Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Verbond in het Oude Testament 1

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Verbond in het Oude Testament 1

Het verbond Gonds

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het verbond staat in het Oude Testament centraal, d.w.z. het is het middelpunt van Gods openbaring aan de vaderen. Anders gezegd het is de wijze waarop God Zich aan de mensen bekendmaakt. Hij gaat met hen om door met hen in een verbond te treden. Hoewel in Gen. 1—3 het woord verbond niet voorkomt, leidde de Kerk der eeuwen uit Paulus' beschrijving van Adam als de vertegenwoordiger van alle mensen in Rom. 5 af, dat God ook de eerste mensen verbondsgewijze regeerde. Maar aangezien dit in het Oude Testament geen verbond wordt genoemd, laten we dit rusten. Het kan wellicht in een meer dogmatisch artikel in deze reeks worden behandeld.

Het verbond en Gods bestuur

Telkens wanneer God in het Oude Testament met mensen bemoeienis maakt, geschiedt dit door middel van een verbond. Er is sprake van het verbond met Noach, met Abraham, met Israël aan de Sinaï, met David, enz. God regeert Zijn kinderen niet slechts zoals een vorst zijn onderdanen. Dit zou op zichzelf reeds een grote genade zijn. Hij regeert hen echter door met hen in een verbond te treden. Een verbond betekent dat God zich verbindt met mensen. Wie oog krijgt voor deze genadige goedheid van God, is er verrukt over. Wie er oog voor krijgt, dat is, wie toestemt om in het verbond met God te treden. Het bijzondere van de verbondsverhouding is dat ze niet alleen de enkeling raakt, maar ook betrekking heeft op ieder die bij die enkeling hoort, voornamelijk zijn nageslacht.

Eenzijdig verbond?

In de bijbel gaat het sluiten van een verbond tussen God en de mens altijd van God uit, niet van de mens. Daarom spreken we wel van een eenzijdig verbond. Zodra het verbond echter is gesloten, is het een tweezijdige verbintenis. De mens wordt verplicht tot gehoorzaamheid aan de voorschriften die binnen het verbond zijn gegeven. God verbindt Zichzelf (wat een ondoorgrondelijke goedheid!) tot het nakomen van wat Hij binnen het verbond heeft beloofd, terwijl ook Zijn bedreigingen stipt worden uitgevoerd. Kortom: het verbond is eenzijdig wat de sluiting betreft, maar het is tweezijdig in de wijze waarop het functioneert. Zonder dit tweezijdige karakter van het verbond te verstaan, kunnen we, zoals we in een volgend artikel zullen zien, de gehele dienst en prediking van de profeten niet begrijpen.

Wat is een verbond eigenlijk?

Ook tussen mensen worden verbonden gesloten, hetzij tussen partijen of volken, hetzij tussen enkelingen als Jacob en Laban, of David en Jonathan. Men maakt afspraken, die men plechtig verzekert met wederzijdse gaven. Van David en Jonathan heet het dat zij voortgingen met elkander beloften te geven en die met eden te bekrachtigen, omdat zij elkander liefhadden. Zo zal de gelovige, opgenomen in het verbond dat God met de mens sloot, er ook lust in hebben de verbondsbepalingen telkens uit te spreken, wanneer het verbond op de juiste wijze in zijn geestelijke leven functioneert.

De Hittietische verdragen

Misschien kunnen we de inhoud van het verbond in een nieuw licht stellen aan de hand van de jongste onderzoekingen op dit punt. Prof. G. E. Mendenhall onderzocht de oude Hittietische verdragen uit de tijd van het Oude Testament. Hij ontdekte dat de vorm van het verbond dat God met het volk Israël aan de berg Sinaï sloot opmerkelijke overeenkomsten vertoont met de verdragen, die de Hittietische koningen sloten met van hen afhankelijke vorsten. God heeft blijkbaar van formules die aan Israël bekend waren gebruik willen maken om Zijn wil aan het volk te kennen te geven.

1. De Hittietische verdragen beginnen steeds met de vermelding van de naam van hem van wie het verbond uitgaat, nl. de Hittietische koning. Vergelijk de aanhef van de wet van het verbond in Ex. 20: Ik ben de Heere, uw God.

2. Vervolgens wordt de historische verhouding tussen de Hittietische koning en de vazalvorst uiteengezet. Vergelijk in de bijbel: (Ik ben de Heere, uw God), Die u uit Egypteland, uit het diensthuis heb uitgeleid.

