Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zijn woorden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zijn woorden

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

'En zij werden indachtig aan Zijn woorden' Lucas 24 vs. 8

Het hoge woord van Pasen is eruit. Hij is opgestaan. Dat woord slaat een bres in het denken van de vrouwen. Zij dachten. .. Maar hoe slaat de engel nu de brug van dat woord tot hun hart? Krachtens zijn goddelijke opdracht, voegt hij er wat aan toe, verhelderend, hen herinnerend aan. Wat de engel zegt komt ons goed van pas, deze week. Het geloof heeft een stevige verankering nodig in het Woord. Het uwè soms niet?

Het zijn woorden van de Heere Jezus, die hier worden aangehaald. Zijn eigen woorden. Hij sprak ze, toen Hij nog in Galilea was. Galilea. Daar kwamen ze, merendeels vandaan. Galilea, dat gebied, waar men verregaand vervreemd was van de dienst des Heeren. Daar was Jezus opgetreden! Daar hebben ze Hem lief gekregen, deze profeet die de woorden van het eeuwige leven had. Sindsdien konden ze niet meer loskomen, van die woorden niet en van Hem niet. Ze hebben Galilea verlaten en zijn Hem gevolgd. Lucas tekent twee keer aan: Ook de vrouwen, die Hem samen gevolgd waren van Galilea. Ze hebben er nooit spijt van gehad, dat ze met Jezus meeliepen. Nooit, nu nog niet.

Ze vragen zich echter wel af: Waar loopt het nu op uit. Dat maakt hen zo verdrietig.

In Galilea had de Heere Jezus al tot hen gesproken over Zijn lijden en sterven, over kruis en... opstanding. Reken maar, dat ze aan Zijn lippen gehangen hadden. En toch hadden ze er niet veel van begrepen. Ze konden het weten, zegt de engel, streng. Ze weten het niet meer, dat is duidelijk. Ze verstonden niet wat Hij tot hen sprak. Nu komt de engel daarop terug. Jezus had hun geen vermoedens meegedeeld. Hij had hun de waarheid verteld van wat zou, wat moest geschieden. Gedenkt, hoe Hij tot u gesproken heeft.

De Zoon des mensen noemde Hij zich. Waarachtig mens. Maar meer dan dat. Hij was de troongenoot Gods, aan Wien het oordeel gegeven werd. Hij moet overgeleverd worden in de handen der zondige mensen. Hoe zullen zondige mensen Hem 'behandelen'? Nu, dat is wel gebleken. Ze zullen hun boosheid botvieren op Hem, ze zullen Hem... U hebt het in de lijdensweken gehoord. En u bent ontsteld over uw eigen boosheid. Jezus in onze handen, dat ziet er niet best voor Hem uit. Wij staan .schuldig, handen en harten. Zo mochten wij Hem niet behandelen,

Moet! Het moest dus en Jezus wist dat, Was het daarmee eens. Hij valt in Gods handen. Moet. Dat is niet: het zal wel gaan, zoals het moet. Nee, dat is: de drinkbeker drinken, die vol vloek en oordeel is. Dat is de dood van het kruis smaken: en gekruisigd worden. Dat was naar het recht van God, en Jezus schikte Zich daarin; vrijwillig en van harte, al kostte het Hem angst genoeg. In Galilea reeds, had Hij hén die kruisdood aangekondigd.

En ten derde dage weder opstaan. Dat hing er niet bij, dat hoorde erbij. Daar ging het met Hem naar toe: door de dood heen, tot het leven. Het laatste kruiswoord was een voorspel op Pasen: het is volbracht. Tot een goed einde gebracht. Voldaan. Getekend. Toen kon de dood geen aanspraak meer op Jezus laten gelden. Hij werd vrijgesproken en van iedere rechtsvervolging ontslagen, ontslagen uit de hechtenis van de dood. Jezus had er zich bij voorbaat in verheugd.

