Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kerk achter het ijzeren gordijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kerk achter het ijzeren gordijn

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is momenteel sprake van toenemende aandacht voor de situatie, waarin de christenen achter het ijzeren gordijn leven. Daaruit kan geconcludeerd worden dat de stem van Wurmbrand niet tevergeefs heeft geklonken. Er is sinds zijn indringend appèl op het Westen om de broeders achter het ijzeren gordijn bij te staan in hun geestelijke strijd bepaald één en ander losgekomen. Waarmee intussen niet gezegd is dat alles wat momenteel over de christenen achter het ijzeren gordijn geschreven wordt identiek is met wat Wurmbrand liet horen. Dat zal uit het volgende blijken, waarmee tevens duidelijk zal worden hoe moeilijk het is een objectief beeld van de situatie achter het ijzeren gordijn te krijgen.

Twee lijnen

Wie de boeken van Wurmbrand leest treft daarin één bepaalde grondtoon en wel deze, dat dé kerk achter het ijzeren gordijn de ondergrondse kerk is. Deze kerk wordt dan gevormd door de ongeregistreerde groeperingen, waaronder baptisten en pinkstergroeperingen. Zij zijn het, die worden gemarteld om Christus' wil. En ieder, die hem ooit hoorde spreken, weet hoe indringend hij weet te spreken over het lijden om de naam van Christus, dat deze broeders achter het ijzeren gordijn ten deel valt. De officiële kerken, dat wil zeggen de Oosters Orthodoxe Kerk en andere geregistreerde kerken ziet Wurmbrand als pionnen van het Kremlin. De officiële kerk is monddood, heeft zich in feite aangepast aan het communistische regime.

Nu is het zo dat bij alle publikaties, die momenteel loskomen over de kerken en de christenen achter het ijzeren gordijn, vaak niet duidelijk wordt waar het gaat over de ondergrondse kerk, die Wurmbrand bedoelt, of waar het gaat over de door hem steeds aangevallen officiële kerken. Dat maakt de beoordeling en de vergelijking van een en ander vaak moeilijk. Ook dr. J. A. Hebly schrijft over andere kerken dan de Oosters Orthodoxe Kerk (in zijn boek Evangelie Christenen en Baptisten in Rusland). Ook hij signaleert het verschijnsel van de ondergrondse kerk en toch zou ik niet willen beweren dat de geschriften van Hebly zonder meer identiek zijn met die van Wurmbrand. Maar Hebly schrijft toch ook, dat vele gemeenschappen gedrongen zijn een illegaal bestaan te leiden. Hij haalt dan een brief aan van de baptistengemeente van Vladivostok aan Chroesjtsjof in oktober 1961, waarin wordt gezegd: 'Hier is het principe van vrijheid van geweten en godsdienst ernstig aangetast. Er is in de streek geen enkele geregistreerde gemeente. Wij worden allen gedwongen om samen te komen zonder registratie, ofschoon wij er herhaaldelijk en met aandrang om hebben gevraagd. Er is géén gemeenschap, waar niet politiefunctionarissen zijn verschenen met dreigementen om kerkdiensten te verhinderen'.

Dr. Hebly vervolgt met te zeggen, dat volgens sommige berichten tweederde van de bestaande gemeenschappen geen erkenning hebben ontvangen. Een aantal heeft waarschijnlijk ook geen registratie aangevraagd, omdat ze bezwaren hadden tegen de staatsinmenging en aan een soort ondergronds bestaan de voorkeur gaven. Hij schat het aantal evangelie-christenen en baptisten op 500.000 belijdende leden, terwijl dit aantal hoger zou zijn als men gezinsleden en sympathisanten meetelt.

'Maar', zegt hij, 'de kracht van de evangelie-christenen en baptisten ligt niet in de statistieken en ledenregistratie'.

Het zal duidelijk zijn dat het uiterst moeilijk is om tot een juiste beoordeling te komen. Maar duidelijk is dat de christenen achter het ijzeren gordijn, of ze nu in de ondergrondse kerk of in de geregistreerde kerken zich bevinden, een aangevochten bestaan hebben.

