Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dienstbetoon of politieke actie?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dienstbetoon of politieke actie?

Diaconaat in onze tijd

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sinds de Algemene Bijstands Wet en de daarop gebaseerde diensten van Sociale Zaken is de armenzorg, die vroeger kenmerkend was voor het diaconaat, goeddeels achterhaald. Toegegeven, er zijn nog altijd de gevallen waarin de diaconie financieel moet bijspringen, maar de accenten zijn toch duidelijk verlegd. Daarom hebben de diaconieën zich in de laatste tientallen jaren geworpen op andere takken van diaconaal werk. Er ontstonden diaconale stichtingen voor gezinsverzorging, voor kerkelijk sociale arbeid, voor bejaardentehuizen. Zo ontstond een nieuw patroon van diaconale arbeid.

Bij dit alles is dunkt me wat op de achtergrond gekomen wat het formulier tot bevestiging van de diakenen als één van de hoofdtaken van de diakenen omschrijft: 'met troostelijke redenen uit het Woord van God aan de armen en ellendigen hulp bewijzen'. Is met het verdwijnen van de 'armenzorg' ook het pastoraat 'met troostelijke redenen' niet teveel naar achteren gedrongen? Als er ooit een roeping is geweest voor de diakenen dan is het wel die van het pastoraat aan 'ellendigen'. Diakenen kunnen een nuttige functie hebben in het huisbezoek aan de ellendigen in de gemeente en daarbuiten, aan diegenen die geen helper hebben. Het gevaar van onze tijd is dat de vele diaconale instellingen het persoonlijke van het diakenambt in de schaduw gaan stellen, zodat de relatie van mens tot mens in het diakenambt gaat ontbreken.

Maar intussen blijft de vraag: hoe moet het diaconaat gestalte krijgen in onze tijd en vanuit welke achtergrond moet het geschieden? In wat hier volgt laat ik twee stemmen aan het woord, waarbij ik vooraf aanteken, dat ik de tweede stem alleen aan het woord laat om te tonen hoe het niet moet.

Prof. dr. Roscam Abbing

De Generale Diaconale Raad gaf een brochure uit van prof. dr. P. J. Roscam Abbing, getiteld 'Gemeente-zijn — Diaconaal bezig-zijn'. * Naast de nadruk, die in deze brochure gelegd wordt op de (toch nog aanwezige) armenzorg, en op de taak van allerlei diaconale instellingen, legt Roscam Abbing een zwaar accent op het bewust-maken door de diakenen van de roeping voor de gemeenteleden zélf. Hij haalt hierbij aan Efeze 4 : 12, waar van de onderscheiden ambten gezegd wordt, dat ze gegeven zijn 'tot volmaking der heiligen, tot het werk der bediening', of, zoals ook vertaald kan worden 'om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon'. Vanuit deze tekst gaat inderdaad een machtig perspectief open voor de diakenen in onze tijd. De gemeenteleden moeten van hun roeping bewust worden gemaakt. Roscam Abbing werkt die roeping naar een aantal kanten uit: gewoon spontane hulp aan anderen, voorbede, het opnemen van personen in de gezinnen (b.v. pleegkinderen), bezoek aan bejaarden en eenzamen, ziekendienst, bandrecorderdienst, invallen in het huishouden wegens ziekte van moeder, hulp aan gehandicapten, hulp aan hen die in maatschappelijke moeilijkheden verkeren. Dit alles is maar een greep uit de mogelijkheden. In onze kille en verzakelijkte tijd is het nodig dat leden der gemeente elkaar en anderen behulpzaam zijn, dienend bezig zijn en zo aan het diaconaat van de gemeente gestalte geven. De diakenen hebben, behalve hun zorg voor de diaconale instellingen, de taak om de gemeente tot dienst toe te rusten, zodat men zich voor elkaar verantwoordelijk weet. Men leze de brochure van Roscam Abbing om te zien welke mogelijkheden hier liggen. In Efeze 4 heeft dat werk der bediening, dit dienstbetoon alles te maken met de opbouw van het lichaam van Christus, die er in één adem mee wordt genoemd.

Hachelijk wordt het evenwel wanneer Roscam Abbing ook als diaconale taak in onze tijd noemt 'het werk ten dienste van bestrijding van verkeerde maatschappelijke structuren'. Hij zegt dat 'de diaconie beslist niet afzijdig moet blijven bij alles wat gevestigde belangen aantast of een politiek aspect heeft. De strijd voor meer sociale rechtvaardigheid is aan ons christenen opgedragen'. Hij haalt daarbij de Hervormde Kerkorde aan, waarin gezegd wordt dat 'de kerk zich tot overheid en volk moet wenden om het leven naar Gods beloften en geboden in te richten'. Ik wil niet zeggen dat geen kern van waarheid zit in wat Roscam Abbing hier zegt. De vraag is echter maar welke vulling dit alles krijgt. Nadere uitwerking is hier wel gewenst, temeer daar juist hier de grote controversen in onze tijd in kerk en theologie aan het licht treden. Duidelijkheid is hier wel zeer nodig. Een politieke opdracht voor het diaconaat tref ik in de Schrift niet aan.