3. Het derde deel van de Hittietische verdragen bevat de bepalingen van de koning, waaraan de vorst die aan hem onderworpen is, zich te houden heeft. Deze bepalingen zijn meestal vervat in zeer algemene bewoordingen, die de onderworpenen ruimte laten om de concrete toepassing ervan te maken al naar gelang van de omstandigheden. In de bijbel zijn hiermee de Tien Geboden te vergelijken, die ook heel algemeen zijn gehouden.

4. Nu volgt in de Hittietische verdragen de bepaling dat een exemplaar van het verdrag in het heiligdom moet worden bewaard. Denk aan de wetstafelen die, in de ark des verbonds opgeborgen, steeds in de tabernakel en later in de tempel aanwezig waren.

5. Hierna worden de getuigen genoemd in de Hittietische verdragen: dat waren de goden van de partijen die het verdrag sloten. Voor goden is in Israël natuurlijk geen plaats, maar Jozua zegt wel tijdens de verbondsvernieuwing te Sichem: 'Gij zijt heden getuigen'. Het volk Israël zelf is getuige.

6. De Hittietische verdragen werden besloten met een rij zegeningen voor hen die zich aan het verdrag hielden en een rij vervloekingen voor hen die er zich niet aan hielden. Dergelijke rijen zegeningen en vervloekingen kennen we ook in de bijbel, b.v. Lev. 26, Deut. 27, e.a.

Door het verbond met Israël te kleden in de vorm van verdragen die het volk kende uit de wereld rondom zich, maakte de Heere God vele onderdelen van het verbond duidelijk voor de Israëlieten.

De verbondsdocumenten

Het verbond dat God met Israël sloot werd vastgelegd in de documenten van het verbond, b.v. de Tien Geboden en allerlei andere bepalingen die God in de woestijn en ook later nog aan Israël gaf. Dit is een nieuw wonder: niet alleen laat God Zich met de mens in door een verbond met Hem te sluiten, maar de bepalingen en beloften van dit verbond kunnen ook opgeschreven worden. Zo zijn ze ook leesbaar voor komende geslachten, zoals ze van kracht zijn voor duizend generaties. Gods wonderlijke genade komt tot ons in menselijke woorden, opgeschreven in 'het boek van het verbond'. Ons hart moet vervuld zijn van diepe dankbaarheid jegens God voor deze genade. Als God contact legt met mensen, kan dit in menselijke woorden worden uitgedrukt, opgeschreven en gelezen. Het verbond van God is zonder opgeschreven woorden in Israël ondenkbaar. De bijbel is de verbondsopenbaring van God aan zondaren.

Verbond en verkiezing

Waarom sloot God een verbond met het volk Israël alleen? Niet omdat het een groot, een machtig of een goed volk was, maar omdat de Heere, de God Die het verbond sloot, het volk liefhad (zie o.a. Deut. 7:7). Dergelijke uitspraken brengen ons bij het welbehagen van God, waarop het verbond rust. Dat het verbond voortkomt uit de verkiezende liefde van God, moet ons ootmoedig maken: het verbond dat wij met God hebben, hebben wij alleen aan Hem en Zijn welbehagen te danken! Het volk Israël heeft zich in later tijden verhovaardigd op de goddelijke verkiezing. Zij meenden dat het een garantie van veiligheid en bescherming bood des Heeren volk te zijn. Zij begrepen dus van de goddelijke verkiezing weinig of niets: deze maakt ons nederig - het heil komt niet voort uit ons, maar uit God. Dat wij behouden worden is niet een gevolg van onze verdiensten, maar van Gods welbehagen.

Verbond en sacrament

Het wonder van Gods goedheid in het verbond waarin Hij Zichzelf bindt, is onuitsprekelijk groot. Het is ongelooflijk voor een zondaar. Daarom voegde de Heere twee zichtbare tekenen aan het verbond toe, opdat de verwonderde mens niet aan Gods liefde behoefde te twijfelen. Het ene teken was de besnijdenis (verbonden met de uitgestrektheid van het verbond in vele geslachten) en het andere het Pascha. Wie niet besneden was, mocht ook van het Pascha niet eten. Ook de sabbat wordt wel een teken genoemd tussen God en het volk, maar niet zozeer een teken van het verbond. De sabbat werd belangrijk als onderscheidingsteken van de Israëlieten gedurende de Babylonische ballingschap, toen zij midden tussen de heidenen woonden. Alle nadruk valt in het verbond evenwel op de tekenen van de besnijdenis en het Pascha. Van hier kunnen lijnen worden getrokken naar het Nieuwe Testament. Daar vinden we ook twee sacramenten, waarbij echter geen bloed wordt vergoten. De dood van Jezus Christus, het Lam van God, heeft aan alle bloedvergieten in de religie een einde gemaakt.