Een debat in het Noorse parlement

De evangelisch-lutherse bisschoppen deden op 10 november 1972 een verklaring uitgaan inzake de vervolging van christenen achter het ijzeren gordijn. Deze verklaring is apart bij dit artikel afgedrukt. Nu heeft het Noorse parlement zich op 1 februari 1972 eveneens met deze kwestie beziggehouden naar aanleiding van vragen van het parlementslid mevrouw Bergfrid Fjose. Ze merkt op, dat vele rapporten ons bereiken, waarin over religieuze discriminatie in Oosteuropese landen gesproken wordt. Ze attendeert ook op de berichten van Wurmbrand in deze. Dan wijst ze erop, dat na de Russische Revolutie (in 1917) vrijheid van godsdienst en geweten werd gegarandeerd in de grondwet (artikel 124), zelfs al was de 'basisfilosofie' van de staat voortaan het atheïsme. Het christendom werd dan ook aanvankelijk in Rusland na de revolutie geduld, waarbij ook het woord van Lenin gold, namelijk dat er geen betere methode is om de godsdienst aan te wakkeren dan het de oorlog te verklaren. Maar vooral na Stalin kwam er een felle atheïstische campagne op gang. Tienduizend kerken en kerkelijke gebouwen werden gesloten. Ondanks dit alles, aldus mevrouw Bergfrid, groeiden de kerken. Lenins woorden werden daarmee in feite bevestigd. Thans zijn er in Rusland dertig miljoen oostersorthodoxen en vier tot vijf miljoen baptisten en protestanten (men ziet overigens ook hier weer hoe verschillend de getallen zijn die gehanteerd worden). Nu hebben deze geregistreerde kerken, aldus mevrouw Bergfrid, een zekere mate van vrijheid. Dat is waarschijnlijk de reden van de zeer tegenstrijdige berichten over de positie van de kerken in de Sowjetunie. Maar toch komen er ook van tijd tot tijd berichten van gevangenen van geregistreerde christenen. Er zijn ook herhaaldelijk protesten vanuit de geregistreerde kerken. In de stad Gorski vroegen 1500 christenen een kerk te mogen openen. In die stad hebben de 120.000 oosters-orthodoxe leden namelijk maar drie kerken. We hebben, zegt mevrouw Bergfrid, de namen van orthodoxe christenen, die gevangen zitten om hun geloof en omdat ze zich niet rustig wilden houden tegenover het aantasten van de menselijke rechten.

Maar, zo vervolgt mevrouw Bergfrid, desalniettemin zijn het de niet-geregistreerde protestantse en baptistenkerken die de meeste aandacht hebben getrokken. Telkens weer hebben we gehoord van gelovigen die gevangengenomen zijn, kinderen die weggehaald werden bij hun ouders vandaan, vergaderingen die verboden werden en huizen die werden verwoest. Velen kwamen in de gevangenis.

De schrijvers Solzjenytsin en Anatole Marchenko hebben vele malen over deze gevangenen geschreven. De schrijver Marchenko zegt: 'Hun fanatisme (dat is de beschuldiging van de Sowjet-autoriteiten t.a.v. deze christenen, v. d. G.) manifesteert zich slechts in hun krachtig vasthouden aan hun persoonlijke godsdienstige overtuiging. Ze zijn vredelievende en rustige mensen... zij vinden troost in hun lijden voor hun God en voor hun geloof en zij dragen hun lijden en smart geduldig'. Intussen hebben de baptisten een raad gevormd van verwanten van de gevangenen. Ze hebben vele brieven gericht aan de Sowjet-autoriteiten. Zo tekenden 1453 vrouwen een brief, waarin bij de autoriteiten een felle klacht werd geuit voor het wegnemen van hun kinderen en hun plaatsing in iatheïstische kindertehuizen.

In het slot van haar pleidooi citeerde mevrouw Bergfrid een Oslo's dagblad, waarin werd gezegd: 'We zijn zeer bezorgd over berichten, dat mensen, wier houding tegenover het regime loyaal is, maar die de (anti-religieuze) vooroordelen van het regime niet delen, naar krankzinnigeninrichtingen zijn gestuurd en daar behandeld zijn met drugs'.