Dr. C. P. van Andel

Ik zeg dit met name vanwege een artikel dat dr. C. P. van Andel schreef in het blad DIT, het maandblad van de hervormde gemeente van Amsterdam, onder de titel: 'Diaconaat kiest partij voor de armen'. Zelden heb ik in zo kort bestek zoveel, wat we dan wel noemen, 'politiek messianisme bij elkaar gezien. Een kort overzicht van dit artikel laat ik — om volledig te zijn — eerst volgen. Met de theoloog dr. G. H. ter Schegget zegt dr. Van Andel, dat we af moeten van het woord theologie, dat is: de leer over God. Niet de vraag hoe mensen God kennen en dienen moet centraal staan maar de vraag hoe God mensen dient, namelijk 'hoe de Messias van Israël, de Knecht van Jahwe, partijganger der armen is'. In de geschiedenis van de kerk is de dienst aan God — de eredienst — zo hoog mogelijk opgevoerd maar 'de diaconie, waarin het om de gemeenschap met de armen en de rechtelozen gaat, daar kwam veel minder van terecht'. Thans is dat anders: 'Honderden mensen zijn bezig geweest en nog bezig om aan het diaconaat van Messias Jezus concreet gestalte te geven. Daarmee zijn talloze mensen geholpen voor korte of lange tijd. Daarmee is een vergezicht gegeven op een wereld, waarin gerechtigheid woont en waar vrede heerst'.

Het Diaconaal Centrum Amsterdam stelt zich b.v. ten doel, aldus dr. Van Andel, 'om stukken onrecht in onze maatschappij bloot te leggen en mee te werken aan verandering en vernieuwing'. Uitgangs­ punt bij dit alles is de Toedeka, het Hebreeuwse woord voor gerechtigheid, door Van Andel vertaald met de trouw aan de gemeenschap, het voldoen aan de aanspraken der saamhorigheid, der broederlijkheid. 'Waar gerechtigheid wordt gedaan gebeurt iets'. Het gaat erom dat mensen er wat voor over hebben om te werken aan een wereld 'waarin het recht van de sterken plaats gaat maken voor het recht van de zwakken'. 'Door het diaconaat zet de gemeente de dienst van de Knecht des Heren (Jesaja 50) of van de Zoon des mensen (Daniël 7) in de geschiedenis voort'. 'Zonder een intensief modern diaconaat is heel het liturgisch gebeuren zinloos en waardeloos voor de maatschappij'.

Dan volgt in Van Andels artikel een stuk over Marx. De 'vervreemding' die Marx signaleerde — de mens voelt zich een vreemde in de wereld waarin geld en prestatie de hoofdrol spelen — is nog geen verleden tijd. 'De godsdienst versluiert het onrecht, dat mensen wordt aangedaan. Onmondigheid van de werknemers en de burger past soms heel goed bij de staat van onmondigheid, waarin gelovigen soms worden vastgehouden... De komst van de Messias in dienstknechtgestalte heft de vervreemding van mensen op. Het dienen van de Messias luidt een nieuwe fase in de geschiedenis in, namelijk die van de hoop. Door aan de samenleving het karakter van dienst te geven doet Jezus een opstandig gebaar. Hij schaart Zich aan de kant van armen en rechtelozen. En in die hoedanigheid is Hij ook het Hoofd van de messiaanse gemeente. De opstanding van Jezus sluit de opstand van Zijn gemeente in tegen iedere vorm van onrecht, racisme en geweld. 'De gemeente is een pressiegroep van de uitgebuitenen. Zij spreekt voor de stommen. Zij richt in naam der ontrechten. Zij durft het conflict aan, omdat zij van verzoening weet heeft'.

Het gaat Van Andel om een 'politiek diaconaat'. Daarbij gaat het erom dat specialistische vormen van diaconaat zich tot actie- en pressiegroepen ontwikkelen. Zo worden we een 'volwassen, hoopvolle, messiaanse gemeente'. Zo zullen 'vrede des harten en vrede op aarde' dan niet ver meer van elkaar liggen, zo besluit hij.

