dat men zus of zo leeft, de christen vraagt niet hoe men leeft of kan leven, maar hoe God wil, dat wij leven zullen. En dan is dit de wil van God uwe heiligmaking, dat gij u onthoudt van de vleselijke begeerlijkheden, welke krijg voeren tegen de ziel, 1 Thessalonicenzen 4:3; 1 Petrus 2:11. Het seksuele leven moet juist uit de dreigende overmacht van het vlees weggetrokken worden en geleefd worden in de sfeer van heiligmaking, in geloof en in liefde.
In dit opzicht kunnen wij nog wel wat leren van de joods-orthodoxe vormgeving van de oudtestamentische zedelijkheids-, juister gezegd, heiligingswetten.

Levensheiliging

In het jodendom tracht men ernst te maken met het goddelijke voorschrift van de levensheiliging. In de oudtestamentische Godsopenbaring staat centraal de vermaning: Gij zult heilig zijn, want Ik de HEERE uw God ben heilig', Leviticus 19 : 2, enz., enz. Deze vermaning doorgloeit het gehele Oude Testament.

Levensheiliging houdt in levensaanvaarding. Dus geen levensvlucht, geen zich terugtrekken in klooster of afzondering, neen levensaanvaarding, maar met de roeping dat leven God toe te wijden. In dit licht ziet de jood de spijswetten, de besnijdenis en de voorschriften rondom het huwelijksleven.

De spijswetten, het verbod om bepaalde spijzen te gebruiken, hebben ten doel dat de mens ook in het geoorloofde zichzelf zal beheersen. Zelfbeheersing is geen verminking van het innerlijk, maar juist sterking van de wil. De mens moet geen lustwezen zijn, die zijn vleselijke drang uitleeft — dat zou dierlijk zijn — de mens moet door wilskracht, door gebondenheid aan hogere normen (gedragsregels), zijn levensgedrag hoger opvoeren.

Dat geldt ook sterk in het seksuele. 'Voortplanting is natuurwet, is scheppingsdrang in al het geschapene, maar bij de mens moet die geslachtsdrift geheiligd worden. Deze drift bovenal, want er is misschien niets zo dierlijk in hem als dit. Doch dit dierlijke in hem moet geheiligd worden. Als het dierlijk blijft, is het bij de mens erger dan dierlijk. Dan is het liederlijk. De mens beschikt nu eenmaal over middelen, die geen ander schepsel heeft. Het fijne instrument van zijn intellect heeft hij immers te zijnen dienste. Daarom kan hij zijn lusten geraffineerder bevredigen, dierlijker dan het dier'. In dit licht ziet de jood de besnijdenis, de besnijdenis van het mannelijke geslachtsdeel als teken van Gods verbond. Teken van Gods trouwbelofte, als belofte èn opdracht van levensheiliging. De besnijdenis wordt dan ook van joodse zijde beschreven als 'onvergankelijk teken van de heiliging des levens. Zij gebiedt hem de dierlijke scheppingsdrift tot een goddelijke — ik zou hier liever zeggen: geheiligde (L.B.) — daad te maken'.

Ook inzake het huwelijk heeft het jodendom de bijbelse voorschriften in bepaalde vorm uitgewerkt. Voor het huwelijk moet het joodse bruidspaar vasten van de vroege morgen af. Niet omdat dit vasten op zichzelf kan heiligen, maar het verduidelijkt, het scherpt des te meer in de roeping tot levensheiliging. De bruid ondergaat van te voren een speciaal reinigingsbad, dat straks binnen het huwelijk, iedere keer na haar maandelijkse afzonderingsdagen, herhaald moet worden tot voortdurende wijding van de huwelijkssamenleving. 'De echtelijke samenleving is niet een gereglementeerde lustbevrediging'. Deze gegevens kunt u vinden in het boek van rabbie De Vries, 'Joodse riten en symbolen'.

Geheiligd samenleven

Deze joodse riten behoeven wij niet na te volgen, maar de daarin verwerkte bijbelse grondgedachten wel. Onze levenstaak is niet uit het leven halen wat er te halen valt, maar leven naar Gods wil in heiliging van ons doen en laten. De wet kan ons daarbij leren, wat Gods wil is, maar de genade, ons geschonken door het geloof, kan ons alleen maar vernieuwen. Het is zoals Augustinus met de treffende woordspeling leerde: Quod lex imperat, fides impetrat', vrij vertaald: 'Wat de wet gebiedt, door het geloof geschiedt'. Wat de wet eist, wordt door de Heilige Geest in ons hart en leven ingegraveerd, zie Jeremia 31 : 33, zodat wat de wet van buitenaf beveelt in ons wordt tot een levensdrang.

De feitelijk atheïstische voorlichters beweren steeds weer, dat wat men seksueel ook doet, als beiden het goed vinden, men niemand schade doet. Zij achten seksueel handelen alleen verkeerd, wanneer men het de ander dwingend oplegt. Weer blijkt hieruit, dat men totaal geen. rekening houdt met Gods wil en met onze zonde. Seksuele losbandigheid — losbandigheid nu letterlijk nemen als los zijn van de banden van Gods wetten — beschadigt in elk geval de ziel, het beschadigt de omgang met God. Daarom vermaant de Heilige Geest door Petrus ons: Gij mannen insgelijks, woont bij haar met verstand, aan de vrouw, als de zwakste, ere gevende, als die ook medeërfgenamen der genade des levens zijt, opdat uwe gebeden niet verhinderd worden', 1 Petrus 3 : 7.