Zo kreeg deze zaak in het Noorse parlement grote aandacht en de sprekers bij dit debat lieten weten, dat ze de behandeling van christenen achter het ijzeren gordijn, op basis van de verklaring van de rechten van de mens van de Verenigde Naties, waarin vrijheid van godsdienst en geweten zijn gegarandeerd, afwezen. Het was misschien voor het eerst in de geschiedenis dat een parlement een dergelijke publieke zitting aan deze zaak wijdde. Daarom zond de lutherse bisschop Monrad Norderval, voorzitter van een Noors zendingsgenootschap voor landen achter het ijzeren gordijn, een Engelse vertaling van het debat naar parlementen in andere Europese landen, om zo de zaak ook daar aan de orde gesteld te krijgen. Zou er niet eens een Nederlands parlementslid zijn, die de vragen van mevrouw Bergfrid overneemt om ook in ons parlement de zaak aan de orde te stellen?

Enkele maanden na het debat, op 27 maart 1972, protesteerden 17.000 katholieken in Lithuania tegen de systematische vervolgingen. Ze mochten geen kerken bouwen, priesters werden gevangengenomen vanwege religieus onderricht aan kinderen in hun parochie. De anti-religieuze propaganda is het laatste jaar, zo luiden de berichten, zeer toegenomen. Drukken of verspreiden van bijbels of andere godsdienstige lectuur is een onwettige activiteit. Zondagsscholen zijn niet toegestaan, ook in de officiële kerken niet.

Eén van de Noorse parlementsleden citeerde de schrijver Solzjenytsin, die zei: 'Dit is hoe wij momenteel leven: zonder bevel tot inhechtenisneming of medisch attest arriveren vier politieagenten en 2 dokters bij het huis van een zeer gezond persoon en de dokters verklaren onmiddellijk dat hij lijdt aan geestesziekte'. Dit zelfde parlementslid stelde: 'Beoordeel de communistische misdaden tegen de mensheid als u de nazi-misdaden beoordeeld hebt'.

Een tijdschrift over godsdienst in communistische landen

Er is dezer dagen een eerste nummer verschenen van een Engels tijdschrift over godsdienst in communistische landen. Via het moderamen van de hervormde synode is het in ons land ter kennismaking aan allerlei bladen e.d. gezonden. In dit eerste nummer valt speciaal de nadruk op de opleving in de Russisch Oosters Orthodoxe Kerk. Ook hier wordt melding gemaakt van de anti-religieuze propaganda, die door Chroesjtsjof in 1959 werd ingeluid. Het protest van de 17.000 katholieken uit Lithuania wordt uitvoerig gereleveerd. Verder wordt aandacht besteed aan de genoemde organisatie, die in 1964 door leden van de evangelie-christenen en baptisten werd gevormd ter verdediging van de gevangenen om het geloof (Council of Prisoners Relatives, C.P.R.). Deze organisatie roept op tot het schrijven van brieven en publiceert lijsten met namen van gevangenen, waarbij intussen wordt vermeden om al te veel uit te weiden over de negatieve kant van het kerkelijk leven 'gezien de bloei van het geloof onder de vervolgden'.

Tenslotte vinden we in dit nummer een aantal documenten. In een staatsdocument over de atheïstische opvoeding (Pravda 15 september 1972) staat: 'de schaal en het niveau van de wetenschappelijke atheïstische propaganda strookt nog niet met de wensen van de partij'.

Uit notities van een Russische christen citeer ik: 'na de gebeurtenissen (vervolgingen e.d.) hebben we ervaren, dat iedereen een filosoof is geworden... Ik kan de stroom van mijn gedachten niet tegenhouden. Dat wil zeggen, misschien is het nu winter... Maar.. . de lente komt... De orthodoxie is onafscheidelijk van Rusland. . . Mensen stierven met het gebed op hun lippen en hoopten in te gaan in het Koninkrijk van God'. Verder bevat dit tijdschrift een verklaring van baptisten uit Piratyn over de vervolgingen hun aangedaan. Daaruit citeer ik: 'Onze gemeenschap is geregistreerd en heeft een permanent bedehuis maar dit alles ten spijt gedragen de autoriteiten van Piratyn zich tegenover ons op onrechtvaardige illegale wijze'. Als voorbeelden worden genoemd: verstoring van de eredienst, gevangenneming van hen die begrafenissen leidden, ondervraging van gemeenteleden.