De Schrift horig gemaakt

Wie tot hiertoe Van Andels betoog mee gevolgd heeft en de gedachtengangen ook doorziet, zal moeten beamen dat dit het politiek Messianisme is waartegen het Getuigenis zich keerde. Letterlijk die dingen, die het Getuigenis afwees, worden hier benadrukt. Het woord messiaans is niet van de lucht. Opstand ligt in het verlengde van de opstanding. Woorden als hoop, verzoening en gerechtigheid zijn binnenwereldse begrippen geworden en zijn ontdaan van hun bijbelse inhoud, van hun heilsinhoud, zoals die in het volbrachte werk van Christus gestalte kreeg. Van Andel hangt zijn betoog intussen op aan Marcus 10 : 45, waar staat dat de Zoon des mensen niet gekomen is om gediend te worden maar om te dienen. Gemakshalve laat Van Andel maar weg dat erbij staat 'en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen'. Calvijn merkt juist bij deze tekst op dat in deze geschiedenis van de zonen van Zebedeüs van de dood van Christus melding wordt gemaakt 'om de discipelen van de verkeerde inbeelding van een aards Koninkrijk af te brengen'. Maar voor wie deze tekst halveert, zoals Van Andel doet, ligt de weg open om de dienst van Christus uitsluitend te duiden in het horizontale vlak en dan ook uit te komen bij de gedachte dat 'vrede des harten en vrede op aarde' dan niet ver meer van elkaar behoeven te liggen. Een volop marxistische gedachtengang. Wie zo theologiseert maakt de Schrift intussen horig aan zijn eigen gevoelens en gedachten. Dan is theologie inderdaad geen leer aangaande God meer — dat woord kun je dan trouwens missen-— maar leer van mensen, menselijk activisme.

Wie verder overigens de geschiedenis van de zonen van Zebedeüs, waaruit bovenstaande tekst genomen is, leest merkt dat het er hier over gaat dat mensen erom wedijveren om de eerste te zijn in Gods Koninkrijk en dan van Christus te horen krijgen dat het Koninkrijk'van Christus door Zijn dóód heen verwerkelijkt wordt en dat het er in dat Koninkrijk niet zo werelds naar toegaat, als in aardse koninkrijken, waar macht geoefend wordt. In Christus' Koninkrijk gaat het zó; wie groot wil zijn moet dienaar worden. En dan komt de aangehaalde tekst. Maar zelfs in dit verband doet Christus geen oproep aan die aardse machten, die gevestigde structuren omver te werpen. Hij wijst op Zijn lijden en tekent daarmee dat Zijn Koninkrijk niet van deze wereld is.

Dr. Van Andel pakt een gedeelte van een tekst en gaat daarmee op eigen golflengte verder redeneren. Zo worden de Schriften uit hun voegen gelicht. Waar haalt dr. Van Andel het bijbels recht vandaan om het diaconaat om te vormen tot in feite politieke actie? Het moet wel opvallen dat in geen enkele situatie, onder welke overheid dan ook, in het Nieuwe Testament daartoe wordt opgeroepen. Hier is een stuk ideologie aan het woord. Een ideologie die ook, hierin uitkomt dat het 'recht der armen' een eigen leven gaat leiden.

De sociale armen worden rechthebbers tegenover de sociale rijken, die de rechtelozen worden. Ook hier wordt alles bijbels uit zijn voegen gerukt. Dat er de roeping is ten opzichte van de sociaal minder bedeelden, akkoord! Daar ligt nu juist de roeping tot diaconaat in navolging van Christus, Die de barmhartige Hogepriester is. Maar daar wordt in de Schrift 'het recht der armen' als het ware verzelfstandigd? Dit soort theologie, dat Van Andel bedrijft, is dunkt me niet meer dan een projectie van een marxistische ideologie op de Schrift. Door bijvoorbeeld aan te sluiten bij het door Marx gehanteerde begrip vervreemding wordt in feite de zonde, die de oorzaak is van welke vervreemding dan ook, een niet meer terzake doend begrip. Met alle consequenties voor de verzoening.

Wat moeten diakenen ermee?

Wat moeten diakenen aan met dergelijke richtlijnen voor hun amb? Zullen ze hun ambt niet moeten gaan ervaren als een knellend juk? In hetzelfde nummer van DIT zegt een Amsterdamse diaken, de heer K. van Alewijk, in een forumdiscussie: 'Ik wil mij als diaken inzetten voor de geestelijke nood in onze gemeente en om de ouder wordende mens te mogen wijzen op het heil in Christus. Mensen in moeilijkheden te mogen bijstaan is toch onze roeping? ' Diaken Van Alewijk zou een vergoelijkend knikje krijgen van dr. Van Andel. Dat mag óók nog. Maar, en nu citeer ik weer letterlijk, waar ieders (cursief van mij, v. d. G.) inspanning bij nodig is dat heet: verandering van de structuur en van de mentaliteit'. Dit wordt intussen gezegd door salon-revolutionairen, door studeerkamerstrategen. Maar gelukkig zijn er ook nog de diaconale werkers aan het front, die weten wat dienstbetoon is, die zich niet door het politiek messianisme laten weghalen uit hun taak voor de nooddruftigen in de gemeente — dat allereerst — en ook veraf. Die barmhartigheid en dienstbetoon niet laten vervangen door politiek activisme in marxistische zin.


Verkrijgbaar bij het bureau van de G.D.R., post.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 april 1973

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Dienstbetoon of politieke actie?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 april 1973

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's