Opdat uwe gebeden niet verhinderd worden! Daar hebben wij dus de schade, die onkuis samenleven aan de mens toebrengt. Het samenleven moet geheiligd zijn door de liefde en de vreze des Heeren, de eerbied voor Hem, Die onze begeerten en daden kent en oordeelt.

De vrouw haar eer geven. Haar eer geven als gelijkwaardig medeschepsel, niet gegeven tot 'gebruiksvoorwerp', maar tot een hulp tegenover ons. Als 'wederheft' om onze mannelijke beperktheid aan te vullen met hart en hand, opdat wij samen één zouden zijn.

Verlovingstijd

In onze dagen van seksuele overdrijving wordt het voor velen wel bijzonder moeilijk om de weg des Heeren te zien en te behouden. Jongeren worden er bijkans toe opgejaagd om in de verlovingstijd of zelfs daarvoor of daarbuiten seksueel contact normaal te achten. Dit is heel droevig. Het leven van man en vrouw vraagt heel wat meer dan seksueel samenleven. Het huwelijk is bedoeld om levenslang lief en leed te delen. Daartoe is het wel nodig, dat ons fundament goed is. Hoeveel zorg besteedt een huizenbouwer niet aan het fundament, dat straks in de grond begraven wordt, zo moeten onze jongeren ook veel aandacht aan hun levensfundament besteden. Inzake het huwelijk is dat de liefde, verenigd met de vreze des Heeren, of wat voorzichtiger uitgedrukt: liefde voor elkaar, verdiept door de begeerte samen God te dienen. Zoek geen seksuele contacten; als verloofden ben je nog niet klaar om de gevolgen daarvan te kunnen dragen. Binnen de veilige omheining van huwelijk en huwelijkstrouw is het veel schoner en veel rijker. Dan geven mogelijke gevolgen geen onrust, maar dankbare vreugde.

Schoon geformuleerd staat de rechte volgorde in Genesis 2:24: Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en zij zullen tot één vlees zijn'. Bij een gedwongen huwelijk, met al zijn nare gevolgen, is de verhouding omgekeerd: niet eerst vader en moeder verlaten en daarna tot een vlees worden, maar: eerst tot een vlees worden en dan, noodgedwongen, vader en moeder verlaten. Gods volgorde is de schoonste, de meest verrijkende.

Ongehuwd zijn

Ongehuwden worstelen meermalen met extra problemen. Ieder of bijna ieder verlangt diep in zijn of haar hart naar een levensgezel, met wie men in liefde en trouw verbonden mag blijven en als men dan het stralende geluk leest in de ogen van verloofden, gehuwden en jonge moeders, dan schrijnt het in menig hart. Men zou zo graag ook liefde geven en liefde ontvangen, waarom, o God, is dat voor ons niet weggelegd? Misschien is een levenskans, die dichtbij leek, ons ontgaan, doordat de gehoopte aanzoek niet kwam of doordat de beloofde trouw geschonden werd. Waarom? God leidt ons leven en zeker als wij biddend onze levensweg gaan.

Een meisje had via familieleden een briefwisseling met een jongeman in Amerika. Het was bij haar een zaak van gebed of God dit alles wilde besturen, ook de weg van haar hart naar deze onbekende vriend. Eindelijk kwam de langverwachte dag van de persoonlijke kennismaking: de jongeman kwam over uit Amerika. Maar deze ontmoeting was van het eerste ogenblik af een ontgoocheling: de liefdesvonk, voorwaarde voor levenseenheid, sloeg niet over. Wat een teleurstelling, wat een aanvechting! Waarom moest dat nu zo gaan? Zouden wij hier niet moeten zeggen: God heeft het gebed verhoord. Gods leiding behoeft toch geen ja te zijn op onze gedachten en wensen? Hij leidt ons ook als Zijn neen pijnlijk aankomt.

Beter ten halve gekeerd, dan helemaal gedwaald. Dus ook beter dat God onze verwachting verbreekt, dan dat er een huwelijk zou volgen van mislukking en schade voor onze ziel.

Wie u ook niet wil hebben. God wil u wel hebben. Christus dingt in elk geval naar uw hart en hand en Hij kan u geven, wat geen huwelijk U geven kan. Martha, Maria en Lazarus waren toch ook geen mislukte levens, geen 'afdankertjes', omdat zij ongehuwd gebleven zijn? Zij vonden hun diepste levensvervulling in Christus. Geef Hem uw hart en Hij zal u sterken en uw hart vervullen met liefde, die de kennis te boven gaat. Dien Hem, waar gij Hem dienen kunt, ook in uw medemensen en Zijn zegen zal uit schijnbaar verlies blijvende winst maken.

Misschien wel eenzaam, maar dan niet alleen.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 december 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Het huwelijk in bijbels licht 5

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 december 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's