Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De tweeëenheid  van kruis en opstanding

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tweeëenheid van kruis en opstanding

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het woord 'tweeëenheid' doet ons denken aan het woord 'drieëenheid'. Wij spreken over de Drieëenheid van God en dan bedoelen wij daarmee, dat het één-zijn èn het drie-zijn van God onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. God is één in Zijn Wezen, maar bestaat uit drie Personen, de Vader, de Zoon en de Geest. Deze drie zijn Eén.

Iets van die onlosmakelijke verbondenheid bedoelen wij ook, wanneer wij hierboven geschreven hebben: de tweeëenheid van kruis en opstanding. Wij willen ermee zeggen, dat het kruis van onze Heere Jezus èn Zijn opstanding onlosmakelijk bij elkaar behoren. Het één is niet los te denken van het ander. Het één is de grond van het ander. En het één is de vrucht van het ander. De dood van Jezus is de grond van Zijn opstanding, zoals de opstanding van Jezus de vrucht is van Zijn dood. Christus' sterven zou geen betekenis en kracht gehad hebben, als Zijn opstanding er niet op gevolgd was. En Zijn opstanding zou nergens op slaan, als Zijn sterven aan het kruis voor onze zonden er niet aan voorafgegaan was. Daarom, als wij met het één bezig zijn, zijn wij ook met het ander bezig. Als wij ons bezinnen op de dood van Christus, moeten wij ook spreken over Zijn opstanding. En als wij ons verdiepen in Zijn opstanding, kunnen en mogen wij zijn sterven niet buiten beschouwing laten.

Waarom dit zo is, willen wij hieronder u aanwijzen. Maar vóórdat wij dit doen, is het misschien goed erop te wijzen, dat lang niet ieder deze tweeëenheid van Christus' dood en opstanding erkent. Er zijn er altijd geweest, en zij zijn er ook in onze tijd nog, die tussen de dood en de opstanding van Christus een scheiding willen maken. Dat gebeurt op een hele krasse manier, wanneer men wel erkent, dat Jezus is gestorven, maar niet dat Hij is opgestaan. Wij denken b.v. aan iemand als Rudolf Bultmann, die dit beweert. Vandaar, dat hij alle nadruk laat vallen op het kruis van Jezus, terwijl het geloof in Zijn opstanding niet meer zou betekenen dan dat het kruis van Jezus ook voor ons nog betekenis heeft. Dus niet, dat Jezus werkelijk leeft en opgestaan is uit de dood, maar het opstandingsgeloof wil op symbolische wijze tot uitdrukking brengen, dat de gekruisigde Jezus voortleeft in het christelijk geloof.

Iets dergelijks wordt ook voorgestaan door die (meestal vrijzinnige) theologen, die zeggen, dat Jezus is gekruisigd, maar dat Christus is opgestaan. Daarmee bedoelen zij, dat wij van de echte historische Jezus alleen maar weten, dat Hij aan het kruis gestorven is. Maar zodra het over de opstanding gaat, gaat het niet meer over de historische Jezus. Dan gaat het over Christus, die wij echter niet als een historische, werkelijk bestaan hebbende, persoon moeten beschouwen, maar als een soort mythische geloofsgestalte van de christelijke kerk. Op deze wijze wordt er dus een grove scheiding aangebracht tussen het kruis en de opstanding van Jezus. Men meent, dat het kruis wel met Jezus te maken heeft, maar de opstanding niet.

Als er nu echter in de Schrift iets duidelijk is, dan toch wel de samenhang van kruis en opstanding en van de Gekruisig­ de ea de Opgestane. Wat wordt er door Jezus zelf juist na Zijn opstanding grote moeite gedaan om het aan zijn discipelen duidelijk te maken, dat Hij Dezelfde is, Die vóór Zijn sterven met hen is geweest. Wij denken dan vooral aan de Thomasgeschiedenis. Thomas kon het niet geloven, dat Jezus werkelijk was opgestaan. Hij moest daarvan de duidelijke bewijzen in handen hebben, eer hij dat kon geloven. Welnu, die duidelijke bewijzen gaf Jezus hem. Want Hij toonde hem Zijn doorboorde handen en Zijn doorboorde zijde, opdat het maar duidelijk zou zijn, dat Hij diezelfde Jezus was. Die aan het kruis gestorven was.

