Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christelijke politiek  op de tweesprong

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christelijke politiek op de tweesprong

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Al wagen we ons in ons blad niet aan partijpolitiek, dat wil niet zeggen dat de politiek in het algemeen en die van de christelijke partijen in het bijzonder ons niet ter harte zou gaan. De christelijke politiek is — dat moet gezegd — meer en meer in een hachelijke en aangevochten positie terechtgekomen. Het lijkt wel alsof confessionele politiek in onze tijd nog slechts kan betekenen: kiezen voor de P.v.d.A., het socialisme, of voor de V.V.D., het liberalisme. Daaraan is niet vreemd de enorme afkalving van het confessionele blok in de naoorlogse jaren, waardoor het qua getalsterkte voor de confessionele partijen al onmogelijk is geworden om alleen te regeren en een eigen regeringsbeleid te bepalen. Daaraan is echter niet minder vreemd de toenemende drang tot deconfessionalisering. Christelijk Nederland weet geen raad meer met de bijbel als basis voor het politieke handelen. In de naoorlogse jaren hadden we de doorbraak, waardoor velen zich afwendden van de confessionele partijen en onderdak vonden bij de P.v.d.A. Christenen zouden in die partij vanuit hun 'evangelische inspiratie' op grond van het zogenaamde Gebot der Stunde, d.w.z. van het gebod van het uur, samen met humanisten en anderen, gestalte geven aan een goede politiek, waarover men dan liever sprak dan over christelijke politiek. Thans zien we deze zelfde tendens van deconfessionalisering doorwerken in de confessionele partijen zelf. In een nota van een contactraad van A.R.P., C.H.U. en K.V.P. die aan de samenwerking tussen deze drie partijen een gemeenschappelijke basis geven moest, werd onder het motto 'Op weg naar een verantwoordelijke maatschappij', een politieke strategie voor de zeventiger jaren gegeven. Over deze nota schreef ik al eerder. In deze nota vallen termen als 'basisfilosofie', 'inspiratiebron', 'bron van vitaminen' en 'moed om te bouwen', maar het woord christelijk ontbreekt. Het hele stuk is eigenlijk geënt op de basis van de deconfessionalisering. Men werkt samen aan een bepaalde politiek, vanuit een evangelische inspiratie, maar vermijdt daarbij het noemen van de bijbel als het gezaghebbende Woord van God.

Zo is het in de nota van de contactraad. Dat wil evenwel niet zeggen dat het zo ook is met het geheel van de confessionele partijen. Er zijn niet onbelangrijke tegenkrachten op gang gekomen, die op z'n minst de deconfessionalisering een halt willen toeroepen. De nu afgesloten kabinetsformatie heeft de verschillende sporen binnen de confessionele partijen ook duidelijk aan het licht gebracht. En je begint te denken dat prof. Roscam Abbing het misschien niet eens zo gek zag, toen hij opmerkte dat de christelijke partijen maar het best konden opdelen in een progressieve en een conservatieve combinatie. Ik ben met die woorden niet zo gelukkig. Maar misschien moet wel gezegd worden, dat er een ontwikkeling gaande is, die de christelijke politieke partijen zou kunnen hergroeperen in een nog echt confessioneel blok en een doorbraak-blok. Want laten we wel wezen: mensen als die na de oorlog in de doorbraakpartij, de P.v.d.A., zaten, zitten nu met dezelfde op­ vattingen in de confessionele partijen. De P.v.d.A. is intussen zover verlinkst, dat ze de protestants-christelijke doorbraakmensen van het eerste uur al weer kwijt is. Des te bedenkelijker is het dan, dat in de confessionele partijen een niet onaanzienlijke stroming inzake het regeerbeleid aansluiting zoekt bij de P.v.d.A. en daarbij voorshands bereid is genoegen te nemen met een functie als randcorrector, of scheepsmaat op een schip waarvan de roerganger of de kapitein de koers bepaalt volgens 'Keerpunt '72'.

Afhaken

De C.H.U. haakte tijdens de kabinetsformatie af. Een respectabele beslissing. Was dat alleen uit pragmatische overwegingen of was hier meer aan de hand? Me dunkt het laatste. Ik kreeg dezer dagen onder ogen een schrijven, dat een aantal theologen — leden van de C.H.U. — zond aan het bestuur van de C.H.U., met daarbij een nota over de christen-democratische samenwerking.* In de begeleidende brief worden enkele kritische kanttekeningen gemaakt bij woorden als basisfilosofie, die in de nota van de genoemde contactraad worden gebezigd, alsook bij het ontbreken van de plaats van de overheid in de nota.

Gezegd wordt: 'Het zal niet zo zijn, maar de indruk wordt gewekt, dat men zijn kracht is gaan zoeken in het uitwendig pragmatische (zakelijke) en de bron daarbij losliet. Een dergelijke handelwijze, een krampachtig pogen zijn kracht in het pragmatische te zoeken — dat zal niet zo bedoeld zijn — kan overigens bij de buitenwacht niet anders aandoen dan als een soort naaperij van wat andere partijen al gezegd en gedaan hebbeii.'