Waren ze het vergeten? Moet, en zal! Pasen is de bevestiging van het gesproken woord. Dat woord had hen kunnen sterken. Houdt moed. Hij komt erdoor. In de nacht van het lijden zou het licht van dit woord schijnsel geven. Ziet Hem lijden, ziet wat de mensen Hem aandoen, ziet Hij wordt gekruisigd. Maar daarmee is het niet uit. Wacht maar. Hij zei toch, dat Hij uit de dood zou verrijzen! Waren ze met Zijn woorden bezig geweest dan zouden ze nu hier niet zo verbluft staan kijken bij het lege graf.

Hadden we er maar aan gedacht! Dan zouden we de moed niet verloren en de hoop niet opgegeven hebben. Wie verzucht dat nooit eens. De Heere stelde het leven in het vooruitzicht, al moest het door veel nood en strijd heen. Maar in nood en strijd raakt dat woord zoek en wij komen in het nauw. Gedenkt... Breng u te binnen.

De engel roept meer wakker dan de herinnering. Hun harten worden opgewekt, de woorden worden levend. Ze hadden er niet op gelet, ze waren er niet werkzaam mee geweest en daarom zijn ze met hun gedachten in het slop geraakt, met Pasen nog wel. Jezus zal het Zijn jongeren en deze vrouwen verwijten: Onverstand en traagheid. Wie het woord verwaarloost, diens ziel lijdt schade. Hij doet de Heere onrecht, door het woord te veronachtzamen. Door te denken en te spreken als had de Heere, als had Jezus, niets gezegd. Als had Hij niet gerept van de opstanding en het leven. Dat doet het verfoeilijke ongeloof. Het neemt alles ernstig, behalve het woord. En dat is zonde.

Ik ben zo vergeetachtig. Ondertussen zijn we er ellendig aan toe. We hebben Zijn woorden niet bewaard, dat is het. We hebben ze begraven, ze waren immers niet levend meer. We hebben ze begraven, met Hem, Die ze sprak. Want, als wij Jezus voor dood houden, dan kunnen we Zijn woorden ook niet in het leven houden. Hij zei toch ! Ach, Hij leeft niet meer.

En zij werden indachtig aan Zijn woor­ den. Dat is waar ook. Hij doet welhaast uw heilzon dagen. De derde dag! Dode woorden worden levend. Zo lang niet aan gedacht. En nu indachtig worden. Dat is uit Christus. Dat is de vrucht van Zijn opstanding; de woorden, die Hij sprak staan op, ze zijn springlevend. Wat een wonder, na zoveel onachtzaamheid en daarom zoveel bekommering en ontbering. Dat is door de Heilige Geest. Die Heere is en levend maakt. Hij maakt indachtig. Het hart neemt er opnieuw kennis van.

Mogen wij elkaar van dienst zijn, door elkaar aan Zijn woorden te herinneren. De bediening van het woord der opstanding is aan mensen toevertrouwd, de engel is weggevaren. Prediken is niet elkaar de dood aanpraten, maar het leven verkondigen en dat leven is in Zijn Zoon. Wat is de zegen van de bediening? Dat woorden weer gaan leven. Omdat Hij, Die ze sprak weder levend is geworden. De verrassing van de kerkgang. U hebt een opwekkend woord nodig, welnu: Hij is opgewekt. Zijn woorden worden van kracht, ze worden stuk voor stuk bevestigd.

Zij werden indachtig aan Zijn woorden! Zo vieren zij het feest, door te roemen in het onfeilbaar woord. De vrouwen geloven niet, omdat het graf leeg was, daar waren ook andere verklaringen voor te geven. Ze geloven, omdat, in de woorden van de engel, Jezus Zijn woord gaat meespreken, als was Hij tegenwoordig. Het geloof is uit het gehoor. Ze maken anderen deelgenoot van hun vreugde, en Jezus is hun ontmoet. Pasen.

De dood, de duist're hield Hem niet.
Geen steen, geen wade of breidel.
Hij steeg als 't eerste merellied.
Want was dit wonder niet geschied.
Zijn woorden bleven ijdel.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 april 1973

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Zijn woorden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 april 1973

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's