En als de discipelen het toch nog moeilijk kunnen aanvaarden, dat de echte lichamelijke Jezus weer in hun midden is, en de twijfel bij hen bovenkomt, of het toch niet een geest is, dan gaat Jezus met hen eten om juist de lichamelijkheid vari Zijn aanwezigheid hun zichtbaar aan te tonen. Dat Jezus dit doet, is te verklaren uit Zijn zorg voor Zijn discipelen, opdat zij maar zouden geloven, dat Hij, Die opgestaan is Dezelfde is als degene, die gekruisigd was. Dezelfde in zijn lichamelijke aanwezigheid, maar ook dezelfde in zijn liefde en dezelfde in zijn macht en dezelfde in zijn reddende en bevrijdende daden. De Schrift zelf wijst ons dus uitdrukkelijk op de tweeëenheid tussen Christus' kruis en opstanding.

Lezen wij nu verder in het Nieuwe Testament, dan merken wij, dat die verbondenheid van Christus' dood en opstanding telkens weer terugkeert. Wij denken b.v. aan het woord van Paulus uit Rom. 4 : 25: elke overgeleverd is om onze zonden, en opgewekt om onze rechtvaardigmaking. Hier worden niet alleen de dood en opstanding van Christus als zodanig met elkaar verbonden, maar ook de betekenis van beide. De dood van Christus heeft met onze zonden te maken en Zijn opstanding heeft met onze rechtvaardigmaking te maken. De verzoening van onze zonden door het sterven van Christus wordt van Godswege bevestigd in Zijn opwekking uit de dood, als het zegel van God Zelf op het offer van Zijn Zoon. In Filippenzen 2 spreekt Paulus ook weer over Christus' dood en opstanding in één volzin. Vs. 8, 9: En in gedaante gevonden als een mens, heeft Hij Zichzelf vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot de dood, ja de dood des kruises. Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd, en heeft Hem een naam gegeven, welke boven alle naam is'. Hierin komen dus vooral de gedachten van vernedering en verhoging naar voren. Ook als zodanig zijn het kruis en de opstanding van Christus een tweeëenheid. De verhoging van Godswege is als het ware de bekroning van de vrijwillige vernedering van Christus' wege.

In de Openbaring van Johannes spreekt Jezus Zelf tot Johannes op Patmos 1:17, 18): Vrees niet; Ik ben de Eerste en de Laatste; en die leef, en Ik ben dood geweest; en zie. Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels der hel en des doods'. Als Jezus Zelf deze woorden tot Johannes spreekt, is dat om Johannes te bemoedigen en vertroosten door de wetenschap, dat Christus door Zijn dood de dood heeft overwonnen, en dat Zijn opstanding daarvan teken en zegel is, terwijl Hij als de Levende nu alle macht heeft, zelfs over de dood en de hel. En om niet meer te noemen: Paulus verbindt in Rom. 6 het sterven en de opstanding van Christus voortdurend met elkaar,
met deze bedoeiing, om ons erop te wijzen, dat zoals Christus nu gestorven is en is opgestaan, wij nu ook door Hem en met Hem door de Heiiige Geest èn door de Doop ons oude zondig bestaan zouden afsterven om in een nieuw en Godzalig leven te wandelen. Hier gaat het er dus om, dat wij met Christus sterven en met Hem opstaan. Evenals het op andere plaatsen in de Schrift wordt aangewezen, dat zoals wij nu delen in de vernedering van Christus, wij ook met Hem verheerlijkt en verhoogd zullen worden in Zijn toekomst.

Het is slechts een kleine bloemlezing uit de Schriften, die wij u lieten zien om aan te tonen, hoezeer de tweeëenheid van Christus' kruis en opstanding in de Schrift zelf ons wordt geopenbaard. Deze verbondenheid is van centrale betekenis. Zij vormt één van de kernen van het evangelie van Jezus Christus. En daarom vormt zij ook één van de kernen van het waarachtig christelijk geloof.