En dan de nota van genoemde theologen zelf. De opstellers ervan zeggen, dat het gaan moet om een christelijke visie en niet om de een of andere 'basisfilosofie'. Niet uit het handelen moet blijken — zo wordt gezegd — wat de bron is maar de principiële woorden, de uitgangspunten zijn het in de eerste plaats die de christelijke partijen onderscheiden van de andere. Het bijbels getuigenis van Gods beloften en geboden is van beslissende betekenis, zowel voor de overheid als voor mens en maatschappij. Daarbij wordt dan aangetekend, dat men tegenwoordig het bijbels getuigenis graag beperkt tot het evangelie en dat dan nog vaak aangepast aan moderne inzichten. Maar het gaat om de hele bijbel, het Oude en het Nieuwe Testament. De bijbel is de geheel enige levensbron. Ten aanzien van de deconfessionalisering wordt gezegd: 'Als deconfessionalisering betekent vrijheid van dwang door enige kerk hebben wij daarmee vrede en altijd vrede gehad. Maar als het ons weglokt van het belijden van de bijbel als bron en richtsnoer blijven wij het verwerpen.' Het is zelfs — zo zeggen de opstellers — te weinig om te zeggen dat het evangelie ons 'uitdaagt' (een term die gebezigd wordt in de nota van de contactraad). 'Het komt op ons af, onontkoombaar.'

Als het gezag van de bijbel voor de politiek beseft wordt, dan wordt ook duidelijk dat de bijbel uitgaat van andere schema' s dan waarmee wij gewoon zijn te werken, zoals progressief of conservatief, links of rechts, socialistisch of liberaal. Het gaat om een eigen identiteit van de confessionele partijen. Zowel bij het liberalisme als bij het socialisme — zo lezen we in het stuk — moet het optimisme ten aanzien van de mens of zijn collectiviteit worden afgewezen.

De opstellers benadrukken verder dat de kerk van eigen rechte is en dat de overheid met het oog op de openbare eredienst het karakter van de zondag als dag van samenkomst van de christelijke gemeente moet handhaven.

Gezag en overheid

In het stuk wordt ook gesproken over de gezagscrisis. 'Men ziet niet meer dat God de bron is van alle gezag en dat dit gezag van God uitwaaiert over degenen die over ons gesteld zijn', zo wordt gezegd... Alles draait tegenwoordig om de mens, om diens behoeftebevrediging, niet alleen materieel, maar ook geestelijk. En als men dan over de bekering van dit egoisme spreekt dan gaat men weer uit van een te optimistisch mensbeeld. Bekering is namelijk toch in de eerste plaats bekering tot de God van de bijbel.

De overheid heeft intussen gezag te oefenen. De overheid mag het volk het gezag niet onthouden. Dat is een onbarmhartige daad. De overheid is Gods dienares, bekleed met een van Hem ontvangen gezag. Ze ontleent haar gezag dan ook niet aan het volk. De overheid heeft temidden van allen, die verantwoordelijk zijn in de maatschappij, een eigen verantwoordelijkheid, niet alleen om het kwaad te weerstaan, maar ook om het leven te ordenen naar Gods bedoeling. Thans is het zo dat onder de druk van de publieke opinie de overheid zich het recht laat ontnemen haar eigen gezicht aan het volk te tonen. De overheid moet weliswaar ruimte geven, maar ook durven beperken, wil men de grenzen tussen democratisering en chaotisering of anarchisme niet overschrijden. De overheid moet met gezag optreden als dienares van God. Met de huidige democratisering holt men het overheidsgezag uit. De nota besluit met de, opmerking dat de christelijke partij de moed moet hebben om impopulair te zijn wanneer haar diepste overtuiging in het geding is. Zij moet ook het compromis weigeren wanneer duidelijk gaat worden dat bij steeds verdergaande compromissen de uitgangspunten dreigen te worden verloochend.

Brede bewustwording?

Me dunkt dat genoemd stuk van C.H.U. theologen een duidelijk geluid geeft in de huidige politieke ontwikkelingen. De bezinning op de identiteit van de christelijke partij, en de kritiek deswege op de nota van de contactraad A.R.P.-C.H.U.-K.V.P., is er echter niet alleen binnen de C.H.U. In het orgaan van de A.R.P., Nederlandse Gedachten, ontwikkelde dr. H. Rebel eveneens zijn bezwaren. Hij stelde dat christelijke politiek primair een zaak is, die naar beste vermogen aan Gods Woord is getoetst. In de christelijke politiek van dit moment ontbreken echter 'essentiële noties als de geheel eigen rol van de overheid, de zonde in het publieke leven en de onmogelijkheid de wereld wezenlijk te verbeteren.' In het artikel wordt gesteld dat de A.R.P., in weerwil van tegenstribbelingen van vele leden 'door de bocht' getrokken wordt.