De grenzen van het verbond

Al wie besneden was, bezat het teken dat hij tot het verbond behoorde. Toch kon men, al was men besneden, buiten het verbond komen te staan. Een duidelijk voorbeeld daarvan is Ismaël. Hij was besneden, maar God zei tot Abraham, dat het verbond niet met Ismaël, doch met Izaak zou worden voortgezet. Hetzelfde geldt van Ezau, die zichzelf buiten het verbond plaatste. Zo ontvingen later alle Israëlieten de besnijdenis als teken van het verbond. Ook aten zij van het Pascha, in tijden dat dit feest op grote schaal werd gevierd. Toch leefden zij niet allen uit de genade van de God die Israël mt Egypte verloste. Dit leert de geschiedenis van het volk ons zonneklaar. Het verbond heeft grenzen: God richt Zijn verbond wel op met Abraham en zijn nageslacht in het algemeen, maar iemand kan uit het verbond uitbreken door ongehoorzaamheid aan de verbondseisen en door ongeloof aan de verbondsbeloften.

Verbond en enkeling

Men heeft wel beweerd dat in Israels godsdienstige leven de verbondsverhouding alles was. Van een persoonlijke verhouding van de individuele Israëliet tot God zou er nauwelijks sprake zijn. De vrome zou alleen via het verbond, waarin de gehele Israëlitische gemeenschap begrepen was, tot God kunnen naderen. Hierover een tweetal opmerkingen: .

1. Inderdaad heeft in Israël het besef van het gemeenschappelijk behoren tot het verbond heel sterk geleefd. Men verstond dat het individu slechts een onderdeel was van een groter verband, waaraan Gods liefde, verkiezing en verbond was geopenbaard. De God tot Wie de enkeling de toevlucht nam, was de God Die Zich binnen het verbond en niet erbuiten heilbrengend openbaarde.

2. Daarnaast bestond er in Israël vanouds een persoonlijke relatie van de enkeling tot God. De psalmen, waarvan sommige heel oud zijn, leveren hiervan al bewijs genoeg. Bovendien denke men o.a. aan Samuels woord: de mens ziet aan wat voor ogen is, maar de Heere ziet het hart (nl. van de enkeling) aan.

Het verbond in het Oude Testament en Wij

vatten nu samen wat wij in hoofdzaak uit het Oude Testament kunnen leren met betrekking tot het verbond:

1. God werkt bij voorkeur door middel van een verbond, als hij met mensen bemoeienis maakt.

2. Het karakter van het verbond brengt met zich mee, dat het gezin en de familie heel belangrijk zijn.

3. Krachtens het verbond strekt God Zijnhand ook uit naar de kinderen en het nageslacht van die Hem vrezen.

4. Het verbond is een grote troost voor Gods kinderen in hun geslachten.

5. Het verbond toont ons dat God niet slechts enkelingen tot Zich roept, maar vooral verbanden van enkelingen.

6. Wij moeten rekening houden met de grote betekenis van de geslachten, dat is met het verbond, dat zijn kracht behoudt tot in duizend generaties

7. Wij mogen niet zó individualistisch denken dat we geen oog hebben en houden voor het werken van God door middel van het verbond.

8. Wij mogen niet zo sterk verbondsmatig denken dat wij geen oog hebben en houden voor het persoonlijke contact van God met de enkeling en van de enkeling met God.

Zo functioneerde het verbond Gods in het Oude Testament op positieve wijze. In een volgend artikel willen wij op de negatieve functie van het verbond ingaan. Niet alleen wordt binnen het verbond gezegend wie aan de verbondsbepalingen gehoorzaamt (positief), maar ook treft binnen het verbond de straf Gods hem die ongehoorzaam is tegenover de verbondsbepalingen (negatief). In dit verband hebben de profeten van Israël en hun prediking een plaats.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 1973

De Waarheidsvriend | 14 Pagina's

Het Verbond in het Oude Testament 1

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 1973

De Waarheidsvriend | 14 Pagina's