Zaken die de aandacht vragen

Ik vond het belangrijk genoeg om uitgebreid bij deze documenten stil te staan en wil tenslotte puntsgewijs enkele opmerk gen maken:

1. Het is een verheugende zaak, dat de positie van de christenen achter het ijzeren gordijn meer en meer in de publieke belangstelling komt. Zo langzamerhand ontkent niemand meer, dat de christenen achter het ijzeren gordijn een aangevochten bestaan lijden en aan den lijve ervaren wat het betekent onder een regime te leven dat het atheïsme als basisfilosofie heeft.

2. Wie de diverse publikaties op zich laat inwerken heeft er moeite mee een duidelijk beeld te krijgen. Het verschil in beoordeling en waardering ligt kennelijk in de kwestie van ondergrondse kerk — officiële kerk. Wat die ondergrondse kerk betreft, die wordt gevonden onder de evangelie-christenen en baptisten, die ten dele geregistreerd zijn maar grotendeels ongeregistreerd. Juist ten aanzien van die ondergrondse kerk heeft Wurmbrand zijn felle pleidooien gehouden. Nu erkent ook b.v. dr. Hebly het bestaan van die ondergrondse kerk, maar over de vele martelingen en wreedheden, die Wurmbrand telkens weer beschrijft, wordt gezwegen. In het Engelse tijdschrift, dat via het moderamen ons bereikte, wordt ook met geen woord over Wurmbrand gesproken of over de ondergrondse kerk, die in zijn geschriften zo sterk de aandacht heeft. Zou het niet eens tijd worden om deze pleidooien van Wurmbrand ernstig te nemen? Wurmbrand is de man geweest, die de zaak van de christenen achter het ijzeren gordijn bewust heeft gemaakt in het Westen. Is het dan eerlijk om hem dood te zwijgen? Zelfs al zouden zijn betogen gekleurd zijn vanwege wat hem persoonlijk overkwam? De vervolgingen onder de niet-geregistreerden, die kennelijk veel meer moeite hebben om loyaal tegenover het staatsregime te staan en erkenning te vragen, zijn — als Wurmbrand gelijk heeft — massaal. Daarvan blijkt in het Engelse tijdschrift b.v. niets.

3. Na het voorgaande moet ik nu ook een andere opmerking makeh. Blijkens publikaties van de laatste tijd ligt de kwestie van de knechting onder het juk van de staat breder dan alleen bij de ondergrondse kerk. Als Wurmbrand stelt dat dé kerk in Rusland de ondergrondse kerk is omdat de officiële kerk handlanger is van de staat, dan moet toch ook gezegd worden, dat die officiële kerken toch ook geknecht en onderdrukt worden, waarbij die leden, die zich laten horen, die hun stem verheffen tegen de wetten inzake scheiding van kerk en staat, die een getuigende kerk voorstaan op alle levensterreinen, ook van hun vrijheid worden beroofd. De kerk in Rusland is breder dan de ondergrondse kerk. Ook in de officiële, de geregistreerde kerken zijn martelaren om Christus' wil. Mensen die hun strijd strijden en soms hun massaal protest aantekenen. Me dunkt dat dit een kwestie is die door al diegenen, die hun sympathie hebben voor Wurmbrand, ter harte genomen moetworden. De kerk in Rusland is breder dan de ondergrondse kerk. Hier speelt natuurlijk de kwestie of een kerk een atheïstisch regime gedogen kan. Maar uit de publikaties blijkt dat hier meer en meer ook in de officiële kerken een spanningsveld ligt, wat de worsteling uitmaakt van de christenen in Rusland, omdat ze de wetten inzake de scheiding van kerk en staat kennelijk niet gedogen kunnen. Laat de aandacht voor de ondergrondse kerk dan ook niet betekenen, dat er geen aandacht zou zijn voor de strijders in de officiële, de geregistreerde kerken, evenals aandacht voor déze strijd niet mag betekenen, dat de ondergrondse kerk uit het blikveld zou verdwijnen. Het gaat om vervolgde christenen, in welke kerken dan ook. Christenen die lijden aan de terreur van een goddeloos regime.

1. Debate on the persecution of Christians behind the iron curtain, uitgegeven door Misjon Bak Jernteppet, Vidargst 20B, Oslo 4, Noorwegen.
2. Religion in communist lands, uitgegeven door het Centre for the study of Religion and Conununism, 34 Lubbock Road, Chislehurt, Kent BR7 5JJ, Engeland.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 1973

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

De kerk achter het ijzeren gordijn

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 mei 1973

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's