Deze kritiek is intussen gelijk aan die van de heer W. Schakel, die er dezer dagen geen onduidelijkheid over liet bestaan hoe hij de deelname van de confessionelen aan het kabinet-Den Uyl zag ('De A.R.P. gaat één van de meest duistere perioden in haar lange historie tegemoet').

Dr. Rebel stelt in zijn artikel: Er dient een samenhang te zijn tussen de aanbevelingen en standpunten van de organisatie (de politieke partij) met Gods wetten, met de prediking, kruisiging en opstanding van Christus als vervulling daarvan en met de consequenties, die dat heeft voor ons persoonlijk en politiek leven.' Me dunkt dat de vraag gewettigd is of déze terechte stelling waar te maken is in een kabinet als nu gepresenteerd is, waarin zitting heeft de heer Gruyters, die de inmiddels befaamd geworden beschuldiging uitsprak: 2000 jaar onbetrouwbaar christendom. De heer Rebel stelt dat een confessionele positiekeuze in onze tijd niet zelden leiden zal tot 'pionierarbeid, dat wil ook zeggen: tot extreme standpunten en eenzame posities'. Eenzelfde conclusie als die ook de nota van de C.H.U.-theologen gaf.

Heroriëntering

Het is een verheugende zaak, dat momenteel het besef groeit dat het niet door kan gaan zoals het gaat, dat christelijke politiek niet in de kleurloosheid mag ondergaan, in een voortdurend heen-en-weer tussen liberalisme en socialisme, met alle interne spanningen overigens van die. Christelijke politiek in minderheidspositie zal inderdaad 'impopulariteit' kunnen betekenen of 'een eenzame positie'. Waarom dit geschuwd? Is men daarvoor al niet al te lang bevreesd geweest? Maar is het niet met het christen-zijn zelf gegeven, zeker in een tijd als de onze, waarin men nauwelijks nog erkenning mag verwachte van een echt christelijk geluid, een zich onvoorwaardelijk gebonden weten aan het Woord? Het vreemdelingschap zal ook in het politieke leven zichtbaar worden, al teken ik daar direct bij aan dat het niet gezocht moet worden en ook alleen op wezenlijke punten concreet mag worden. Maar die punten zijn er dan ook te over. Ik noem zulke punten uit de nota van de C.H.U.-theologen: de zedelijkheid, waaronder euthanasie en abortus, de verhouding van zending en ontwikkelingssamenwerking, de verhouding van welvaart en welzijn, het onderwijs, met name ook aan werkende jongeren. Dan verder het omroepbeleid, de zondagswetgeving en zo vele punten meer.

Het zou een enorme winst zijn als er een heroriëntering op het confessionele karakter van de christelijke politiek op gang zou komen. De christelijke politiek bevindt zich thans duidelijk op een tweesprong. Er is weliswaar altijd binnen de protestants-christelijke kring verschil van visie geweest over het hoe van de christelijke politiek. Thans is echter in het geding binnen de confessionele partijen: confessioneel gebonden politiek of politiek los van confessies, in feite los van het Woord.

Christelijke politiek wordt zo langzamerhand een zaak van erop of eronder. Het wordt tijd, dat al diegenen die een echtconfessionele politiek voorstaan de handen ineenslaan, ook zonder dat men direct tot één politieke groepering komt. In de kleinere partijen als de S.G.P. en het G.P.V. staat men een aan het Woord gebonden politiek voor. In de grotere confessionele partijen zijn er momenteel duidelijk ook de tegenkrachten tegen de huidige koers. Zal christelijke politiek nog toekomst hebben dan zal men elkaar moeten zoeken om samen een dam op te werpen tegen een politiek, die in feite ons land steeds verder afvoert van de bron waaraan het zich eens heeft gelaafd.

Nog één punt in dit verband. Het kwaad zit dunkt me al in de al te nauwe binding, die de protestants-christelijke partijen aangingen met de K.V.P. Is in een samengaan met de K.V.P. een Woord-gebonden politiek mogelijk? Me dunkt dat met name de nota van de C.H.U.-theologen op een totaal ander spoor zit. Daarom zou het een goed ding zijn geweest als ook een kritische positiekeuze tegen de protestants-/rooms-katholieke samenwerking in deze nota had doorgeklonken.


*Naar een christendemocratische partij'; een nota gericht aan het bestuur van de C.H.U., opgesteld door dr. P. A. Elderenbosch, ds. W. A. B. Hagen, drs. S. Meijers en mevrouw mr. J. A. van Ruler-Hamelink; met medewerldng van o.a. ds. C. Batenburg, drs. C. Fieren, ds. L. J. Geluk, ds. S. Kooistra, drs. G. van Leyenhorst.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 mei 1973

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Christelijke politiek  op de tweesprong

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 mei 1973

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's