Op dat laatste willen wij nu tenslotte heel in het kort wijzen. We kunnen dan onmiddellijk aansluiten bij de bovengenoemde Schriftwoorden. Het bleek voor de discipelen een grote vertroosting en een reden tot grote blijdschap te zijn, toen zij zagen en hoorden, dat de Heere door Zijn sterven en opstanding heen Dezelfde was gebleven. Dezelfde in Zijn liefde, Zijn trouw, Zijn macht en Zijn reddende daden. Dat is voor hen de vreugde van het paasfeest geweest. Dezelfde heiland, die gestorven is, is nu opgestaan. Hij leeft. Hij is waarlijk opgestaan.

Diezelfde vreugde mag ook nu nog ons deel zijn, wanneer wij waarlijk tot Zijn discipelen behoren. Hij is Dezelfde gebleven, ook nu. Gisteren en heden en tot in eeuwigheid. Dezelfde machtige en liefdevolle en Zich ontfermende Zaligmaker leeft ook nu nog, en Hij is en blijft ons nabij met Zijn gezegende en zegenende aanwezigheid door Zijn Woord en Geest.

En dan zegt Paulus in Romeinen 4, dat het kruis van Christus de verzoening is van al onze zonden. En dat Zijn opstanding onze rechtvaardiging is. Wanneer wij door een oprecht geloof met de Heere verbonden zijn geworden in een ootmoedige belijdenis over onze schuld en in een vrijmoedig toevlucht nemen tot de fontein van reinigend bloed, die op Golgotha is ontsprongen, dan ontvangen wij ook de vrijmoedigheid des geloofs om het met zekerheid te belijden, dat Zijn bloed ons gereinigd heeft van al onze zonden en dat om Zijnentwil God ons heeft vrijgesproken van alle schuld en straf. De opstanding van Christus is de grond en de bevestiging van deze vrijspraak Gods. Zo horen ook in de rechtvaardiging door het geloof kruis en opstanding bij elkaar. De gekruisigde èn opgestane Zaligmaker wordt voor ons het Een en het Al. Hij is de grond van ons heil, het voorwerp van onze roem en het fundament van onze hoop.

En als de opgestane Jezus Johannes op Patmos vertroost door Zijn verrassende mededeling, dat Hij dood geweest is en nu leeft, en dat Hij de sleutels draagt van de hel en de dood, dan geeft dat ook nu nog aan de strijdende kerk op een aarde een machtige vertroosting om temidden van de verdrukking en benauwdheid staande te blijven, wetende dat Christus de dood en de duivel heeft overwonnen, en dat Hij heden en toekomst in Zijn handen houdt. Die wetenschap is als een bron, waaruit wij putten mogen, en die een onbeperkte kracht verleent.

En dan noem ik nog Rom. 6. Het gaat er niet alleen om te mogen weten, dat Christus voor ons gestorven is en voor ons is opgestaan. Het gaat er ook om, dat wij weten, wat het is om niet Hem gestorven en met Hem opgestaan te zijn en dagelijks weer opnieuw met Hem te sterven en met Hem op te staan. De afsterving van de oude mens en de opstanding van de nieuwe mens wordt door onze Heidelberger de waarachtige bekering genoemd. Die bekering begint wel op een gegeven moment, en dat is een diep insnijdend en fundamenteel begin. Maar zij houdt in dit leven nooit op. Het is een geschiedenis, het is een proces van dagelijks opnieuw met Christus sterven en opstaan. Dat vormt de strijd en de kroon van het christenleven. Daarin worden met en vanuit de verbondenheid met Christus de hoogtepunten en diepten van het geloof doorleefd. Dat geeft de momenten van klagen èn van jubelen, van de schreeuw en de dankzegging tot God.

En tenslotte mogen wij zeggen: De gang van Christus' vernedering en verhoging is het grondpatroon van het totale leven van de christen. Zijn weg hier beneden is er een van de vernedering, van zelfverloochening, van lijden en sterven achter Christus aan. Maar Gods kerk is op weg naar de toekomst, die de heerlijkheid van Christus zal openbaren. Daarom zoeken zij, die met Christus zijn opgewekt, de dingen, die boven zijn, waar Christus is, zittende aan de rechterhand Gods, zo lezen wij in Col. 3:1. En dan gaat Paulus verder: Want gij zijt gestorven, en uw leven is met Christus verborgen in God. Wanneer nu Christus zal geopenbaard zijn, die ons leven is, dan zult ook gij met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 april 1973

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

De tweeëenheid  van kruis en opstanding

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 april 1973

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's